Belastingcadeaus aan ondernemingen. Wanneer zal het ooit genoeg zijn?

23/10/2017 - 16u

Nog maar net heeft de Belgische regering aangekondigd dat ze de vennootschapsbelasting wil verlagen naar 25 procent of de Nederlandse regering kondigt al een verlaging naar 21 procent aan. Het verlaagd tarief wordt daar zelfs 16%. Deze fiscale race-to-the-bottom kent, behalve de aandeelhouders die hun winsten tellen, enkel verliezers. Het Financieel Actie Netwerk eist daarom een sociaal en rechtvaardig fiscaal systeem waarbij ook een sterke bijdrage wordt gevraagd van de bedrijven.

Ondanks het feit dat er in het regeerakkoord met geen woord over werd gesproken, is de verlaging van de vennootschapsbelasting toch in het zomerakkoord van de federale regering geslopen. Dit zonder dat de regering hier enig engagement of zelfs maar een verwachting inzake nieuwe jobcreatie aan heeft gekoppeld.

Verlaging Vennootschapsbelasting: wat is er beslist?

Het gewone tarief in de vennootschapsbelasting wordt verminderd van 33,99% vandaag (m.i.v. van de aanvullende crisisbijdrage van 3%) naar 25% vanaf 2020. Het tarief zal 29% bedragen in 2018 en 2019.

De aanvullende crisisbijdrage bedraagt 0% vanaf 2020. Deze bijdrage zal nog 1,5% bedragen voor 2018 en 2019. Voor kmo’s wordt het nieuw tarief vanaf 2018 20% op de eerste schijf van 100.000 €.

Minister Van Overtveldt blijft beweren dat de kosten van die tariefverlaging geen negatieve invloed zullen hebben op de overheidsinkomsten, omdat er ook een aantal fiscale aftrekmogelijkheden beperkt zullen worden. Zijn liberale collega Alexander De Croo (OpenVLD) schept meer duidelijkheid om de echte bedoelingen achter de fiscale cadeaus aan bedrijven te spreken: “Wij kiezen ervoor om eerst de lasten te verlagen. Dat heeft tot gevolg dat we met de rug tegen de muur worden geplaatst. We zullen moeten besparen om de hervormingen te financieren.” (De Tijd, 29 juli 2017) Opnieuw is het dus de werkende bevolking die betaalt voor de tariefverlaging door besparingen in de openbare dienstverlening of door de verhoging van andere belastingen. Ook de Hoge Raad van Financiën heeft zijn twijfels over het budgettair neutraal karakter als de vennootschapsbelasting zakt naar 25%. Een geraamde kostprijs van 5 miljard euro, dreigt – bij onvoldoende andere maatregelen- een enorm gat te slaan in de overheidsinkomsten.

Minister Van Overtveldt beweert ook dat zijn hervorming de achterpoorten voor de grote bedrijven zal sluiten, zodat er meer rechtvaardigheid binnen de vennootschapsbelasting zal worden gebracht. Maar hoe zeker zijn we daarvan? De notionele interestaftrek zou hervormd worden, maar hierover is men ook nog niet concreet. Kortom: er is onvoldoende transparantie. Dit hebben we echter nodig om de massale belastingontwijking tegen te gaan. Het blijkt niet uit de beslissingen en daden van de regering dat België de ambitie heeft om hiertegen te vechten. Wel integendeel. Ondertussen zijn lobbygroepen bezig om de vennootschapsbelasting op consolidatieniveau te bekijken, wat er zou op neerkomen dat – als voldoende dochterondernemingen verlies maken – de hoofdvogel ook buiten schot blijft.

Ook de zogenaamde effectentaks die nieuwe inkomsten uit vermogen zal moeten aanboren, dreigt een maat voor niets te worden dat gemakkelijk te omzeilen valt en de grootste vermogens ongemoeid zal laten. De kans is groot dat deze belasting hetzelfde lot zal ondergaan als de eveneens kaduke speculatietaks en volgend jaar in stilte weer wordt afgevoerd.

Niet alleen met deze hervorming toont de regering haar gebrek aan ambitie op vlak van fiscale rechtvaardigheid aan. Zo is onder het huidige beleid België binnen de Europese Unie veranderd van één van de grote verdedigers van de invoering van een Financiële Transactietaks (FTT of Tobintaks) naar één van de grootste tegenstanders. Daarnaast wil de minister van Financiën bedrijven ook toestaan om akkoorden te sluiten met de fiscus over de manier waarop ze gecontroleerd zullen worden, probeert hij met alle macht te verhinderen dat België 700 miljoen euro aan toegekende belastingkortingen moet terugvorderen bij 35 grote bedrijven en wil hij een wet laten stemmen die bepaalt dat sommige maatregelen uit de Europese Ontwikkelingsrichtlijn (ATAD) pas een jaar later ingevoerd zouden worden dan opgelegd door de Europese Unie.
 

Stop deze eindeloze race-to-the-bottom

Ondertussen heeft onderzoek van onder meer de Franse econoom Thomas Piketty aangetoond dat al deze belastingverlagingen voor het rijkste deel van de bevolking geen enkele invloed hebben op de economische groei, terwijl de dringende nood aan een belasting op vermogen dagelijkse realiteit is. Ook het IMF pleit vandaag voor een verhoging van de belastingtarieven op inkomsten uit kapitaal en vermogens en vindt dergelijk beleid efficiënt in de strijd tegen ongelijkheid zonder negatieve impact op de economische groei. Belastingverlagingen hebben wel een grote invloed op de ongelijkheid binnen onze samenleving met een toplaag die steeds rijker wordt en aan de andere kant een steeds grotere groep die de eindjes niet meer aan elkaar kan knopen.[4] Volgens Paul De Grauwe is een belasting op kapitaal niet alleen belangrijk uit economisch oogpunt, maar zou het ook het geloof in de legitimiteit van het besparingsbeleid van de regering herstellen.

Het is ook duidelijk dat het voor de lobbyisten van de grote bedrijven en vermogens nooit genoeg zal zijn. De Belgische verlaging van de vennootschapsbelasting naar 25 procent is nog niet gestemd of de nieuwe Nederlandse regering kondigt al een verlaging naar 21 procent aan. Het wordt hoog tijd om een einde maken aan deze ‘race to the bottom’ en dus in te zetten op een Europese harmonisatie van de vennootschapsbelasting! Daarom eist het Financieel Actienetwerk:

  • de invoering van een Europese minimumbelasting van 25% op de winsten van vennootschappen;
  • dat België koploper en sterkhouder is inzake internationale onderhandelingen binnen kader van VN, OESO en Europa op vlak van strijd tegen fiscale fraude, belastingontwijking en –ontduiking;
  • de invoering van een verplichting voor multinationals om publiek te rapporteren over welke winsten ze in welke landen realiseren (Public Country-by-Country Reporting, PCbCR). Samen met striktere regels op vlak van ‘transfer pricing’ moet dit ertoe leiden dat winsten van multinationals voortaan worden belast in de landen waar ze gegenereerd worden;
  • het afschaffen van de notionele intrestaftrek. In het verleden heeft deze maatregel de staatsbegroting handenvol geld gekost omdat het de deur heeft opengezet voor tal van misbruiken. Nu de rente historisch laag staat, is het een ideaal moment om deze regeling af te schaffen. De aftrek voor Definitief Belaste Inkomsten (DBI-aftrek) mag bovendien slechts minimaal toegekend worden. Deze aftrek stelt dividenden van dochteronderneming vrij van belasting op niveau van de moederonderneming. Vandaag wordt deze gunstregeling in België veel ruimer toegepast dan wat verplicht wordt door de Europese regelgeving.
  • dat de Belgische regering onmiddellijk een einde maakt aan haar verzet tegen de Europese eis tot terugvordering van de voordelen toegekend aan multinationals in het kader van de excess profit rulings. Deze rulings werden in 2005 ingevoerd om beslissingscentra van internationale ondernemingen naar België te lokken. In de praktijk kwam dit neer op een vermindering van de belastbare basis van meer dan 50% tot zelfs 90%;
  • het ontmoedigen van managementvennootschappen door de invoering van het principe van fiscale transparantie voor de personenvennootschappen;
  • de invoering van een heffing op financiële transacties (FTT of Tobintaks). Het verzet tegen de invoering van deze belasting door de Belgische regering moet onmiddellijk eindigen;
  • de invoering van een meerwaardebelasting vooral met het oog op grote vermogens bij de verkoop van activa. In het buitenland bedragen de tarieven op de meerwaarde bij de verkoop van aandelen tussen de 25% en de 50%. In België worden deze meerwaarden vandaag gewoonweg niet belast. Een meerwaardebelasting is niet enkel een rechtvaardige bron van overheidsinkomsten, het is ook een aanmoediging voor Belgische bedrijfsleiders om hun bedrijven niet zomaar aan buitenlandse overnemers te verkopen en te investeren in doorgroei;
  • en/of de invoering van een echte vermogens(winst)belasting in België. We mogen ons niet tevreden stellen met pseudo-maatregelen zoals de doodgeboren speculatietaks of de belasting op effectenrekeningen. Niet alleen de inkomens uit vermogen moeten rechtvaardig belast worden, maar voor de grootste vermogens moet ook het vermogen zelf belastbaar zijn.
Kies een ACLVB-secretariaat bij u in de buurt voor de beste service ::
Of zoek uw secretariaat via de kaart