tax-shift-banner_0.jpg

Deze tax shift is geen tax shift !

13/10/2015 - 16u

Het Nationaal Bureau van de ACLVB besprak deze morgen de regeringsbeslissing rond de tax shift van Michel I. Er is eigenlijk maar één conclusie mogelijk: deze tax shift is geen tax shift. De grote vermogens blijven buiten schot en er is dus geen sprake van een brede, fiscaal rechtvaardige financieringsbasis. Ook het mantra rond de zogenaamde verhoging van de koopkracht koopt de ACLVB niet. Werknemers en sociaal verzekerden worden nu reeds geconfronteerd met de indexsprong en een verhoging van de accijnzen en elektriciteit. Ook doet men alsof er een verhoging aan de uitkeringen werd toegekend. Dit is gewoon een rechtstreeks gevolg van de uitvoering van de welvaartsenveloppe dat reeds beslist werd rond Nieuwjaar. 

Eerder toonde de ACLVB zelf reeds aan dat een sociaal rechtvaardige tax shift wel degelijk realistisch is. Onze studiedienst heeft in samenwerking met enkele experten een duidelijk alternatief berekend. De voornaamste krijtlijnen uit dit voorstel zijn:

  • Een progressieve belasting op alle vormen van roerende inkomsten die vandaag onder het tarief van 25 % vallen.
  • Een beperkte rendementsheffing op beursgenoteerde aandelen en een forfaitaire meerwaardebelasting van 15 % voor niet-beursgenoteerde aandelen.
  • De afschaffing van de notionele intrestaftrek; de incentive voor de financiële centra van multinationals om in België te blijven is ondertussen immers verdwenen en bovendien stelt zich principieel en budgettair een probleem.
  • De invoering van een progressieve belasting op de reële huurinkomsten, waarbij energiebesparende investeringen kunnen afgetrokken worden van de inkomsten.
  • Hogere registratierechten (15 % in plaats van 10 % in Vlaanderen en 12,5% in Brussel en Wallonië) voor vennootschappen die onroerende goederen aankopen, tenzij ze kunnen bewijzen dat het onroerend goed gebruikt wordt voor een reële economische activiteit.

De Liberale Vakbond erkent in haar eigen voorstel ook ten zeerste het belang van een competitieve economie. Daarom stelt de ACLVB dat een deel van de inkomsten terugvloeien naar de reële economie; de ACLVB wil de helft van de middelen die gegenereerd zouden kunnen worden via bovenstaande alternatieve financiering vrijmaken om de werkgeversbijdragen aan de sociale zekerheid te verminderen. Op voorwaarde dat de lastenverlaging gericht is op specifieke doelgroepen: in de eerste plaats de laaggeschoolden, maar ook oudere werknemers. De andere helft van de extra gegenereerde inkomsten moet volgens de ACLVB dienen om de koopkracht van de werknemers en de uitkeringsgerechtigden te ondersteunen. 

Kies een ACLVB-secretariaat bij u in de buurt voor de beste service ::
Of zoek uw secretariaat via de kaart