PC 339.01 : loon- en arbeidsvoorwaarden

Op deze pagina:

    Welke spelregels zijn voor  deze sector vastgelegd?

    De oprichting van het Nationaal Paritair Comité 339 in 2008 heeft niet meteen aanleiding gegeven tot overleg over sectorale loon-en arbeidsvoorwaarden. Er zijn enkel afspraken gemaakt over het minimumloon en het de automatische indexering van de lonen. Dit hoeft ook geen verrassing te zijn. De Sociale Huisvesting is immers een bevoegdheid van de gewesten. Het was wachten tot 2019 op de officiële oprichting van geregionaliseerde (gewestelijke) paritaire subcomités om per gewest de loon- en arbeidsvoorwaarden te kunnen onderhandelen. 

    In het Vlaams gewest heeft het daarenboven enige tijd geduurd voor eerste collectieve arbeidsovereenkomsten konden worden afgesloten. Intussen hebben we een eerste protocolakkoord kunnen afsluiten voor de periode 2021-2022 en werd een fonds voor bestaanszekerheid opgericht. De hervorming van het Vlaamse landschap van de sociale huisvesting en de fusie met de sociale verhuurkantoren tot Vlaamse woonmaatschappijen zou tegen midden 2023 moeten afgerond zijn en daarna ligt niets nog in de weg om tot een meer gestructureerd sociaal overleg op sectorniveau te komen. 

    Wat moet ik minimaal verdienen?

    Sectorale minimumlonen

    Op het Paritair Comité van 5 december 2017 werden de sectorale minimumlonen vastgesteld. Aan de werknemers, tewerkgesteld in een 38-urenweek, die op maandelijkse basis betaald worden, wordt een gewaarborgd minimummaandloon verzekerd. Aan de werknemers, tewerkgesteld in een 38-urenweek, betaald op basis van een uurloon, wordt een gewaarborgd minimum uurloon verzekerdOok de lonen van de studenten zijn gewaarborgd.

    Hieronder de geïndexeerde minimumlonen :

    Inwerkingtreding: 1 december 2023

    Index 2 % zowel voor de schaallonen als voor de reële lonen.


    Schaallonen

    Gewaarborgd minimum maandloon

    2.203,08 EUR 

    Gewaarborgd minimum uurloon

    13,3780 EUR 

    38 uur/week.

    Studenten

     

    percentage

    maandloon

    uurloon (38u/w)

    20 jaar

    94,00%

    2.070,90

    12,5750

    19 jaar

    88,00%

    1.938,71

    11,7730

    18 jaar

    82,00%

    1.806,53

    10,9700

    17 jaar

    76,00%

    1.674,34

    10,1670

    16 jaar en jonger

    70,00%

    1.542,16

    9,3650

    Deze minimumlonen zijn de minima in de sector. De meeste bedrijven in de sector betalen echter meer.  Vaak wordt voor de verloning van het personeel gebruik gemaakt van barema’s die gelden voor de Vlaamse ambtenaren en/of van de barema’s die gelden voor de arbeiders uit de bouwsector. Het gebrek aan sectorale afspraken over de loon-en arbeidsvoorwaarden maakt dat diverse afspraken op bedrijfsniveau blijven bestaan. Dat kan, maar lager dan hoger vermeld minimumloon kan niet.

    Het zal aan de paritaire subcomités zijn om in de toekomst nieuwe sectorale afspraken te maken.

    Indexering

    De lonen, wedden en premies zijn gekoppeld aan de gezondheidsindex. Wanneer de lonen stijgen in het PC 339, versturen we hieromtrent een info.

    Hoeveel uren mag ik gemiddeld werken per week ?

    De normale arbeidsduur voor een voltijdse werknemer is 38 uur per week.

    Het is mogelijk dat in de bedrijven meer uren per week worden gewerkt, mits het toekennen van arbeidsduurverminderingsdagen (ADV-dagen).

    Per uur boven de 38 uur, worden 6 ADV-dagen toegekend.

    Het arbeidsreglement moet alle uurroosters die in het bedrijf van toepassing zijn vermelden.

    Heb ik recht op terugbetaalde verplaatsingskosten?

    Openbaar vervoer : vanaf de afstand van 1 km tussen de werk- en woonplaats, is de werkgever verplicht om tussen te komen in de vervoerkosten: de tegemoetkoming van de werkgever is gelijk aan 90% van de prijs van de treinkaart 2de klasse NMBS heen en terug.

    Vanaf 2024 zal 100% van de prijs van het treinkaartje 2e klasse vanaf de eerste kilometer aan de werknemers worden terugbetaald.

    Tussenkomst van de werkgever in de verplaatsingskosten voor het woon-werkverkeer

    Eindeloopbaan – SWT: Kan ik nog in SWT (brugpensioen) gaan?

    SWT is het stelsel van werkloosheid met bedrijfstoeslag (het vroegere brugpensioen). Het is een manier waarbij werknemers van een zekere leeftijd, die worden ontslagen, recht hebben op een werkloosheidsuitkering en aanvullende vergoeding (bedrijfstoeslag).

    Het systeem is de laatste jaren grondig gewijzigd. Voor meer algemene informatie in verband met SWT kan je op onze website terecht: https://www.aclvb.be/nl/swt.

    Wij kunnen nooit een “kant en klaar” antwoord bieden op individuele vragen. Veel hangt af van jouw persoonlijke situatie. Voor specifieke vragen kan je steeds terecht in één van onze ACLVB-kantoren.

    Overzicht specifieke stelsels PC 339.01

    Hieronder geven wij een schematisch overzicht van de specifieke stelsels die dankzij nieuwe CAO’s van toepassing zijn voor alle werknemers van het PC 339.01 :

    REGIME SWT PC 339.01

    LEEFTIJD

    LOOPBAAN

    GELDIGHEIDSDUUR VOORWAARDEN

       

    MAN

    VROUW

    BEGIN

    EINDE

    ALGEMEEN STELSEL

    62

    40

    40

    39

    40

    01/01/2023

    01/01/2024

    31/12/2023

    30/06/2025

    SWT ZWARE BEROEPEN

    60 (*)

    35, waarvan 5/7 jaar in de loop van de laatste 10/15 jaar in zwaar beroep

    1/07/2021

    31/12/2026

    SWT NACHTARBEID, BOUW EN ZWARE BEROEPEN

    60 (*)

    33, waarvan 20 jaar nachtarbeid

    OF

    5/7 jaar in de loop van de laatste 10/15 jaar in zwaar beroep

    1/07/2021

    30/06/2025

    SWT LANGE LOOPBAAN

    60 (*)

    40

    1/07/2021

    30/06/2025

    LANDINGSBAAN 1/2 | 1/5 - lange loopbaan, zwaar beroep

    55

    35

    OF

    5/7 jaar in de loop van de laatste 10/15 jaar in zwaar beroep

    OF

    20 jaar in regime nachtprestaties

    01/01/2021

    30/06/2025

    (*) De toegangsleeftijd voor de bijzondere stelsels SWT bedraagt sinds 1 juli 2021 60 jaar. De toegangsleeftijd voor het stelsel 'medische SWT' is vastgelegd op 58 jaar voor de periode vanaf 1 januari 2021 tot en met 30 juni 2025.

    Heb ik recht op de terugbetaling van een deel van mijn lidgeld aan ACLVB ?

    Ieder lid van de ACLVB, tewerkgesteld in een sociale huisvestingsmaatschappij in Vlaanderen krijgt ,vanaf het jaar 2022, een terugbetaling van zijn lidgeld onder de vorm van een syndicale premie.

    Je moet lid zijn van de ACLVB en in het refertejaar (1 januari tot 31 december) voorafgaand aan de uitbetaling van de premie en je moet een arbeidsovereenkomst hebben bij een erkende maatschappij voor sociale huisvesting in Vlaanderen. 1 dag tewerkstelling in het refertejaar volstaat om het recht op de sectorale syndicale premie te openen. Je werkgever zal één keer per jaar een bewijs van tewerkstelling meegeven met je loonbrief. Dit attest syndicale premie breng je ingevuld en ondertekend binnen bij je ACLVB secretariaat, dat over zal gaan tot de betaling als alle voorwaarden zijn vervuld.

    Het bedrag van de premie is sectoraal vastgesteld op 100 euro en dit geldt zowel voor voltijds als voor deeltijds tewerkgesteld personeel.

    Hoe kan ik mee bouwen aan het sociaal overleg in mijn bedrijf én in de sector?

    Bedrijven met meer dan 50 werknemers moeten een Comité voor preventie en bescherming op het werk oprichten.

    Bedrijven met meer dan 100 werknemers moeten een ondernemingsraad oprichten.

    Door u als ACLVB lid kandidaat te stellen voor de sociale verkiezingen kan u verkozen worden, en op die manier u inbreng doen in het sociaal overleg.

    De sociale verkiezingen worden om de vier jaar georganiseerd.

    Wat als ik wil onderhandelen met mijn werkgever om mijn loon-en arbeidsvoorwaarden te verbeteren?

    Dan kan je vanaf 1 juli 2023 samen met de ACLVB overgaan tot de oprichting van een syndicale delegatie. Deze syndicale delegatie wordt dan bevoegd om collectieve arbeidsovereenkomsten te onderhandelen in het voordeel van jou en je collega's.

    Voelt u zich geroepen om zulk een initiatief te nemen, en voelt u zich gesteund door uw collega’s, aarzel dan niet om contact op te nemen met de ACLVB bestendig secretaris in uw regio.

    Vakbondsafgevaardigden moeten uiteraard ook gewapend worden om met hun werkgever in dialoog te treden. Daarom heeft elke afgevaardigde recht om per jaar 10 dagen vorming te volgen bij de ACLVB.

    De oprichting van een syndicale delegatie kan in elke sociale huisvestingsmaatschappij die die ten minste gemiddeld 30 werknemers tewerkstelt. Dit gemiddelde wordt berekend over de vier trimesters die voorafgaan aan het trimester waarin de datum van de aanvraag valt. Directieleden worden niet meegeteld om het aantal te bepalen. Vakbonden hebben onder mekaar regels afgesproken om de onderlinge verdeling van de mandaten te bepalen.

    Het aantal leden per vakbondsafvaardiging wordt bepaald volgens de personeelsbezetting:

    • van 30 tot 49 werknemers : maximaal 3 effectieve en 3 plaatsvervangende afgevaardigden;
    • van 50 tot 99 werknemers : maximaal 4 effectieve en 4 plaatsvervangende afgevaardigden;
    • van 100 tot 499 werknemers: maximaal 6 effectieve + 6 plaatsvervangende afgevaardigden;
    • vanaf 500 werknemers: maximaal 8 effectieve + 8 plaatsvervangende leden.
    Kies een ACLVB-secretariaat bij u in de buurt voor de beste service ::
    Of zoek uw secretariaat via de kaart