banner-indice.jpg

De automatische indexering volstaat niet om het koopkrachtverlies te compenseren

21/04/2022 - 14u

De stijgende energieprijzen, nog toegenomen sinds de oorlog in Oekraïne, eisen hun tol in een economische situatie die was beginnen te verbeteren na twee jaar pandemie. In april bereikte de inflatie een duizelingwekkende hoogte van 7,3%. De automatische indexering volstaat niet om de koopkracht van de bevolking op peil te houden.

De consumptieprijsindex omvat 12 hoofdcategorieën. De energieprijzen - diesel en benzine niet meegerekend - zijn goed voor 180,02 promille of 18% van wat gewoonlijk de huishoudkorf wordt genoemd. De prijzen van brandstoffen - benzine en diesel – maken onderdeel uit van de categorie "Vervoer". Het gewicht ervan in de index in 2022 bedraagt 161,07 promille (tegen 156,78 promille in 2021). Als het gewicht van elektriciteit, gas, stookolie, diesel, benzine en LPG wordt opgeteld, komt men uit op een gezamenlijk gewicht van 97,01 promille in 2022, of 9,7% (tegen 82,92 promille in 2021, of 8,29%).

Indexering niet voldoende

De automatische loonindexering vangt een belangrijk deel van de klap op, maar niet alles. Dat heeft te maken met verschillende factoren, zoals de gezinssamenstelling van de werknemers en de uitkeringsgerechtigden,
hun energieverbruik, het soort contract (vast/variabel tarief) en de hoogte van het loon. Zonder het nog te hebben over het tijdstip van indexering.

  • Motorbrandstoffen worden niet in rekening gebracht in de gezondheidsindex.
  • Gezinnen in de lagere inkomenscategorieën besteden een groter deel van hun inkomen aan energieproducten en andere basisgoederen dan het gemiddelde gewicht in de index.
  • Het systeem van de afvlakking van de gezondheidsindex over vier maanden zorgt ervoor dat de prijsstijgingen van de laatste maanden veel minder doorwegen, wat problematisch is in tijden van sterke prijsstijgingen.
  • Het loon van een grote groep werknemers wordt slechts jaarlijks geïndexeerd, wat ervoor zorgt dat het heel lang kan duren vooraleer prijsstijgingen worden doorgerekend in de index. Indien de prijzen in tussentijd opnieuw dalen, is het zelfs mogelijk dat er helemaal geen compensatie is.
    Uit berekeningen van de ACLVB-studiedienst blijkt dat de energieprijzen een verhogend effect van 4,775 punt hebben gehad op de gezondheidsindex tussen januari 2021 en februari 2022. Werknemers in PC 200 hebben op 1 januari een indexering van 3,58% gekregen waarin slechts 2,13 punt van de 4,775 punt van de hogere energieprijzen verwerkt zat. Op een mediaan loon van € 3 486 geeft dit een netto verhoging van € 34,84 per maand. Terwijl wie een variabel contract heeft, een energiefactuur heeft die in januari 2022 € 248,23 per maand hoger lag dan in juli 2021.
  • De energiemaatregelen die door de regering werden genomen doen in veel gevallen het positief effect op de koopkracht teniet. Zo verlaagt de verwarmingspremie de index in 2022 met 0,24 punt. In veel gevallen zal dat meer loon kosten dan de winst uit de premie van € 100. De btw-verlaging op elektriciteit verlaagt de index dan weer met 0,59 punt, ook daar zal er nog maar weinig overblijven van de compensatie. De energiemaatregelen doen in praktijk dus meer dienst als lastenverlaging dan als koopkrachtmaatregel, hoewel wij de noodzaak om maatregelen te treffen uiteraard wel erkennen.

De ACLVB stelt met name voor de energiemaatregelen bij de berekening van de gezondheidsindex te laten neutraliseren en het systeem van afvlakking af te schaffen, zodat de lonen worden geïndexeerd op basis van de maandelijkse gezondheidsindex en niet op basis van de afgevlakte gezondheidsindex, en de motorbrandstoffen weer in de index op te nemen. Bovendien moet de frequentie van de indexeringen worden verhoogd, al is het maar tijdelijk, in de sectoren waar slechts jaarlijks wordt geïndexeerd.

Kies een ACLVB-secretariaat bij u in de buurt voor de beste service ::
Of zoek uw secretariaat via de kaart