In een gezamenlijk en unaniem advies dat vandaag werd goedgekeurd laten de Nationale Arbeidsraad en de Centrale Raad voor het Bedrijfsleven zich opnieuw kritisch uit over het cash for cars-initiatief van de regering en verdedigen de integrale uitvoering van hun voorstel voor het mobiliteitsbudget. Ondanks de herhaalde kritiek van de sociale partners en een vernietigend advies van de Raad van State zal zeer binnenkort in de Kamer over het cash for cars-wetsontwerp worden gestemd.
Officieel mag het ontwerp dan wel spreken van een mobiliteitsvergoeding, het gaat hier duidelijk over een zuivere cash for cars. Werknemers die vandaag over een bedrijfswagen beschikken zullen deze (mits akkoord van de werkgever) kunnen inruilen voor een som geld. De regering levert hiermee een flauw afkooksel af van het unanieme advies van werknemers en werkgevers over de invoering van het mobiliteitsbudget. Cash for cars is een druppel op de hete plaat van het Belgische mobiliteitsprobleem en doet weinig of niets voor een beter leefmilieu.
In tegenstelling tot een uitgesproken positieve evaluatie van het mobiliteitsbudget, blijkt uit onderzoek bij bedrijven dat werknemers, noch werkgevers warm lopen voor het initiatief. Begrijpelijk: wie aanspraak wil maken op de mobiliteitsvergoeding moet minimaal 12 maanden effectief over een bedrijfswagen beschikt hebben. Het ontvangen bedrag zal bovendien niet mee evolueren in geval van promotie of functiewijziging. Werknemers die binnen hun functiecategorie aanspraak maken op een bedrijfswagen, maar in plaats daarvan liever een hoger loon ontvangen zullen met cash for cars eerst 12 maanden effectief met een bedrijfswagen moeten rondrijden om aanspraak te kunnen maken op de (para)fiscaal interessante vergoeding.
Met cash for cars is het bovendien niet mogelijk om te kiezen voor een kleinere (milieuvriendelijkere) bedrijfswagen en het resterende bedrag uitgekeerd te krijgen. Omdat de mobiliteitsvergoeding sowieso netto wordt uitgekeerd is er geen (para)fiscale stimulans voor duurzame en/of gedeelde vervoersmiddelen- en diensten zoals bij het mobiliteitsbudget. Velen zullen er dan ook voor kiezen hun bedrijfswagen in te leveren en te vervangen door een – wellicht minder prestigieuze maar misschien even vervuilende – privéwagen.
De regering geeft aan in een tweede fase alsnog werk te zullen maken van het voorstel van de sociale partners omtrent het mobiliteitsbudget. We blijven ons voorstel met overtuiging verdedigen. Er zal in ieder geval meer nodig zijn om de Belgische mobiliteitsknoop te ontwarren dan het huidige initiatief, of rekent minister Peeters nog op enkele sneeuwstormen om het fileleed te verzachten?