In de pers kon men vorige week lezen dat onder meer de opzegvergoedingen, vakantiegeld bij uitdiensttredingen en nog andere vergoedingen zwaarder belast zullen worden tengevolge van de zesde staatshervorming.
De operatie van de overdracht van de fiscale bevoegdheden van de federale overheid naar de gewesten zou neutraal moet zijn maar dit zal in de praktijk niet meer het geval zijn.
Het wetsontwerp dat het fiscale wetboek zal aanpassen aan de 6de staatshervorming houdt blijkbaar enkel rekening met de federale belastingverminderingen en niet met de gewestelijke (woonbonus, PWA- en dienstencheques, beveiliging tegen inbraak en brand, dakisolatie) om de gemiddelde aanslagvoet te berekenen.
Wij zullen vanuit de ACLVB al het mogelijke doen om de regering hierop te wijzen en deze situatie recht te zetten.
Situatie vandaag
- Belastingplichtige heeft een inkomen.
- Op dat inkomen worden een aantal aftrekken toegepast (denk bijvoorbeeld aan de aftrek enige woning).
- Vervolgens wordt de belasting berekend op dat (verminderd) inkomen berekend aan de hand van progressieve belastingschalen.
- Er wordt een voordeel op de belasting toegekend in de vorm van de belastingvrije som.
- Vervolgens worden er nog een aantal belastingverminderingen toegepast (bijvoorbeeld pensioensparen, energiebesparende uitgaven, vervangingsinkomsten, …).
- Op dat bedrag dat overblijft wordt de gemeentebelasting betaald (= % op de verschuldigde belasting = belasting op de belasting = gemeentelijke opcentiem).
- Elke belastingplichtige betaalt aan de staat belastingen en de staat geeft een deel van de inkomsten in de vorm van dotaties aan de gewesten (dus gewesten krijgen geld van de federale staat).
Situatie 6de staatshervorming – aangepaste berekening
- Voortaan bevat de berekening van de verschuldigde belasting een federaal luik dat aangevuld wordt door een regionaal gedeelte.
- Gewesten krijgen in de toekomst een aantal eigen bevoegdheden toegewezen.
- Dit betekent dat de gewesten zelf hun belastingen zullen heffen samen met het (mogelijk) toestaan van de belastingverminderingen waarvoor zij bevoegd zijn (bijvoorbeeld dienstencheques, beveiliging inbraak en brand, energiebesparing,…).
- De federale overheid zal haar belastingschijven blijven toepassen maar zal op de hoofdsom (in de toekomst verminderd met de belasting op intresten, dividenden) een soort korting toekennen.
- De korting = autonomiefactor en zal +- 26% (25,990%) bedragen.
- Hierop kunnen de gewesten hun fiscale berekeningsregels loslaten.
- De gewestelijke opcentiem wordt berekend op een deel van de federale personenbelasting (= de gereduceerde belasting Staat). Elk gewest is vrij deze opcentiem te bepalen; de opcentiem kunnen dus per gewest verschillend zijn. De gewesten kunnen de opcentiem eveneens progressief toepassen.
- Met betrekking tot deze opcentiem kunnen (forfaitaire) kortingen toegestaan worden alsook belastingverminderingen en –vermeerderingen (voor zover het gaat om de bevoegdheden die zijn toegekend).
- Gewesten kunnen ook nog terugbetaalbare belastingkredieten toestaan. (ook deze enkel gebonden aan hun bevoegdheden).
-
Niet alleen de berekening wordt complexer ook het systeem van de hypothecaire leningen zal hertekend worden na de regionalisering.
- De gewesten zijn enkel bevoegd voor de eigen woning.
- Dus alle woningen uitgezonderd de eigen woning, blijven federale materie (met voor de gewesten de mogelijkheid voor bijkomende regels).
- De gewesten zijn niet bevoegd voor aftrekken op de belastbare basis zodat de aftrek enige en eigen woning (woonbonus) zal verdwijnen zoals we dit nu kennen à explosie van mogelijkheden op vlak van hypothecaire leningen (men spreekt van 14 verschillende fiscale stelsels!).
- Wat betreft het federale niveau, kan deze enkel nog van het totaal netto-inkomen de onderhoudsgelden aftrekken (geen andere aftrekbare bestedingen meer).