Het sociaal overleg in ons land levert meer dan ooit resultaat op, zo bevestigen recente cijfers. Met dank aan de onderhandelaars, die dag na dag en op alle overlegniveaus in de weer zijn.
"Het overleg functioneert. Dat blijkt duidelijk uit deze nieuwe statistieken", stelt Minister van Werk Kris Peeters. De statistieken liegen er inderdaad niet om: tussen 2012 en 2015 was er een stijging met maar liefst 28% van het aantal neergelegde cao's, bedrijfs-cao's en sectorale cao's. In 2015 werden 6 065 cao's neergelegd bij de FOD Werkgelegenheid, Arbeid en Sociaal Overleg. Ook een andere categorie van aktes deed het goed: in 2015 werden niet minder dan 7 541 bonusplannen (afspraken omtrent resultaatsgebonden voordelen voor werknemers) neergelegd bij de overheidsdienst Werk. Ook dat is een stijging van zomaar even 29% ten opzichte van 2012.
Uiteraard zijn die cijfers een goede zaak voor de vakbonden, en bij uitbreiding alle sociale partners. De trend is een zuivere bevestiging van wat de ACLVB sinds jaar en dag verdedigt: voorrang aan het overleg. Want overleg loont. Of zoals de (kandidaat-)afgevaardigden van ACLVB het uitdragen: "meer verhaal, minder kabaal!" Precies door geduldig en met kennis van zaken te overleggen - op interprofessioneel niveau, op sectoraal niveau en op bedrijfsniveau - , wordt vooruitgang geboekt. Niet door een opbod aan kortzichtige manoeuvres.
Alle overlegniveaus dragen bij tot de vrijwaring van een gunstig sociaal klimaat en zijn dus van belang. Zo laat het interprofessioneel overleg sectoren en bedrijven toe om akkoorden op hun maat verder uit te werken. Bovendien is het interprofessioneel overleg nodig om de solidariteit tussen werkenden onderling, maar ook tussen werkenden en sociaal-verzekerden te garanderen.