Om een uitkering tijdelijke werkloosheid te kunnen uitbetalen, moeten de uitbetalingsinstellingen een volledig dossier hebben: een aanvraag van de werknemer, maar ook een aangifte van de werkgever.
Bedrijven doen in deze coronacrisis massaal beroep op tijdelijke werkloosheid. De procedure hiervoor is versneld en vereenvoudigd, maar verloopt niet automatisch. De werknemer moet een aanvraag indienen, maar ook de werkgever moet aangifte doen.
Wanneer werkgevers hun werknemers tijdelijk werkloos stellen moeten ze een elektronische aangifte indienen van de uren tijdelijke werkloosheid in de betrokken maand. Ze doen dit via een webtoepassing op de portaalsite van de sociale zekerheid (maandelijkse aangifte van de uren tijdelijke werkloosheid of uren schorsing bedienden ASR scenario 5) of door de verzending van een aangifte via een sociaal secretariaat of een dienstverlener.
De situatie die zich heeft voorgedaan in de maand maart, leert ons dat de werkgevers niet tot het einde van de maand mogen wachten om die aangifte te doen. Ze kunnen de aangifte al indienen zodra alle gegevens tot het einde van de maand gekend zijn. Is een bedrijf dus voor de rest van de maand volledig of gedeeltelijk gesloten, dan kan die werkgever de aangifte al volledig indienen.
Er dient ook aan herinnerd te worden dat werknemers in tijdelijke werkloosheid hun aangifte moeten indienen bij de uitbetalingsinstelling van hun keuze, als dat nog niet is gebeurd (formulier C3.2 werknemer Corona).
De uitbetalingsinstellingen willen er, ondanks de grote uitdagingen die de coronacrisis stelt, voor zorgen dat de dossiers voor de vele duizenden extra aanvragen snel in orde komen. De voorwaarde is dat we beschikken over een volledige aangifte. Hoe later wij de correcte en volledige gegevens ontvangen, hoe later wij kunnen uitbetalen.
Mario Coppens (ACLVB-CGSLB)
Robert Vertenueil (ABVV-FGTB)
Marc Leemans (ACV-CSC)
Jean-Marc Vandenbergh (Hulpkas voor Werkloosheidsuitkeringen)