De context: RVA/ONEM koos in de loop van het najaar 2017 voor een strengere interpretatie inzake de regelgeving taakloon, waardoor een groot aantal artiesten met hun werkloosheidsdossier in de problemen kwamen. Wij vroegen minister Peeters meteen om een overleg en aangezien een terugkeer naar de oude werkwijze geen optie bleek, grepen wij deze demarche van RVA/ONEM aan als een kans om een aantal zwakke punten in de wetgeving aan te kaarten. Minister Peeters toonde zich bereid om samen met de sociale partners in stilte te werken aan een duurzame oplossing voor dit delicaat dossier.
Op onze vraag deblokkeerde de minister vervolgens de impasse door RVA/ONEM erop te wijzen dat zij met hun aanpassingen het sociale overleg doorkruisten en vroeg hen in afwachting van een onderhandelde oplossing terug te keren naar de oude werkwijze. Tegelijkertijd kreeg een bijzondere werkgroep het mandaat om enkele knopen te ontrafelen via een voorstel dat een onderscheid maakt tussen een korte- en een langetermijnoplossing. Wij werkten zo’n voorstel uit binnen de beschikbare tijd en minister Peeters verklaarde zich akkoord om dit voorstel te verdedigen bij de RVA/ONEM.
Op 30 maart 2018 kwam het goede nieuws dat alle partijen zich alvast kunnen vinden in de kortetermijnoplossing waarin een aantal criteria zijn opgenomen om de werkwijze met taakloon te beoordelen. Deze criteria vragen nu om verdere uitwerking op maat van de verschillende paritaire comités en natuurlijk een bekrachtiging door middel van de nodige collectieve arbeidsovereenkomsten. Daarmee is de eerste stap gezet in een constructieve samenwerking.
Deze doorbraak toont dat en hoe democratie werkt! Wij willen hierbij mededelen dat de RVA/ONEM in afwachting van de nieuwe cao’s de oude werkwijze zal blijven hanteren.
Tevens roepen wij de kunstenaars met een hangend werkloosheidsdossier op om niet naar de arbeidsrechtbank te stappen maar om hun dossier opnieuw in te dienen bij de RVA/ONEM met het oog op een positieve afhandeling.
Tot slot willen wij minister Peeters nadrukkelijk en van harte bedanken voor de professionele aanpak. En vooral voor het vertrouwen dat hij namens de regering stelt in het officiële sociale overleg. We blijven nu samen verder werken aan het vervolmaken van de regelgeving voor cultuurwerkers en de denkoefening rond de werkstatuten in de kunstwereld.