PC 112 : loon- en arbeidsvoorwaarden
Op deze pagina:
Loon- en arbeidsvoorwaarden
Hieronder vindt u de belangrijkste loon- en arbeidsvoorwaarden voor de arbeiders die actief zijn in de sector van het garagebedrijf PC 112. Dit overlegorgaan bepaalt de minimale loon- en arbeidsvoorwaarden d.m.v. collectieve arbeidsovereenkomsten (cao’s).
De onderstaande bepalingen geven u een overzicht van de minima die van toepassing zijn in uw sector.
Voor meer informatie kunt u contact opnemen met uw ACLVB-afgevaardigde, bestendig secretaris of het dichtstbijzijnde ACLVB-kantoor.
Opgelet! Als er in uw bedrijf cao’s werden afgesloten met loon- en arbeidsvoorwaarden die gunstiger zijn dan de sectorale minima, dan zijn die betere voorwaarden van toepassing.
Loon
De sectorale minimumlonen en de effectieve lonen van de werknemers van de sector van het garagebedrijf worden jaarlijks op 1 februari geïndexeerd.
Indien er in uw bedrijf andere uurlonen van toepassing zijn, moeten deze altijd hoger liggen dan de sectorale. De sectorale uurlonen kunt u bij ons opvragen, via uw afgevaardigde, uw bestendig secretaris of in een van onze kantoren.
Hieronder vindt u de minimumuurlonen die van toepassing zijn vanaf 01/02/2024 :
PC 112 - minimumuurlonen op 01/02/2024
Premies
Eindejaarspremie
De werkgever betaalt de eindejaarspremie aan alle arbeiders die meer dan 3 maanden anciënniteit hebben in de onderneming op 30 november van de referteperiode. De referteperiode begint op 1 december van het voorafgaande jaar en eindigt op 30 november van het lopende jaar.
Bedrag: Het brutobedrag van de premie wordt berekend op basis van het uurloon dat van toepassing is op 1 december van het jaar van betaling.
De volgende formule wordt gebruikt:
Uurloon op 1 december x wekelijkse arbeidsduur x 52/12
Syndicale premie
De volledige premie wordt ieder jaar gestort vanaf 1 november en het maximumbedrag is 120 euro.
Ecocheques
Arbeiders die voltijds werken hebben recht op ecocheques voor een bedrag van € 125 per semester.
De betaling van het eerste semester gebeurt ten laatste op 15/06.
De betaling van de tweede schijf gebeurt ten laatste op 15/12.
Een proportioneel bedrag is voorzien in geval van onvolledige prestaties gedurende het semester voorafgaand aan de betaling van de ecocheques.
Een alternatief voor ecocheques is mogelijk voor bedrijven die een bedrijfs-cao hebben afgesloten.
Stand-byvergoeding en uitrukvergoeding
Een stand-byvergoeding is een vergoeding die door de werkgever wordt toegekend aan een werknemer voor de periode (buiten de normale arbeidstijd) waarin de arbeider beschikbaar moet zijn om gevolg te geven aan eventuele oproepen en hulp te verlenen.
- Van maandag tot vrijdag van 6 u. tot 22 u. → € 2,17 per uur
- Gedurende het weekend van 6 u. tot 22 u. → € 2,92 per uur
- Van maandag tot vrijdag van 22 u. tot 6 u. → € 2,92 per uur
- Gedurende het weekend van 22 u. tot 6 u.→ € 3,65 per uur
Als de arbeider werkt in een stand-bysysteem en er hem wordt gevraagd om in te grijpen dan krijgt hij hiervoor een uitrukvergoeding. Het bedrag van deze vergoeding hangt af van het aantal keren dat de arbeider moet ingrijpen. De huidige bedragen (01/02/2022) zijn de volgende:
- 1 oproep → € 36,56 per kalenderdag
- 2 oproepen → € 58,47 per kalenderdag
- 3 oproepen → € 73,09 per kalenderdag
- Per bijkomende oproep → + € 7,31 per kalenderdag
Arbeidstijd
De maximale arbeidsduur bedraagt 38 uur per week. In veel bedrijven wordt er echter vaak meer dan 39 of 40 uur per week gewerkt. In dat geval wordt de wettelijke arbeidsduur van 38 uur gerespecteerd door de toekenning van compensatiedagen.
Voor meer informatie kunt u contact opnemen met uw ACLVB-afgevaardigde, bestendig secretaris of het dichtstbijzijnde ACLVB-kantoor.
Verplaatsingskosten
Er wordt een onderscheid gemaakt tussen het openbaar vervoer en privévervoer.
Openbaar vervoer: volledig terugbetaald
Privévervoermiddel: dagvergoeding die gelijk is aan de werkgeverbijdrage in het weekabonnement van de NMBS gedeeld door 5.
De verplaatsingskosten worden minstens een keer per maand betaald.
Voor meer informatie kunt u contact opnemen met uw ACLVB-afgevaardigde, bestendig secretaris of het dichtstbijzijnde ACLVB-kantoor.
Anciënniteitsverlof
Vanaf juli 2019 heeft de arbeider recht op één dag anciënniteitverlof na 18 jaar anciënniteit in de onderneming.
Voor deeltijdse arbeiders wordt het recht op anciënniteitsverlof toegekend in verhouding tot hun arbeidsstelsel op het ogenblik van opname van het verlof.
De één dag anciënniteitsverlof wordt toegekend in het kalenderjaar waarin de arbeider 18 jaar anciënniteit bereikt.
Bovendien blijft de arbeider deze anciënniteitsdag behouden tijdens de jaren volgend op het jaar waarin hij de 18 jaar anciënniteit bereikt.
Bij overgang van de onderneming blijft de anciënniteit die de arbeider heeft opgebouwd behouden.
Gunstiger regelingen op ondernemingsvlak blijven onverminderd van toepassing. Wanneer echter op het vlak van de onderneming de 1ste anciënniteitsdag later valt dan de sectorale regeling, dient de 1ste anciënniteitsdag te worden geënt op de sectorale regeling, met name vanaf 18 jaar anciënniteit.
Loopbaanverlof
Vanaf de leeftijd van 58 jaar hebben de arbeiders van de sector van het garagebedrijf recht op 2 bijkomende verlofdagen per jaar.
Vanaf het kalenderjaar waarin de arbeider de leeftijd van 55 jaar bereikt, heeft hij recht op 1 bijkomende verlofdag per jaar.
Vanaf het kalenderjaar waarin de arbeider de leeftijd van 58 jaar bereikt, heeft hij recht op een 2de bijkomende verlofdag per jaar.
Vanaf het kalenderjaar waarin de arbeider de leeftijd van 60 jaar bereikt, heeft hij recht op een 3de bijkomende verlofdag per jaar
Klein verlet
Bij bepaalde gelegenheden hebt u het recht om verlof te nemen. Om correct van dit recht gebruik te maken moet uw werkgever indien mogelijk vooraf verwittigd worden. Uiteraard moet men dit verlof gebruiken voor een geldige reden:
Reden afwezigheid |
Duur afwezigheid |
||||||
Geboorte van een kind van de werknemer zo de
afstamming langs vaderszijde vaststaat
|
Tien dagen, door de werknemer te kiezen binnen de 4 maanden na de geboorte (3 van de 10 dagen worden betaald door de werkgever, de overige 7 zijn ten laste van het ziekenfonds) |
||||||
Huwelijk van de werknemer |
drie dagen door de werknemer te kiezen tijdens de week waarin de gebeurtenis plaatsvindt of tijdens de daaropvolgende week |
||||||
Bijwonen van een bijeenkomst van een familieraad, bijeengeroepen door de vrederechter |
De nodige tijd, met een maximum van één dag |
||||||
Adoptie van een kind |
Maximum 4 weken (6 weken indien het kind bij het begin van het adoptieverlof jonger is dan drie jaar) Het verlof moet worden opgenomen binnen de 2 maanden na inschrijving van het kind in het bevolkingsregister (3 dagen worden betaald door de werkgever, de rest door het ziekenfonds) |
||||||
Huwelijk kind werknemer of echtgeno(o)t(e), broer, zuster, schoonbroer, schoonzuster, vader, moeder, schoonvader, schoonmoeder, stiefvader, stiefmoeder, kleinkind werknemer
|
de dag van het huwelijk |
||||||
Priesterwijding of intrede in klooster van kind werknemer of echtgeno(o)t(e), broer, zuster, schoonbroer, schoonzuster werknemer
|
de dag van de plechtigheid |
||||||
Overlijden echtgeno(o)t(e), kind werknemer of van zijn echtgeno(o)t(e),vader, moeder, schoonvader, schoonmoeder, stiefvader of stiefmoeder van de werknemer |
5 dagen te kiezen in de periode van de dag voor het overlijden tot en met de dag volgend op de begrafenis |
||||||
In geval van overlijden van de echtgenoot of echtgenote, van een kind van de arbeider of van zijn echtgeno(o)t(e), van een door de arbeider opgevoed kind, van de vader, moeder, schoonvader, stiefvader, schoonmoeder of stiefmoeder van de arbeider die niet bij de arbeider inwoont: |
vier dagen door de arbeider te kiezen tijdens de periode die begint met de dag welke het overlijden voorafgaat en eindigt 30 dagen na de dag van het overlijden. |
||||||
Overlijden broer, zuster, schoonbroer, schoonzuster, grootvader, grootmoeder, overgrootvader, overgrootmoeder, kleinkind, achterkleinkind, schoonzoon of schoondochter die inwoont bij de werknemer: |
2 dagen te kiezen in de periode tussen de dag van het overlijden en de dag der begrafenis inbegrepen |
||||||
Overlijden broer, zuster, schoonbroer, schoonzuster, grootvader, grootmoeder, overgrootvader, overgrootmoeder, kleinkind, achterkleinkind, schoonzoon of schoondochter die niet inwoont bij de werknemer |
de dag van de begrafenis |
||||||
Overlijden van gelijk welke bloedverwant wonend onder hetzelfde dak als dat van de arbeider, van de voogd(es) van de minderjarige arbeider of van het minderjarig kind voor wie de arbeider als voogd optreedt |
de dag van de begrafenis. |
||||||
Plechtige communie of deelname feest vrijzinnige jeugd van een kind van de werknemer of zijn echtgeno(o)t(e) |
de dag van de plechtigheid of de daaraan voorafgaande of daaropvolgende activiteitsdag als de plechtigheid op een zon-, feestdag of inactiviteitsdag valt |
||||||
Deelneming van een wettig, gewettigd, aangenomen of natuurlijk erkend kind van de arbeider of van zijn echtgeno(o)t(e) of van een regelmatig door de arbeider opgevoed kind aan het feest van de "vrijzinnige jeugd" daar waar dat feest plaatsheeft |
één dag te kiezen door de arbeider |
||||||
Deelname jury Hof van Assisen, oproeping als getuige voor de rechtbank of persoonlijke verschijning op aanmaning van de arbeidsrechtbank |
de nodige tijd doch maximum 5 dagen |
||||||
Uitoefenen ambt bijzitter hoofdstembureau of enig stembureau bij parlements-, provincieraads- en gemeenteraadsverkiezingen |
de nodige tijd |
||||||
Uitoefening ambt bijzitter hoofdbureau bij verkiezing Europees Parlement |
de nodige tijd doch maximum 5 dagen |
||||||
Uitoefenen ambt bijzitter hoofdbureau voor stemopneming bij parlements-, provincieraads- en gemeenteraadsverkiezingen |
de nodige tijd doch maximum 5 dagen |
Verlof om dwingende redenen
U hebt een beperkt recht op onbetaald verlof voor een dringende en noodzakelijke tussenkomst bij een sociaal of familiaal probleem. Die gebeurtenis mag niet te voorzien zijn en moet los staan van het werk. Op vraag van uw werkgever dient u de dwingende reden te bewijzen. De duur van uw afwezigheid mag in elk geval niet meer dan 10 kalenderdagen per jaar bedragen. Voor deeltijdse arbeiders is deze maximumduur in verhouding met hun deeltijdse prestaties.
Jaarlijkse vakantie
De duur van uw vakantie wordt bepaald door het aantal dagen dat u effectief hebt gewerkt in het vorige kalenderjaar. Als u het hele voorafgaande jaar hebt gewerkt, dan hebt u recht op vier volle weken vakantie, 20 dagen in geval van een vijfdagenweek. Als u geen volledig kalenderjaar hebt gewerkt, zal u recht hebben op minder vakantiedagen.
U hebt recht op 10 betaalde feestdagen: 1 januari, paasmaandag, 1 mei, Hemelvaartsdag, pinkstermaandag, 21 juli, Onze-Lieve-Vrouw-Hemelvaart, Allerheiligen, 11 november, Kerstmis. Als een feestdag op een zondag of een gewone inactiviteitsdag valt, wordt deze vervangen door een gewone activiteitsdag. De vervangingsdag krijgt dan het karakter van een feestdag.
Tijdskrediet
Sinds 1 januari 2015 is het systeem van tijdskrediet grondig gewijzigd. Voor meer algemene informatie in verband met tijdskrediet, verwijzen wij u door naar de algemene ACLVB-publicaties over dit thema.
Wij kunnen op deze website niet altijd een kant-en-klaar antwoord bieden op alle individuele vragen. Veel hangt af van uw persoonlijke situatie. Voor specifieke vragen over tijdskrediet kunt u steeds terecht bij een van onze ACLVB-kantoren of bij onze medewerkers.
Opzegtermijnen
Sinds 1 januari 2014 zijn de opzegtermijnen voor arbeiders en bedienden geharmoniseerd. Hierdoor is de berekening van de opzegtermijnen complex geworden. Indien u vragen hebt over uw persoonlijke situatie, gelieve dan contact op te nemen met uw afgevaardigde of uw ACLVB-secretariaat. Zij beschikken over de nodige tools om u verder te helpen.
OPGELET! U hebt enkel recht op werkloosheidsuitkeringen wanneer u zelf geen schuld hebt aan uw ontslag. Laat u nooit onder druk zetten door uw werkgever om zelf een einde te maken aan uw contract of om dit te beëindigen in onderlinge overeenstemming indien u daar eigenlijk niet mee akkoord gaat. U riskeert uw recht op werkloosheidsuitkeringen te verliezen. Als u wordt ontslagen of als u zelf ontslag wilt nemen, neem dan eerst contact op met uw ACLVB-bedrijfscoördinator, uw vakbondsafgevaardigde of uw plaatselijke ACLVB-secretariaat.
Werkloosheid met bedrijfstoeslag – SWT (het vroegere brugpensioen)
Het systeem van werkloosheid met bedrijfstoeslag (brugpensioen) is de laatste jaren grondig gewijzigd.
Voor meer algemene informatie in verband met SWT kan u elders op onze website terecht.
Wij kunnen op deze website niet altijd een “kant en klaar” antwoord bieden op alle individuele vragen. Veel hangt af van uw persoonlijke situatie. Voor specifieke vragen kan u steeds terecht bij één van onze ACLVB-kantoren of bij onze medewerkers.
Hieronder geven wij een schematisch overzicht van de specifieke stelsels die actueel van toepassing zijn voor uw sector:
SWT |
CAO nodige voor de toepassing van deze stelsel |
LEEFTIJD |
LOOPBAAN |
GELDIGHEIDSDUUR |
|
PC 112 |
TOEGANGS-LEEFTIJD |
TOEGANGSLOOPBAAN |
INWERKINGTREDING |
EINDE |
|
ALGEMEEN STELSEL |
SECTORALE CAO OF ONDERNEMING CAO |
62 |
M : 40 |
1/01/2015 |
- |
SWT ZWARE BEROEPEN |
SECTORALE CAO OF ONDERNEMINGCAO |
60 |
35 |
01/07/2023 |
31/12/2023 |
SWT NACHTARBEID, BOUW EN ZWARE BEROEPEN |
SECTORALE CAO |
60
|
33 |
01/07/2023 |
31/12/2023 |
SWT LANGE LOOPBAAN |
CAO VAN DE NAR |
60 |
40 |
01/07/2023 |
31/12/2023 |
MEDISCHE SWT |
CAO VAN DE NAR |
58 |
35 |
01/07/2023 |
30/06/2025 |
Coronagids
Veilig op de werkplek in tijden van Corona
De generieke gids (gemaakt door de sociale partners van de Hoge Raad voor Preventie en Bescherming op het werk, de experten van de FOD Werkgelegenheid, Arbeid en Sociaal Overleg en de Beleidscel van de minister van Werk) dient als basis voor het implementeren van een geheel aan maatregelen op de werkplek, zodat de werknemers van bedrijven zo goed mogelijk tegen het coronavirus beschermd worden.