Het Paritair Subcomité voor de socioculturele sector is een heel diverse sector en wordt gekenmerkt door meestal kleine organisaties, die (re)cretatieve-, educatieve en maatschappelijk georiënteerde activiteiten aanbieden.
Hieronder vinden jullie een opsomming van de organisaties, die vallen onder de sectorale spelregels van de socioculturele sector:
1. de culturele centra of elke organisatie die een vergelijkbare socio-culturele activiteit uitoefent en daar ruimten voor ter beschikking stelt;
2. de bibliotheken, mediatheken, ludotheken, die voor iedereen toegankelijk zijn; de informatie- en documentatiecentra en archiefcentra;
3. de sportverenigingen, sportcentra en sportclubs :
- als sportvereniging of sportclub wordt beschouwd elke organisatie die in het kader van de permanente vorming, belangeloos de lichamelijke opvoeding, de sport en het open-lucht-leven bevordert;
- als sportcentrum wordt beschouwd een geheel of groep van gebouwen en infrastructuur die belangeloos ter beschikking worden gesteld voor het beoefenen van binnen- en buitensporten;
4. de niet-commerciële radioverenigingen en/of televisieverenigingen; de productie- en/of distributiecentra van allerhande media waarvan de hoofddoelstelling is de ondersteuning van de permanente educatie en het socio-cultureel werk en die op basis daarvan een erkenning hebben;
5. de initiatieven in de samenlevingsopbouw, met name elke organisatie waarvan de hoofddoelstelling is de ontwikkeling van projecten, structuren of netwerken die bijdragen tot de deelname aan en integratie tot het culturele, politieke, economische of sociale leven van één of meerdere bevolkingscategorieën, zoals onder meer etnisch-culturele minderheden;
6. de organisaties voor volksontwikkeling, sociaal-cultureel werk en basiseducatie in het kader van de permanente educatie voor volwassenen met het oog op onder meer de persoonlijke, culturele, sociale, economische en politieke ontplooiing en participatie en op het in staat stellen van het verwerven van kennis, inzicht en vaardigheden;
7. de organisaties met als doel de bescherming van het leefmilieu, de leefomgeving of het cultureel en historisch erfgoed en de verenigingen inzake de educatie ervan;
8. het landelijk, regionaal of lokaal georganiseerd jeugdwerk; de jeugdcentra, de jeugdhuizen, de jeugdclubs, de jeugddiensten en de jeugdateliers;
9. de organisaties voor beroepsopleiding, beroepsvervolmaking en beroepsherscholing;
10. de niet-commerciële toeristische organisaties;
11. de organisaties voor ontwikkelingssamenwerking of ontwikkelingseducatie;
12. de organisaties ter bevordering van een gedachtegoed;
13. de musea en de ermee verbonden educatieve diensten;
14. de verenigingen ter bevordering van plastische en literaire kunst of tot organisatie van evenementen of tentoonstellingen van werken die met deze kunsten verband houden;
15. de organisaties die de in bovenvermelde punten opgesomde organisaties begeleiden of ondersteunen.
Wij hebben ook een samenvatting gemaakt van de sectorale voorwaarden. Klik hier en bekijk de brochure van de socio-culturele sector (paritair comité 329.01).