Sociale dumping bedreigt het wegvervoer en vele andere sectoren. De EU en België zijn begonnen met
maatregelen tegen deze frauduleuze praktijk. Maar er moet nog meer gebeuren.
Het beroep van vrachtwagenchauffeur is een knelpuntberoep. Nochtans is het van essentieel belang voor onze economie, zowel op nationaal als op Europees niveau. Dat werd tijdens de coronaperiode des te duidelijker. Hun lonen zijn echter niet de meest aantrekkelijke, evenmin als hun arbeidsvoorwaarden. Bovendien zijn er kleine agentschappen of brievenbusmaatschappijen, vooral in Oost-Europe, die niet echt actief zijn in het land waar zij gevestigd zijn, en die uiterst moeilijke arbeidsomstandigheden opleggen in ruil voor lage lonen.
Sociale dumping vormt een bijkomende bedreiging voor de sector en leidt tot vernietiging van banen en een race-to-the-bottom wat arbeidsvoorwaarden betreft. Bovendien dragen deze werknemers niet bij aan onze sociale zekerheid. Dit is een frauduleuze praktijk, die wordt aangemoedigd door de globalisering en het vrij verkeer van diensten van werknemers, met name in Europa. De ACLVB is voorstander van deze vrijheid, maar niet als dat oneerlijke concurrentie tussen ondernemingen in Europa betekent.
BETERE CONTROLE
Europa heeft een eerste stap gezet in de strijd tegen sociale dumping met zijn mobiliteitspakket, dat in augustus 2020 in werking is getreden. Het betreft alle bestuurders van voertuigen van meer dan 3,5 ton. Het omvat de verplichting om een tachograaf in te bouwen, een klein elektronisch apparaat dat de rij- en rusttijden van de bestuurder, zijn/haar route, de plaatsen waar hij/zij laadt en lost, enz. registreert. Doel is de verkeersveiligheid te verbeteren, de arbeidsomstandigheden van de chauffeurs te garanderen, eerlijke concurrentie te bevorderen en het beheer van transportbedrijven te vergemakkelijken.
Op die manier kan worden gecontroleerd of een voertuig om de acht weken terugkeert naar het land waar de onderneming is gevestigd, zoals in de verordening is bepaald, op straffe van inbeslagneming van de vergunning. Het principe van cabotage, dat vervoer van en naar het buitenland mogelijk maakt, werd beperkt.
IN DE BELGISCHE WETGEVING
Op 16 juni van dit jaar heeft de Kamer een wetsvoorstel goedgekeurd om een richtlijn van dit mobiliteitspakket rechtstreeks om te zetten in Belgische wetgeving. Volgens de minister van Arbeid Pierre-Yves Dermagne is het de bedoeling "grenzen te stellen aan de ongebreidelde detachering van vrachtwagenchauffeurs om sociale dumping in de transportsector tegen te gaan". Op lange termijn zouden de controles minder omslachtig moeten zijn voor de ondernemingen en beter worden gecoördineerd tussen de staten.
De ACLVB hoopt dat deze richtlijn tot meer doeltreffende controles zal leiden. Op het nationale grondgebied kunnen die worden uitgevoerd door het TSW (Toezicht op de Sociale Wetten), de inspectie van de RSZ, de FOD Mobiliteit, de Gewesten (sinds januari 2015), de politie, de douane en de accijnzen, en de FOD Economie.
Het tekort aan chauffeurs in België moet ook worden aangepakt door het beroep aantrekkelijker te maken, met name via de lonen, adequate opleidingen en een betere bescherming tegen sociale dumping. Tot op heden is er nog steeds sprake van discriminatie tussen werknemers wat hun arbeidsvoorwaarden betreft.