Vrijwilligerswerk
Op deze pagina:
Om recht te hebben op inschakelings- of werkloosheidsuitkeringen, mag je geen bezoldigde activiteit voor een derde verrichten. Vrijwilligerswerk daarentegen kan onder bepaalde voorwaarden wel uitgeoefend worden met behoud van uitkeringen.
Wat is vrijwillige arbeid?
Vrijwillige arbeid houdt in dat je prestaties verricht ten behoeve van een derde, waarvoor je geen loon of materieel voordeel ontvangt. Het kan gaan om vrijwilligerswerk voor een privé-persoon (een vriendendienst) maar ook om vrijwillige arbeid voor een organisatie (bv. vzw’s, culturele centra, openbare diensten, jeugdhuizen, …).
Opgelet!
Het verlenen van hulp in de beroepsactiviteit van een derde (bv. in de handelszaak van een zelfstandige) zal nooit als vrijwilligerswerk worden toegestaan, zelfs al gebeurt dit volledig gratis.
Wat moet je doen?
Wanneer je vrijwilligerswerk uitoefent, moet de RVA hiervan vooraf op de hoogte gebracht worden door middel van een formulier C45A of C45B (naargelang het een activiteit voor een privé-persoon of een organisatie betreft). De aangifte dient te gebeuren via je ACLVB-secretariaat, waar ook de nodige formulieren voorhanden zijn.
De RVA kan eveneens aan een organisatie een algemene toelating geven om beroep te doen op vrijwilligers. Ook in dat geval zal je een aangifte moeten doen (tenzij de RVA vrijstelling van individuele aangifte heeft verleend). Op het formulier C45B zal je dan het algemeen toelatingsnummer moeten vermelden. Wanneer de RVA een algemene toelating met vrijstelling van individuele aangifte heeft verleend, moet je geen enkele formaliteit vervullen. Je kan het vrijwilligerswerk zonder meer uitoefenen, voor zover het binnen de grenzen van de algemene toelating blijft.
De beslissing van de RVA
De directeur van het werkloosheidsbureau van de RVA heeft 12 werkdagen de tijd om een beslissing te nemen. In afwachting van de beslissing mag je het vrijwilligerswerk waarvan je aangifte hebt gedaan reeds uitoefenen. Verstrijkt de termijn zonder dat er een beslissing genomen werd, dan wordt het vrijwilligerswerk geacht aanvaard te zijn. Een latere weigering blijft nog steeds mogelijk, maar die geldt dan in principe enkel voor de toekomst.
De toelating wordt normaal gezien voor onbepaalde duur gegeven. De directeur kan ook beslissen de toelating te geven voor een periode van 12 maanden. Deze periode is verlengbaar op voorwaarde dat er opnieuw een aangifte wordt gedaan.
De directeur van het werkloosheidsbureau van de RVA kan het vrijwilligerswerk weigeren bijvoorbeeld omdat hij oordeelt dat door het vrijwilligerswerk je beschikbaarheid voor de arbeidsmarkt aanzienlijk vermindert. Tegen de weigering kan je in beroep gaan bij de Arbeidsrechtbank en dit binnen een termijn van 3 maanden.
Wat moet je vermelden op je controlekaart?
Oefen je een activiteit uit buiten de grenzen van de toelating (bijvoorbeeld omdat het toegelaten aantal uren overschreden wordt, omdat je een andere activiteit uitoefent of een te hoge forfaitaire vergoeding voor onkosten ontvangt), dan moet je deze activiteit wel aangeven op je controlekaart.
Vóór het begin van de activiteit maak je het overeenstemmende vakje zwart. Voor deze dagen ontvang je geen uitkering.
Oefen je een vrijwillige activiteit uit nadat dit werd geweigerd door de directeur van het werkloosheidsbureau, dan moet je het overeenstemmende vakje zwart maken en zal je voor deze dagen geen werkloosheidsuitkering ontvangen.
Belangrijk!
Als je toelating hebt verkregen van de RVA, moet je het vrijwilligerswerk niet vermelden op je controlekaart.
Zijn sancties mogelijk?
Wanneer je geen voorafgaande aangifte deed of geen toestemming verkreeg van de RVA en je wordt betrapt op het verrichten van vrijwillige en zelfs onbezoldigde activiteiten, dan word je uitgesloten van het recht op inschakelings- of werkloosheidsuitkeringen als je het passende vakje op je controlekaart niet hebt zwart gemaakt. De ten onrechte ontvangen uitkeringen zullen teruggevorderd worden en je riskeert een uitsluiting van meerdere weken.
Er zal echter geen sanctie volgen voor het vrijwilligerswerk dat je uitoefende in afwachting van de beslissing (d.w.z. in de periode tussen de aangifte en de weigering van het vrijwilligerswerk).
Opmerking
Deze regeling is zowel van toepassing op volledig werklozen als op tijdelijk werklozen, zowel op werklozen met bedrijfstoeslag als op personen die inschakelingsuitkeringen ontvangen.
Bevind je je nog in de beroepsinschakelingstijd en heb je nog geen uitkeringen ontvangen, dan kan je zonder enige formaliteit vrijwilligerswerk doen, op voorwaarde dat je beschikbaar blijft voor de arbeidsmarkt.
Kunnen je kosten vergoed worden?
Opdat er sprake zou zijn van vrijwilligerswerk mogen je prestaties niet vergoed worden. Krijg je echter een vergoeding als terugbetaling van je onkosten, dan kan deze vergoeding wel gecumuleerd worden met je werkloosheidsuitkering. Het kan zowel gaan om een terugbetaling van je werkelijke kosten als om een forfaitaire onkostenvergoeding.
Gaat het om een forfaitaire vergoeding, dan mag die niet hoger zijn dan 34,71 euro per dag, met een maximum van 1388,40 euro per jaar (bedragen geldig vanaf 1 september 2019), en moet die ook aangegeven worden via het formulier C45A of C45B.
De terugbetaling van je werkelijke kosten moet niet aangegeven worden en is niet begrensd zolang je bewijsstukken kan voorleggen.
ACLVB: uitbetalingsinstelling voor werkloosheidsuitkeringen
De werkloosheidsreglementering is zo ingewikkeld en verscheiden dat je zonder deskundige hulp niet dreigt te krijgen waar je recht op hebt. Een uitbetalingsinstelling die je correct en volledig informeert is dan ook onontbeerlijk. Voor meer inlichtingen kan je terecht bij onze secretariaten.