PC 327.01 | Maatwerkbedrijven : deelakkoord

27/01/2021 - 07u

Maatwerkbedrijven : deelakkoord

Koopkracht

In het luik koopkracht is er een recurrent budget voorzien van € 8,1 miljoen. Dit is de zogenaamde 1,1% koopkrachtverhoging. Het budget koopkracht wordt nog verhoogd met het op vandaag nog onbekende budget dat vrij zal komen op basis van de loonmarge 2023-2024 (IPA).

Wat betekent dit voor de doelgroepmedewerkers?

Vanaf 01/2021 wordt een loontoeslag voorzien vanaf 4 jaar anciënniteit. De toeslag bedraagt 0,2037 euro per uur.
Vanaf 01/2023 wordt een bijkomende loontoeslag voorzien vanaf 8 jaar anciënniteit, die maximaal 0,2037 euro per uur zal zijn. De effectieve hoogte van het bedrag zal afhangen van de budgetten die vrijkomen op basis van de loonnorm 2023-2024.

Indien er nog resterend budget is na deze maatregel, wordt het restbedrag gebruikt als opstap naar het IFIC-model van de Vlaamse Non-Profitsectoren.

OPGELET! Deze twee toeslagen worden niet meegenomen voor de berekening van de eindejaarspremie!

Wat betekent dit voor het omkaderingspersoneel?

Vanaf 01/2021 wordt voor het omkaderingspersoneel in de voormalige BW’s de septemberpremie verhoogd voor werknemers die behoren tot de categorieën 2, 3, 4 & 5 :

Een vast geïndexeerd bedrag van 1297,92 euro ;
Een variabel gedeelte van 2,33% van het bruto-jaarloon.

Omkaderingspersoneel in de voormalige sociale werkplaatsen, categorieën 3, 4 of 5 zullen vanaf 2021 een jaarlijkse premie van 513 euro krijgen. Deze premie zal betaald worden in september en dit in verhouding met de effectieve prestaties en gelijkgestelde periodes (cf. de CAO septemberpremie).

Voor 2023 zal het bijkomend budget gebruikt worden als eerste stap binnen het Vlaamse IFIC-model.

Kwaliteit

“Harmonisatie mobiliteit” : de fietsvergoeding in de voormalige BW’s stijgt tot die van de voormalige SW’s. Voor woon-werkverkeer met de wagen wordt de vergoeding voor SW’s opgetrokken tot die van BW’s.
Uitbreidingsbeleid met 50 extra jobs : deze zullen verdeeld worden o.b.v. de grootte van de organisatie en of die het vastgelegde contingent al dan niet volledig ingevuld heeft.
Digitalisering : de uitwerking hiervan zal onder sociale partners gebeuren.
Duurzaam werkgeverschap : er wordt een éénmalige premie ter waarde van 300 euro voorzien als vervanging van de consumptiecheque in andere sectoren, gespreid over de duurtijd van VIA VI. Daarnaast zal er een verhoging van de jaarlijkse ecocheque zijn met 125 euro per werknemer.
Professionalisering : deze maatregelen worden nog verder uitgewerkt door de sociale partners.
Tot slot is er nog een budget voorzien voor intersectorale maatregelen die in het ruimere VIA VI afgesproken zullen worden.