Vlaamse Non-Profitsectoren : Septemberverklaring Vlaamse Regering doorgelicht

02/10/2023 - 12u

Investeringen en maatregelen voor de Vlaamse Non-Profitsectoren

Vorige week begon de Vlaamse Regering aan haar eindspurt. Voor het laatste jaar van een legislatuur zijn de middelen en initiatieven doorgaans beperkt, maar ditmaal mocht het ietsje meer zijn. Met veel trots werden grote investeringen en maatregelen voor de kinderopvang aangekondigd. Intussen zijn we enkele dagen verder en is er zicht op zowel cijfers als andere initiatieven die niet benoemd werden tijdens de septemberverklaring zelf. Hieronder vind je een opsomming van wat aangekondigd werd voor de verschillende Vlaamse Non-Profitsectoren samen met wat ze mogelijks kunnen betekenen voor de sector op korte en lange termijn.

318.02: Gezinszorg

Een verrassing van formaat vorige week; er werd aangekondigd dat men een besparing ging doorvoeren voor de sector: 42 miljoen euro meer bepaald.
Belangrijk om hier te duiden is dat het niet om een directe besparing gaat, maar om een rem die de regering op het groeipad voor de sector zet. Door een tekort aan instroom wordt het vrijgemaakte budget voor de sector niet ten volle gebruikt, en daar ziet men natuurlijk een dankbare bron in om andere maatregelen mee te bekostigen.

Het is geen directe besparing (er wordt niet gesnoeid in bestaande subsidies), maar de filosofie van de maatregel gaat in tegen het pad dat al enkele jaren door de overheid bewandeld wordt waarin men mensen langer thuis wil laten blijven of sneller naar huis wil sturen na een ingreep. Wat wel een impact zal hebben, is het schrappen van de doelgroep korting, aangezien een groot aantal werknemers tegen de vereiste leeftijd aanleunen of ze bereikt hebben.

De minister gaf intussen wel garanties over reeds afgesproken maatregelen voor dit jaar en volgend jaar met de sector.

319.01: Jeugd- en gehandicaptensector

De jeugd- en gehandicaptensector bleef afwezig in de septemberverklaring zelf, maar toch wordt deze legislatuur nog geïnvesteerd in de sector. Er wordt namelijk budget voorzien voor extra aanwervingen binnen de MFC’s (multifunctionele centra). Dit kadert in het crisis- en investeringsplan voor de jeugdhulp dat begin dit jaar al aangekondigd werd.

331: Kinderopvang

De grote ster van de show was natuurlijk de kinderopvang, met een extra investering van 270 miljoen euro op kruissnelheid.

Hieronder een opsomming van de maatregelen:

  • Vanaf 1/1/24 verlaagt de ratio, het aantal begeleiders per kind, afhankelijk van de leeftijdsgroepen binnen de opvang.
    • Voor gemengde groepen (-1 jaar en +1 jaar) naar 1 begeleider per 7 kinderen.
    • Voor groepen met enkel -1 jarigen wordt dit verder verlaagd naar 1 begeleider per 5 kinderen.
    • Voor groepen met enkel oudere kinderen wordt dit 1 begeleider per 8 kinderen.

​Dit zal en kan niet gebeuren van dag op dag, waardoor een transitieperiode voorzien wordt tot 1/1/2027. Hiervoor wordt ook een 118 miljoen euro voorzien.

  • Gekoppeld aan deze maatregel wordt het tijdens de transitieperiode ook mogelijk om logistieke helpers aan te werven, tot maximum 25% van het aantal personeelsleden. De taken van deze werknemers zal zich beperken tot ondersteunende taken zoals eten bereiden, opruimen,…
  • Deze logistieke helpers zullen echter tot het einde van de transitieperiode ook meetellen voor de ratio!
  • Er komt een nieuwe oproep voor locaties uit T1 (opvanglocaties zonder inkomenstarief) om naar T2 (met inkomenstarief) over te schakelen, met de mogelijkheid voor in totaal 2.000 nieuwe T2 plaatsen.
  • Ook komt de mogelijkheid voor organisatoren zonder subsidies om Trap 1 subsidies aan te vragen, met een totaal voor 3.000 nieuwe plaatsen.
  • Daarnaast wordt de basissubsidie voor T1 groepsopvang verhoogd naar 3.000 euro/plaats per jaar.
  • Ook onthaalouders werden niet vergeten. Voor hen werden de volgende maatregelen aangekondigd:
    • Een verhoging van de onkostenvergoeding met 2,83 euro per kind per volle dag voor aangesloten onthaalouders, met een vergelijkbare verhoging voor zelfstandige onthaalouders.
    • 350 extra plaatsen in het werknemersstatuut!
    • Een investeringspremie van 3.000 euro voor het inrichten of vernieuwen van de opvang.
  • Er wordt gekeken naar een systeem waarin bedrijven plaatsen kunnen reserveren/creëren bij bestaande organisatoren. Dat zou mogelijk moeten worden zowel centraal, in de buurt van het bedrijf, als decentraal, in de buurt van de werknemers.
  • Ook worden de voorrangsregels voor werkende ouders aangescherpt, met voorrang voor ouders die 4/5de werken of die reeds kinderen in de opvang hebben.
  • Kinderen die zich in situaties bevinden waarvan het in hun belang is om naar een opvang te gaan wegens gezondheids-/welzijnsredenen zullen ook meegenomen worden in de voorrangsregels.
  • Tot slot wordt ook de mogelijkheid onderzocht om flexi-jobbers in te zetten in de sector.

Een hele rist aan maatregelen voor de kinderopvang, waarin zonder twijfel enkele goede initiatieven zitten. Toch moeten we kritisch blijven kijken naar de maatregelen en de mogelijke, misschien zelfs onbedoelde, gevolgen.

Zo is de aangekondigde daling naar een ratio van 1 begeleider per 5 kinderen voor groepen met -1 jarigen een goed initiatief, maar in de praktijk zijn de locaties waar het over gaat op één hand te tellen. Concreet zullen de meeste locaties dus naar 1 begeleider per 7 kinderen gaan, wat in theorie nog steeds een verlaging van de ratio is.

Hoeveel dit concreet zal veranderen, is nog maar de vraag. Het meetellen van logistieke krachten voor de ratio zorgt ervoor dat in de eerste periode maar weinig zal veranderen. Er kan hierdoor zelfs in sommige gevallen een pervers effect optreden waardoor begeleiders in verhouding meer kinderen zullen moeten opvangen dan nu het geval is. Iets dat we ongetwijfeld goed in de gaten zullen houden.

Het idee om flexi-jobs toe te laten in de sector gaat regelrecht in tegen hetgeen we intussen al jaren vragen, namelijk een verhoging van de kwaliteit van opvang en een professionalisering van de sector. Het hoeft dan ook niet gezegd dat we deze maatregel in geen geval zullen ondersteunen.

Ook het uitbreiden van T1 plaatsen lijkt verre van ideaal. Werknemers die in een T1-locatie werken, zijn niet gebonden aan de minimale sectorbarema’s zoals die voor Trap 2 gelden. Ze worden met andere woorden slechter betaald voor hetzelfde werk. We blijven verder op de nagel kloppen om alle locaties naar T2-niveau te brengen.

In datzelfde kader houdt het idee om bedrijven plaatsen te laten reserveren ook risico’s in. Dit is een maatregel die wellicht enkel voordelen zal opbrengen voor de grote organisatoren of diegenen die hun aanbod zo goedkoop mogelijk zullen organiseren. Bedrijven zullen plaatsen kunnen creëren of reserveren voor hun eigen werknemers, dus er zal ingebroken worden op het bestaande aanbod ten koste van andere ouders. De maatregel zelf is ook nog onduidelijk: wat bij ontslag bijvoorbeeld? Moet de opvang dan gegarandeerd worden of moeten de ouders dan maar op zoek gaan naar een nieuwe crèche? Het risico bestaat ook dat commerciële spelers zullen investeren in opvang specifiek voor bedrijven en dat zo goedkoop mogelijk zullen doen, ten koste van de kwaliteit en de werknemers. We hoeven maar te kijken naar de drama’s in de ouderenzorg om te zien tot welke situaties dit kan leiden.

Het is voor veel van deze maatregelen nog afwachten naar de concrete uitwerking, die in samenwerking met de sector en andere adviesorganen in de komende weken/maanden zal gebeuren. We zullen in die verschillende organen en op sectorniveau er over waken dat de risico’s hierboven geen waarheid worden.

327.01: Maatwerk

Eén van de grote afwezigen op de septemberverklaring was de maatwerksector. Nochtans zijn de uitdagingen daar ook niet min. Werknemers uit deze sector wachten bijvoorbeeld nog steeds op de beloofde koopkrachtverhoging van 2023, zoals afgesproken in het kader van de VIA VI onderhandelingen. We blijven van onze kant dan ook de vraag herhalen naar het respecteren van gemaakte afspraken. De sector kende al, naast de socio-culturele  sector, de laagste koopkrachtverhoging in het akkoord, terwijl het om werknemers gaat die bij de laagste verdieners van de Non-Profit horen. Het valt niet goed te praten dat net deze groep uit de boot valt.

329.01: Socio-culturele sector

De andere grote afwezige tijdens de septemberverklaring. Er werden welgeteld twee vage zinnen gespendeerd aan het bevoegdheidsgebied van de Minister-President. Maar ook hier geldt hetzelfde als voor de maatwerksector: een lagere koopkrachtverhoging dan andere Non-Profitsectoren in VIA VI, lage lonen, en geen enkel zicht op een verhoging in 2023. Maar ook deze sector laten we niet los, en we blijven op de deur kloppen om tot een oplossing te komen.

We blijven in elk geval de komende weken alles op de voet volgen en houden je op de hoogte van ontwikkelingen in de verschillende sectoren. Intussen verliezen we ook het grote plaatje niet uit het oog: het nodige toekomstplan voor de Non-Profitsectoren, want zolang mensen op wachtlijsten terecht komen, werknemers onderbetaald worden en de werkdruk onwerkbaar blijft, is er werk aan de winkel voor zowel ons als voor de bevoegde ministers.

Nog vragen ?

Nog vragen?

Neem dan gerust contact op met je ACLVB-secretariaat.

Like onze Facebook-pagina en volg het laatste nieuws over de Non-Profit via https://www.facebook.com/aclvbnonprofit/.

Download

Download

Download ons pamflet

Kies een ACLVB-secretariaat bij u in de buurt voor de beste service ::
Of zoek uw secretariaat via de kaart