Een beleid van investeren in plaats van besparen

Op deze pagina:

    De coronapandemie veroorzaakt een ongeziene gezondheidscrisis die enorme maatschappelijke en economische gevolgen met zich meebrengt. We stevenen af op de grootste economische crisis in de naoorlogse periode, een crisis die nog veel harder zal toeslaan dan de financiële crisis van 2008. De economische situatie zal ook belangrijke gevolgen met zich meebrengen voor de tewerkstelling, koopkracht van werknemers, sociale ongelijkheid en overheidsfinanciën. Er worden belangrijke maatregelen genomen om het bedrijfsleven en werknemers te beschermen en de automatische stabilisatoren doen voorlopig hun werk. Maar wat zullen beleidsmakers doen wanneer het einde van de pandemie in zicht komt? Zal men de fouten die na de financiële crisis werden gemaakt en uitmondden in de eurocrisis opnieuw herhalen? Of zal men lessen trekken uit het verleden en inzien dat besparingen niet de uitweg zijn uit een belangrijke economische crisis?

    Zoals recent werd aangetoond in het kader van de “Gentse Economische Inzichten” door vier economen van de UGent, zal het negatieve effect van de coronacrisis op de begroting tijdelijk van aard zijn en zal er zich geen structurele verslechtering van de overheidsfinanciën manifesteren, op voorwaarde dat de economie zich op termijn voldoende herstelt en de groeicijfers systematisch hoger dan de rente komen te liggen. Om te kunnen aanknopen met een voldoende hoge economische groei, is er nood aan een beleid van investeren in plaats van besparen. Investeringen verhogen zowel de productiviteits- als werkgelegenheidsgroei en zorgen dus zowel op korte als lange termijn voor meer economische groei. Overheden op verschillende beleidsniveaus (Europees, federaal en regionaal) moeten alles uit de kast halen om niet alleen een effectief economisch herstelbeleid in te zetten, maar ook om het welzijn van de burgers en de kwaliteit van de gezondheidsvoorzieningen te versterken. Een sterk investeringsbeleid is niet alleen noodzakelijk om onze economie en samenleving te kunnen laten herstellen van deze schok, maar ook om ons weerbaarder te maken wanneer er zich in de toekomst een gelijkaardige crisis zou manifesteren.

    Voor de ACLVB is het dan ook noodzakelijk dat er verschillende beleidsmaatregelen worden genomen die een omslag initiëren richting een beleid van investeren in plaats van besparen.
     

    Beleidsvoorstellen

    De ACLVB stelt voor dat België een voortrekkersrol speelt op Europees niveau voor de ontwikkeling van een grootschalig herstelplan dat kadert binnen de Europese Green Deal

    Het herstelplan dient gefinancierd te worden via de uitgifte van euro-obligaties, zodat de nationale overheidsfinanciën worden gevrijwaard. Via grootschalige overheidsinvesteringen dient het economisch herstel te worden gestimuleerd op een manier die de economie stuurt in de richting van een meer duurzame en inclusieve koers. Het is van essentieel belang dat dit herstelplan wordt geactiveerd van zodra de gezondheidscrisis onder controle is, zodat de economie snel wordt gestimuleerd en het ondernemers- en consumentenvertrouwen wordt versterkt.
     

    Toelichting Europees herstelplan

    Financiering op Europees niveau

    Op Europees niveau dienen er euro-obligaties te worden uitgegeven om een Europese budgettaire capaciteit mee te financieren, die gebruikt moet worden om overheidsinvesteringen mee te financieren. Deze obligaties zouden leiden tot de opbouw van een beperkte gezamenlijke schuld op Europees niveau, die bijgevolg niet door individuele lidstaten moet worden gedragen en ook nooit terugbetaald moet worden. Aangezien de Europese Unie vandaag 0 % publieke schuld heeft, is het perfect mogelijk om een Europese schuld op te bouwen. De financiële markten zullen ook nooit speculeren tegen euro-obligaties, aangezien deze gedekt zouden worden door de sterke Europese Centrale Bank.

    Om zelf een schuld te kunnen uitgeven, moet de meerjarenbegroting van de Europese Unie verhoogd worden, bij voorkeur van de 1 % van het BBP vandaag naar 2 % van het Europese BBP.  Om deze verhoging mee te financieren, dient de EU eigen belastinginkomsten te generen. In hoofdstuk 3 worden verschillende voorstellen in dat kader geformuleerd, in het bijzonder een financiële transactietaks, (een deel van de opbrengst van) een CCCTB en een digital services tax zouden hiervoor in aanmerking kunnen komen. De bijkomende middelen zouden dan gebruikt moeten worden voor twee doeleinden: enerzijds garanties ten aanzien van investeerders voor een betrouwbare uitgifte van euro-obligaties en anderzijds voor de aflossing van de rente op de obligaties. Hoewel de rentevoeten op deze obligaties lager zouden zijn dan de gemiddelde rente die vandaag dient te worden betaald op nationale staatsobligaties, in het bijzonder voor de Zuidelijke eurolanden, zou er wel nog steeds een rentelast betaald dienen te worden. Om de overheidsfinanciën van individuele lidstaten volledig te kunnen vrijwaren, kan ervoor geopteerd worden om de rentelasten te financieren vanuit de Europese meerjarenbegroting.
     

    Europese Green Deal als leidraad

    Een grootschalig investeringsprogramma dat wordt uitgevoerd en gecoördineerd door overheden, is het ideale momentum om de engagementen die werden aangegaan in het kader van de Green Deal om te zetten in de praktijk. Daarnaast moet het ook bijdragen aan het realiseren van de duurzame ontwikkelingsdoelstellingen (SDG’s) tegen 2030. Duurzame overheidsinvesteringen en groene innovatie kunnen cruciale katalysatoren worden bij het herstel van de Europese economie. Naast het directe vraageffect en indirecte spillovereffecten op andere sectoren, zullen dergelijke investeringen zowel de overheden als ondernemingen structureel versterken op langere termijn. Het moet toelaten dat Europese economieën opnieuw meer wereldspelers in belangrijke sectoren kunnen afvaardigen, in het bijzonder die sectoren die een cruciale rol spelen in de ecologische transitie. Daarnaast is ook het ecologische aspect van groot belang. De coronapandemie wordt door specialisten beschouwd als een ecologische crisis waarvan er in de toekomst nog kunnen volgen indien de biodiversiteit en de afstand tussen mens en dier onvoldoende wordt gevrijwaard. Minder vervuiling en bijgevolg ook minder ademhalingsproblemen en andere ziektes moet burgers ook minder kwetsbaar maken bij de eventuele uitbraak van een volgende epidemie.
     

    Soort investeringen

    • Transportinfrastructuur, met een specifieke aandacht voor openbaar vervoer, fietspaden en andere duurzame vervoersmodi
    • Digitale infrastructuur, met een specifieke aandacht voor de ondersteuning van digitaal zwakkere personen
    • Onderwijsinfrastructuur
    • Gezondheidsinfrastructuur en wetenschappelijk onderzoek
    • Hernieuwbare energie en energie-efficiëntie
    • Renovatie en isolatie van gebouwen

    De investeringen dienen te voldoen aan een dubbele doelstelling: een snelle herlancering van de economie en bijdragen aan de transitie richting een meer duurzame en inclusieve economie. Hierbij dienen er ook strategische sectoren te worden geïdentificeerd die prioritaire aandacht dienen te krijgen en moeten groei door middel van lokale en duurzame productie.
     

    Looptijd

    Het herstelplan dient minstens enkele jaren te lopen om een voldoende krachtig herstel na de coronacrisis mogelijk te maken en sterke vorderingen te maken met betrekking tot de engagementen in het kader van de Green Deal. Het zou echter ook kunnen omgevormd worden tot een permanent instrument om overheidsinvesteringen in eurolanden te financieren en zo ook meer stabiliteit in de muntunie te brengen. Een derde optie is dat het plan na enkele jaren afloopt, maar dat de structuur achter de hand wordt gehouden om snel te kunnen ingrijpen wanneer er zich in de toekomst een nieuwe economische crisis manifesteert.
     

    De ACLVB vraagt een tijdelijke opschorting van de verplichtingen in het kader van het Europese Stabiliteits- en Groeipact tot en met 2021 en vraagt dat het Pact in tussentijd grondig wordt geëvalueerd en hervormd

    In het toekomstige budgettaire kader dienen netto-overheidsinvesteringen buiten beschouwing gelaten te worden bij de berekening van het structureel begrotingssaldo. Netto-overheidsinvesteringen zijn alle overheidsinvesteringen die overblijven na aftrek van afschrijvingen op bestaande publieke infrastructuur. Dit betekent dat het gaat om echte bijkomende investeringen in bijvoorbeeld openbaar vervoer, scholen of hernieuwbare energie, en dus niet om bijvoorbeeld het herstellen van verouderde bruggen. Daarnaast dienen er ook minder strenge vereisten op vlak van de begrotingsdoelstellingen op middellange termijn vastgelegd te worden. Ook de volledige budgettaire kostprijs van de bestrijding van de coronacrisis, inclusief de lagere belastinginkomsten, dient buiten beschouwing gelaten worden bij de beoordeling van begrotingsoefeningen. Dit moet vermijden dat Europese landen op middellange termijn opnieuw verzeild raken in een streng besparingsbeleid dat weegt op de economische en sociale fundamenten van de samenleving. Ten slotte moet er ook voldoende budgettaire ruimte zijn om de ecologische transitie in het kader van de Green Deal te kunnen financieren.
     

    De ACLVB vraagt dat de overheidsinvesteringen vanaf 2021 minstens tijdelijk worden opgetrokken naar 5 % van het BBP

    Dit impliceert een verdubbeling van het jaarlijks niveau van overheidsinvesteringen, wat niet alleen noodzakelijk is in functie van het economisch herstel, maar ook om de schade van de onderinvesteringen de afgelopen jaren goed te maken, de schokbestendigheid van de economie en het gezondheidssysteem te versterken en de ecologische transitie te faciliteren. Een combinatie van voldoende Europese middelen uit het herstelplan en een flexibele behandeling van overheidsinvesteringen in het Stabiliteits- en Groeipact moet deze ambitieuze doelstelling mogelijk maken. Een bijzondere rol is hierbij weggelegd voor de regionale overheden, die het grootste deel van de overheidsinvesteringen voor hun rekening nemen. Op regionaal niveau dienen dan ook de bijkomende middelen gebruikt te worden om het plan voor de ontwikkeling van een economische, sociale en ecologische transitie verder te zetten en te versterken. Dit moet de kansarmoede ten goede komen, door doelmatig en gericht te investeren in o.a. energetische investeringen in gebouwen.
     

    De ACLVB vraagt dat de reële groeinorm in de gezondheidszorg wordt verhoogd

    En dat de verhoogde uitgaven die kaderen binnen de bestrijding van de coronaepidemie buiten beschouwing worden gelaten.
     

    De ACLVB vraagt een toereikende financiering van de sociale zekerheid

    Opdat het welzijn van alle Belgen in de nasleep van de coronacrisis versterkt kan worden.
     

    De ACLVB vraagt dat het budgettair beleid wordt onderworpen aan een sociale toets en een consumptietoets

    Die erop moeten toezien dat de koopkracht van werknemers én sociaal verzekerden er niet op achteruit gaat en de kwaliteit van de publieke dienstverlening gevrijwaard wordt. Daarnaast moeten er steeds voldoende middelen vrijgemaakt worden voor investeringen in menselijk kapitaal.
     

    De ACLVB vraagt een vrijwaring én versterking van de internationale engagementen op vlak van de financiering van de klimaattransitie

    De budgettaire gevolgen van de coronacrisis mogen niet ingeroepen worden om deze engagementen te verminderen, deze moeten zelfs versterkt worden om de negatieve impact van de coronacrisis op ontwikkelingslanden te verzachten.

    Kies een ACLVB-secretariaat bij u in de buurt voor de beste service ::
    Of zoek uw secretariaat via de kaart