Inzetten op sociaal overleg en toekomstplan bij faillissementen/ collectieve ontslagen

Op deze pagina:

    De NAR, CRB, HRPBW en de diverse beheerscomités zijn een bevoorrechte ontmoetingsplaats voor de interprofessionele aangelegenheden op federaal niveau. Het interprofessioneel niveau bevindt zich op een natuurlijk spanningsveld met de politiek en komt hiermee af en toe in conflict. Desalniettemin dient vastgesteld te worden dat het interprofessioneel overlegniveau bij uitstek het forum is om beleidsmatig zaken aan te snijden en de nodige technische nuances en verfijningen aan te brengen in de politieke besluitvorming. Zich baserend op een hoge syndicalisatiegraad en derhalve democratische legitimiteit, dient echter vastgesteld te worden dat de eisen van vakbonden de afgelopen jaren te weinig gehoord zijn. Ook tijdens de coronavirus heeft de regering echter een aantal maatregelen genomen ten einde de sociale, economische en arbeidsrechtelijke gevolgen ervan te kunnen opvangen, zonder het sociaal overleg daar ten volle te respecteren: adviezen werden slechts gedeeltelijk uitgevoerd, of advies werd amper gevraagd.

    Daarnaast moet worden vastgesteld dat ondanks alle steunmaatregelen vanuit de overheid 1 op de 4 Belgische bedrijven financieel op het tandvlees zitten. Een golf van faillissementen en collectieve ontslagen in de nasleep van deze crisis is dus meer dan waarschijnlijk. De werknemers die hier het slachtoffer van zullen zijn, verdienen een toekomstperspectief. Dit perspectief moet zowel geënt worden op maatregelen tot maximaal behoud van de tewerkstelling, alsook rekening houden met de menselijke en emotionele aspecten hiervan. Want (nakende) faillissementen en collectieve ontslagen eisen ook een grote menselijke tol. Werknemers van de getroffen ondernemingen hebben nood aan duidelijkheid, aan begeleiding en aan toekomstperspectieven. Een versterkt kader van sociaal overleg en bescherming bij collectief ontslag en faillissement is daarom noodzakelijk.

    Ook bedrijven die niet ten onder gaan zullen worden geconfronteerd met een veranderend bedrijfs- en verdienmodel. Dit zal vanzelfsprekend een belangrijke weerslag hebben op de tewerkstelling. Opdat de werknemers, tewerkgesteld in deze veranderende (en soms zelf verdwijnende) sectoren niet noodgedwongen richting werkloosheid geduwd worden, acht ACLVB het opportuun om deze tijdig te heroriënteren naar een andere duurzame tewerkstelling.
     

    Beleidsvoorstellen

    De ACLVB vraagt het engagement van de regering om elke interprofessionele afspraak en elke unaniem advies onverkort uit te voeren. In het bijzonder voor wat betreft de NAR vraagt de ACLVB om elk wetsontwerp, wetsvoorstel of KB dat betrekking heeft op het collectief-/individueel arbeidsrecht of socialezekerheidsrecht verplicht voor advies voor te leggen.

    De ACLVB vraagt de modernisering, harmonisatie en versterking van het wetgevend kader inzake collectief ontslag zodat de werknemers beter beschermd zouden worden, maar ook met het oog op de vereenvoudiging van de procedures en de maximale beperking van de mogelijkheden zich te kunnen onttrekken aan de toepassing van de reglementering.

    Daarom vraagt de ACLVB:

    • Het begrip "collectief ontslag" in de verschillende wetgevingen te harmoniseren.
    • Het voorzien van een soort ‘alarmbel’-procedure waarin de bedrijfsrevisor verplicht is om de overlegorganen te waarschuwen indien de bedrijfsvoering ernstig in gevaar is.
    • Het aanpassen van cao 24 teneinde een onderhandelingsverplichting in te voeren en aldus volledig in overeenstemming met de Europese richtlijn 98/59/EU te zijn.
    • Het voorzien in een economische motivatieplicht van de werkgever op het verwerpen van syndicale alternatieven om het aantal ontslagen te verminderen tijdens de informatie- en consultatiefase.
    • Het voorzien, op het moment van de aankondiging van het collectief ontslag, in een doelgerichte en volledige informatieverplichting van de opdrachtgever richting de onderaannemers en zijn overlegorganen. In die optiek vraagt de ACLVB de afschaffing van de activeringsbijdrage.
    • Een ruimere toepassing van de sociale plannen door alle werknemers die op het moment van de aankondiging van het collectief ontslag in dienst waren, mee te betrekken in het sociaal plan.
    • Een ruimere toepassing van de sociale plannen door de werknemers van de onderaannemers die exclusief of sterk economisch afhankelijk zijn, mee te betrekken in het sociaal plan.

    De ACLVB vraagt aan de verschillende deelregeringen om:

    •  projecten en initiatieven zoals ‘Doorstart’ maximaal te ondersteunen opdat de (structurele) werkloosheid tot een minimum kan beperkt worden.
    • om sterk in te zetten op tewerkstellingscellen, met een sterke nadruk op vorming en heroriëntering richting duurzame tewerkstelling.
    • de regionale arbeidsbemiddelingsdiensten en -opleidingscentra te versterken inzake het personeelsbestand, teneinde een kwaliteitsvolle begeleiding te kunnen bieden aan werkzoekenden.

    Voor ACLVB kan een slimme, vrijwillige en duidelijk omkaderde hertewerkstelling van werknemers met een bepaald risicoprofiel, in bepaalde risicosectoren, een goede maatregel zijn in de transitie van werk-naar-werk, zonder dat de werknemers eerst langs het stelsel van de werkloosheid hoeven te passeren.

    Daarom vraagt ACLVB:

    • dat de deelregeringen een analyse maken van de sectoren die mogelijks door de gevolgen van Corona zullen worden geïmpacteerd en waarbij er een risico is op een substantieel jobverlies.
    • dat men voor de getroffen sectoren de mogelijkheid van hertewerkstellingsprojecten bekijkt in continue overleg met alle (sectorale) sociale partners en respectievelijk VDAB, Actiris of Le Forem.
    • dat de eventuele transitie van werk-naar-werk steeds op vrijwillige basis gebeurt met respect voor de sociale rechten van de betrokken werknemers en in lijn met het arbeidsrecht.
    • dat de garanties worden gegeven omtrent de rechtszekerheid van het werknemersstatuut
       

    De ACLVB vraagt inzake de faillissements- en sluitingswetgeving:

    • De automatische indexering van de grensbedragen voor de vergoeding door het Fonds Sluiting Ondernemingen van achterstallig loon, de vergoedingen en voordelen verschuldigd krachtens de arbeidsovereenkomst, het vakantiegeld en de verbrekings- of overbruggingsvergoeding.
    • Een verdere vereenvoudiging van het systeem van grensbedragen toegepast door het Fonds Sluiting Ondernemingen. Heden gelden drie verschillende grensbedragen: € 6.750 voor het achterstallig loon en de vergoedingen en voordelen verschuldigd krachtens de arbeidsovereenkomst, € 4.500 voor het vakantiegeld en € 25.000 als globaal plafond voor de twee voorgaande bedragen samengeteld met de verbrekings- of overbruggingsvergoeding (in geval van overname na faillissement). De ACLVB pleit voor een verdere vereenvoudiging door de afschaffing van de tussengrenzen van € 6.750 en € 4.500 met enkel het behoud van de globale grens van € 25.000. Bovendien moet deze grens voortaan gekoppeld worden aan de gezondheidsindex en dit met terugwerkende kracht wat betreft de periode 2009-2020. Dit resulteert in een nieuw grensbedrag van € 30.000
    • De aanpassing van het plafond van € 7.500 ten belope waarvan het loon een bevoorrechte schuldvordering is krachtens artikel 19 van de Hypotheekwet. Dit grensbedrag werd sedert 1977 niet meer verhoogd, ondanks het feit dat de wet een 2-jaarlijkse verhoging ervan voorschrijft. De ACLVB vraagt in die optiek een verdubbeling van deze grens tot € 15.000.
    Kies een ACLVB-secretariaat bij u in de buurt voor de beste service ::
    Of zoek uw secretariaat via de kaart