De Vlaamse tax shift

Op deze pagina:

    Erven en Schenken

    Schenking- en successierechten op eigendommen

    Het huidige schenkings- en erfrecht is eenvoudigweg gebaseerd op het principe dat de Vlaamse overheid via een progressief systeem een deel van het door u verkregen bedrag of eigendom belast op basis van de waarde die u ontvangt. In se kunnen we hierin volgen maar dit model is niet het ideaaltype dat we verkiezen. De ACLVB is van mening dat het meest perfecte systeem niet alleen rekening houdt met wat u ontvangt, maar ook rekening houdt met wat u reeds heeft.

    Concreet zou dit voor ons inhouden dat bij een hypothetische schenking van eenzelfde woning van 250.000 euro mensen die reeds meerdere eigendommen in bezit hebben een hogere belasting zouden betalen dan wie nog geen eigenaar is.

    Dit alles speelt zich uiteraard af in het ideale scenario waar er een vermogenskadaster is. Desalniettemin zijn wij van mening dat de overheid reeds de middelen heeft om in kaart te brengen wie wat heeft in onroerende bezittingen. Technisch gezien moet het dus mogelijk zijn een dergelijk systeem uit te bouwen. Tussen droom en daad staat uiteraard de politieke werkelijkheid.

    De huidige Vlaamse regering heeft beslist het schenkingsrecht aan te passen. De tarieven voor wie onroerend goed wil wegschenken werden verlaagd en gerationaliseerd: van 4 verschillende tarieven naar gelang de bloedband met de overledene ( rechte lijn en partner, broer of zus, neef of nicht, andere) is men overgegaan naar 2 (rechte lijn en partner enerzijds, anderen anderzijds).

    Verder kan men ook nog een korting krijgen op de belasting wanneer men de verkregen woning binnen een bepaalde termijn renoveert met als doel deze energiezuiniger te maken.

    An sich kan de ACLVB zich vinden in een rationalisering van tarieven en zelfs een verlaging waar dit de laagste inkomens kan helpen een eigendom te verwerven of om milieudoeleinden te realiseren. Wel vinden we het een gemiste kans in die zin dat de vermogenden via deze weg kun woningen kunnen overschenken en deze dan nogmaals in waarde kunnen laten stijgen via een renovatie op kosten van de Vlaamse belastingbetaler. Een correct systeem zou rekening moeten houden met het totaalpakket en met wat men reeds bezit. 

    Los hiervan stellen we nog een aantal quick wins voor die volgens ons ontbreken aan het huidige systeem maar die de Vlaamse regering op korte termijn zou kunnen nemen:

    1. Trek de rationalisering ook door op het schenken van bouwgronden. Hier blijven de 4 oude tarieven van kracht. Ook hier zou de Vlaamse regering de lijn moeten doortrekken en deze afbouwen naar 2.
    2. Rationaliseer verder het aantal schijven en trek deze op één lijn met de andere schijven voor onroerend goed
    3. Idem met het erfrecht: schaf het aparte tarief voor broers en zussen af
    4. Afschaffen van de 3 jaar wachttijd in het schenkingsrecht. Momenteel is het zo dat wie 3 jaar laat tussen twee schenkingen, deze als apart kan laten registreren. Doet men een schenking binnen de 3 jaar van een andere schenking, dan worden deze beide als 1 grote schenking erkend en belast. Deze drie jaar wachttijd zorgt er uiteraard voor dat de vermogenden hun schenkingen spreiden om op deze manier de progressiviteit te ontlopen. Voor de ACLVB moeten deze schenkingen altijd gecumuleerd worden bij het bepalen van het schenkingsrecht.

    Andere zaken die dienen aangepakt te worden zijn de vluchtpoorten naar het buitenland. Wie het schenkingsrecht wenst te ontlopen stapt vandaag simpelweg naar een Nederlandse notaris. Dit is zuivere fiscale concurrentie onder de Europese landen en moet worden aangepakt. Duidelijke afspraken in het kader van de Europese Fiscal Union nopen zich.

    Schenken van familiebedrijven

    Drie jaar geleden maakte de Vlaamse regering het mogelijk voor eigenaars van familiebedrijven om kosteloos hun opvolging te verzekeren. Men kon dus zijn familiebedrijf overschenken zonder schenkingsrechten te moeten betalen. Vorig jaar zou een 1600 bedrijfsleiders van deze maatregel gebruik hebben gemaakt.

    Voor de ACLVB kan het niet dat deze personen belastingvrij hun vermogen kunnen vergroten terwijl de modale werknemer schenkingsrecht moet betalen wanneer deze een eigendom krijgt van zijn ouders.  Ook het schenken van familiebedrijven moet aan het schenkingsrecht onderworpen worden. Dergelijke superprivileges zijn fundamenteel oneerlijk en onrechtvaardig.

    Hierom, concreet, is ons voorstel, het minimum minimorum dat het schenken van familiebedrijven ook onderworpen moet worden aan de tarief van de roerende voorheffing voor schenkingen in rechte lijn, i.e. 3%.

    Wonen

    Een ander registratierecht

    Het huidige Vlaamse registratierecht is een lineaire belasting van 10% (in bepaalde gevallen 5%) op de aankoop van een woning. De ACLVB vindt deze lineariteit onlogisch en pleit voor een progressief registratierecht. De hoogte van dit registratierecht moet gekoppeld worden aan wat men koopt en wat men reeds heeft. Concreet zou dit inhouden dat zij die hun eerste woning kopen en deze woning heeft relatief lage waarde (bvb. < 200.000 euro), betalen het laagste registratierecht. Wie reeds één of meerdere woningen heeft betaalt een hoger recht, alsook wie een dure woning wenst te kopen.

    Voor ons mag dit laagste recht het niveau halen van het huidige klein beschrijf, daar waar de hogere registratierechten tot 15% zouden gaan.

    Dit zeker voor de registratie van vastgoed binnen vennootschappen. De vennootschap wordt al te vaak gebruikt om vastgoed te accumuleren, af te schrijven en gebruik te maken van de vennootschapsbelasting, die lager ligt dan de personenbelasting. Concreet stellen we voor om alle vennootschappen een hoger registratierecht op te leggen (15%). Om de vennootschappen echter niet te straffen die echte economische activiteit genereren koppelen we er een bewijsplicht aan vast: wie kan bewijzen dat een onroerend goed gebruikt wordt voor een reële economische activiteit kan het verschil tussen het gewone registratierecht (10%) en het registratierecht voor vennootschappen (15%) teruggestort krijgen.

    Een andere manier om de vastgoedvennootschappen eruit te filteren kan zijn een extra belasting te heffen op alle vennootschappen die een zeer groot aandeel aan vaste activa op de balans staan hebben.

    Schaf het Vlaamse langetermijnsparen af

    De afbouw van de Vlaamse woonbonus en het behoud van de fiscale voordelen voor een tweede woning hebben bizarre neveneffecten. Als u in Vlaanderen woont en dit jaar een lening afsluit voor een woning die uw enige woning is en waarin u zich ook gaat vestigen, kunt u aanspraak maken op de Vlaamse woonbonus. U bespaart dan 912 euro belasting, zolang die woning uw enige woning blijft. Wanneer u tijdens deze periode een andere woning verkrijgt (al dan niet vrijwillig bijvoorbeeld door erfenis) dan vervalt uw fiscaal voordeel voor het deel van de enige woning (760 euro). Concreet betekent dit dat uw belastingvermindering daalt van 912 naar 608 euro.

    In dat geval was u veel beter al eigenaar van een woning voordat u de lening aanging. Dan kreeg u vanaf het begin het fiscale voordeel voor langetermijnsparen (30%). Maar dat voordeel overtreft hier ruim het voordeel van de woonbonus: het bedrag van de kapitaalaflossingen met belastingvermindering wordt niet beperkt tot 1520 euro, maar blijft geplafonneerd op 2280 euro, wat op zich al leidt tot een belastingvermindering van 684 euro, of 76 euro meer. Bovendien krijgt u in Vlaanderen voor de intresten nog een extra belastingvoordeel van enkele honderden euro's per persoon en per jaar.

    In die situatie biedt het Vlaamse langetermijnsparen voor de tweede eigen woning duidelijk meer voordelen dan de Vlaamse woonbonus voor de eerste eigen woning, doordat de Vlaamse regering vergat het fiscale voordeel voor een tweede woning evenredig af te bouwen. Personen die lenen voor een investeringspand, eventueel in het buitenland, varen er wel bij. De Vlaamse regering beloont de vermogenden maar bestraft de jonge gezinnen die een woning willen kopen. De ACLVB is a priori niet tegen hervormingen in de woonbonus maar deze dienen wel evenwichtig gedragen te worden. Het kan niet dat mensen die hun enige woning trachten te verwerven moeten inleveren, terwijl er geen inspanning wordt gevraagd van eigenaars die meerdere woningen wensen te verwerven.

    Belastingkrediet onroerende voorheffing rechtspersonen

    Reeds sinds aanslagjaar 2004 (aanslagjaar en inkomstenjaar zijn voor de onroerende voorheffing dezelfde) betaalt een vennootschap geen onroerende voorheffing meer. Dit weliswaar beperkt tot dat gedeelte dat genoten wordt door het Vlaams Gewest. De gemeentelijke en provinciale opcentiemen blijven wel nog verschuldigd.   Rechtspersonen krijgen dan ook een belastingkrediet dat gelijk is aan 2,5% van het geïndexeerd kadastraal inkomen.

    Het belastingkrediet wordt automatisch toegekend op het aanslagbiljet. 

    Voorbeeld

    Vennootschap Vastgoed bvba bezit woning met een niet-geïndexeerd kadastraal inkomen van 2.500 euro gelegen te Gent. 

    Geïndexeerd kadastraal inkomen (indexcoëfficiënt is 1,5461)     3.865 EUR 

    Bijdrage Vlaams Gewest (2,5 %)                                                    96,63 EUR

    Bijdrage provincie (opc. 295)                                                         285,06 EUR

    Bijdrage gemeente (opc. 1450)                                                   1.401,14 EUR Totaal bedrag onroerende voorheffing                                        1.782,83 EUR 

    Maar vermits het een vennootschap is die eigenaar is bedraagt de  

    Vermindering : Belastingkrediet rechtspersonen                                                96,63 EUR 

    Totaal bedrag onroerende voorheffing                                 1.686,20 EUR

    Maar er kan nog meer voordeel gerealiseerd worden.

    De vermindering wegens o.a. kinderlast kan ook genoten worden door de huurder van de woning. M.a.w. onroerende goederen die in volle eigendom of in vruchtgebruik behoren tot een vennootschap maar verhuurd worden aan een huurder wie ten minste twee kinderen heeft die in aanmerking komen voor de kinderbijslag kan ervoor zorgen dat de onroerende voorheffing nog vermindert.  Dus ook van de bedrijfsleider die in de woning woont van de vennootschap en deze huurt , kan de vermindering genieten. Stel dat in ons voorbeeld de bedrijfsleider de woning huurt en drie kinderen heeft (die in aanmerking komen voor de kinderbijslag) dan wordt de onroerende voorheffing verlaagd met 298,29 euro.

    Download de nota

    vlaamse-tax-shift.pdf

    Kies een ACLVB-secretariaat bij u in de buurt voor de beste service ::
    Of zoek uw secretariaat via de kaart