PC 313 : Loon- en arbeidsvoorwaarden

Op deze pagina:

    Hoeveel uur moet ik werken?

    Arbeidsduur

    De wekelijkse arbeidsduur is vastgesteld op 38 uur.

    In apotheken, gevestigd in badplaatsen en luchtkuuroorden, alsook in toeristische centra, mag de 38 uur per week overschreden worden gedurende:

    1. 13 weken per jaar, maar
    2. Niet meer dan 5 uur per week.

    Wachtdienst

    Men mag slechts worden tewerkgesteld na 20 uur indien de werkgever deelneemt aan de wachtdiensten voor zijn/haar regio. De totale nachtarbeid tussen 20 uur en 6 uur mag de 20 uur per jaar niet overschrijden.

    Hoeveel moet ik minimaal verdienen in PC 313?

    Wanneer je wil nagaan wat je sectoraal minimumloon is, dan moet je in de eerste plaats nakijken hoe de functies worden geklasseerd ten opzichte van mekaar, de zgn. functieclassificatie. Daarnaast moet je weten dat de sectorale barema's worden beschouwd als zgn. ervaringsbarema's. Je moet dus ook nagaan of elders verworven ervaring of gelijkgestelde periodes worden meegenomen om je exacte minimumloon te bepalen. De sectorale loonschalen voor niet apothekersfuncties worden opgebouwd over 42 jaar.

    Functieclassificatie

    In deze sector bestaan twee functiegroepen waarvoor sectorale minimumbarema's werden vastgesteld. De eerste groep omvat alle niet apothekersfuncties, de tweede groep is de apotheker .

    1. De functies voor werknemers die geen apotheker zijn worden ingedeeld in vier categorieën :

    Categorie 1 : de bedienden waarvan de functie wordt gekenmerkt door:

    1. kennis hebben opgedaan welke overeenstemt met het programma van het lager onderwijs, de twee jaar van de eerste graad van het vernieuwd secundair onderwijs (V.S.O.) of alle hiermee gelijkgestelde studies inbegrepen, en die voldoende is om functies te kunnen uitoefenen van het laagste niveau die door de wet of de rechtspraak worden erkend als zijnde van intellectuele aard; en
    2. een periode van aanpassing van beperkte duur die meestal een op de hoogtestelling is; en
    3. een eenvoudig werk van secundaire aard dat van degene die het verricht, geen andere verantwoordelijkheid vergt dan die van goed uitgevoerd werk.

    Voorbeelden:

    • bediende voor de post en voor de verzending;
    • loopjongen;
    • bediende voor klasseerwerk;
    • onderhoudspersoneel;
    • studenten (andere dan studenten apotheker)

    Categorie 2 : de bedienden waarvan de functie is gekenmerkt door:

    1. de noodzakelijkheid voldoende kennis te hebben opgedaan om functies van intellectuele aard te kunnen uitoefenen en, voor zover mogelijk, een vorming hebben die kan opwegen tegen die welke verkregen wordt door de studies waarmee de oriëntatiecyclus wordt afgesloten; en
    2. een periode van aanpassing van een bepaalde duur waardoor in een gespecialiseerd werk handigheid wordt verkregen; en
    3. een eenvoudig, weinig afwisselend werk, waarvoor hoofdzakelijk kwaliteiten van oplettendheid worden vereist en dat uitgevoerd wordt volgens een bepaalde maatstaf onder voortdurende, rechtstreekse en omstandige controle.

    Voorbeelden:

    • magazijnmeester-bediende;
    • typist;
    • codeerder;
    • bediende voor de boekhouding met minder dan één jaar ervaring;
    • facturist;
    • telefonist-standardist;
    • student (als apotheker-bachelor)

    Categorie 3 : de bedienden waarvan de functie wordt gekenmerkt door:

    1. een vorming die opweegt tegen deze verkregen door studies van volledig secundair onderwijs determinatiegraad, hetzij studies van de secundaire graad aangevuld door gespecialiseerde vakstudies of het verkrijgen van een beroepsbekwaamheid door stage of door de uitoefening van andere gelijke of gelijkaardige functies; en
    2. het zelfstandig uitvoeren van afwisselend werk, dat gewoonlijk initiatief en redenering vereist van degene die het uitvoert en die tegenover de werkgever verantwoordelijk is voor de uitvoering ervan.

    Voorbeelden:

    • stenotypist;
    • hulpboekhouder;
    • informaticabediende;
    • typist belast met een secretariaat;
    • “farmaceutisch technisch assistent”;
    • tarifeerder ;
    • student (als apotheker-master)

    Categorie 4 : de bedienden waarvan de functie is gekenmerkt door:

    • een vorming die opweegt tegen deze die wordt verkregen door, buiten volledige studies van secundair onderwijs, gespecialiseerde studies, of door het uitoefenen van gelijke of gelijkaardige betrekkingen; en
    • een korte tijd om zich in te werken; en
    • een meer afwisselend zelfstandig werk waarvoor van degene die het uitvoert, een meer dan gewone vakbekwaamheid, initiatief en verantwoordelijkheidszin vereist worden; en
    • de bekwaamheid om: al het mindere werk van zijn eigen specialiteit uit te voeren; en
    • al de elementen voor het hem toevertrouwde werk te verzamelen, eventueel geholpen door bedienden van de voorgaande rangen, en
    • verdeling van het uit te voeren werk aan andere farmaceutische technische assistenten in de officina, met de bedoeling een goede organisatie van de dienst te waarborgen;

    Voorbeelden:

    • boekhouder
    • tweetalige stenotypist
    • kassier
    • gekwalificeerd farmaceutisch technisch assistent die onder toezicht en onder de verantwoordelijkheid van de apotheker de bereidingen maakt van de geneeskundige voorschriften en de farmaceutische samenstellingen en die bovendien, na een bijkomende vorming te hebben genoten, door zijn werkgever wordt belast met het bekleden van een vertrouwensfunctie, die wordt gekenmerkt door een grotere verantwoordelijkheid in de organisatie van het werk in één officina
    • tarifeerder-verifiëerder belast met het verdelen van het uit te voeren werk aan de andere tarifeerders en de controle ervan.

    Buiten categorie : de functies zoals deze van programmeur, directiesecretaris, hoofdboekhouder en vertaler worden in de CAO beschreven als "buiten categorie", wat verondersteld dat ze beter zouden moeten betaald worden dan het hoogste barema van de functiegroep niet-apothekers. Er werden in de CAO echter geen sectorale minimumlonen vastgelegd voor deze functies.

    Beroepservaring

    Voor het juist inschalen in de barema's voor de vier categorieën onder de functiegroep niet-apothekers moet ook gekeken worden naar de elders verworven beroepservaring (of daarmee gelijkgestelde periode)s bij aanwerving. Deze wordt uitgedrukt in jaren en maanden. Ervaring kan worden bewezen als werknemer of als zelfstandige of als statutair ambtenaar, en daarbij maakt het niet uit of je voltijds of deeltijds hebt gewerkt. 

    Bij aanwerving zonder ervaring wordt men betaald aan ervaringsjaar 0. Heeft men bv. 12 jaar en 3 maanden beroepservaring (of daarmee gelijkgestelde periodes), dan wordt men ingeschaald in ervaringsjaar 12. De eerstvolgende verhoging naar een volgend ervaringsjaar volgt na twaalf maanden effectieve tewerkstelling in de functie, voor zover de  effectieve en gelijkgestelde beroepservaring met twaalf maanden toegenomen is.

    Voor personeel tewerkgesteld in een tariferingsdienst en personeel andere dan farmaceutisch-technische assistenten wordt onder ervaring verstaan, de uitoefening van de beroepsactiviteit :

    • in een onderneming die onder het PC 313 valt of
    • in een zelfde of een soortgelijke functie in een onderneming die niet onder het PC 313 valt of
    • in een niet-soortgelijke functie in een onderneming die niet onder het PC 313 valt.

    Voor de farmaceutisch technische assistenten wordt onder ervaring wordt verstaan:

    • de uitoefening van de functie in een voor het publiek opengestelde apotheek in België of
    • de uitoefening van de functie in een voor het publiek opengestelde apotheek binnen de Europese Unie en voor zover dat deze persoon een beroepserkenning van de FOD Volksgezondheid krijgt of
    • in een andere functie voor zover de professionele activiteit minimaal tien jaar bedraagt. In dit geval wordt de tijdsduur van de beroepsactiviteit die in rekening gebracht wordt verminderd met vijf jaar en gelimiteerd tot in totaal vijftien jaren. De gelijkstelling gebeurt pas na een praktijkervaring van zes maanden.

    Gelijkstelling aan beroepservaring

    Volgende schorsingen van de arbeidsovereenkomst welke gepaard gaan met een vervangingsinkomen, worden gelijkgesteld met beroepservaring:

    • de periodes van deeltijds schorsing wegens tijdskrediet inclusief tijdskrediet om thematisch redenen, zwangerschapsverlof en arbeidsongeschiktheid
    • de periodes van voltijdse schorsing wegens ziekte, arbeidsongeval en beroepsziekte
    • de periodes van voltijdse schorsing wegens tijdskrediet om thematische redenen met een maximum van 3 jaar
    • de andere periodes van voltijdse opschorting wegens tijdskrediet met een maximum van 1 jaar
    • de periodes voor moederschapsverlof en vaderschapsverlof
    • de periodes van profylactisch verlof
    • de periodes ten gevolge van de maatregelen in tijden van crisis in de wet van 19 juni 2009 voorzien
    • De andere periodes van voltijdse opschorting van de arbeidsovereenkomst zoals in Hoofdstuk III van de wet van 3 juli 1978 voorzien
    • De periodes van stages en opleiding na de studie gevolgd
    • De periodes van deeltijdse uitkeringsgerechtigde werkloosheid
    • Voor het personeel tewerkgesteld in een tarificatiedienst en in de officina, andere dan farmaceutisch- technische assistenten, de periodes van voltijdse uitkeringsgerechtigde werkloosheid met een maximum van 3 jaar
    • Voor de farmaceutisch-technische assistenten, na een periode van 6 maanden praktijkervaring, de periode van voltijdse werkloosheid met een maximum van 3 jaar

    Geen enkele gelijkstellingsperiode mag gecumuleerd worden met een periode van beroepsactiviteit of met een andere gelijkstellingsperiode

    2. De apotheker

    De functie van apotheker wordt onder verdeeld in twee soorten :

    1. De apotheker-provisor is de apotheker-titularis die geen eigenaar is van de apotheek (officina).
    2. De adjunct-apotheker is de apotheker die samenwerkt met de apotheker-titularis (al dan niet eigenaar) die verantwoordelijk is voor de apotheek (officina).

    De in aanmerking te nemen beroepservaring voor de apotheker is deze behaald zowel in de hoedanigheid van tewerkgestelde in dienst van één of meerdere werkgevers, als in de hoedanigheid van zelfstandige in de apotheek waarvan de werknemer eigenaar of beheerder was. Het bewijs van tewerkstelling moet door de werknemer worden voorgelegd.

    Indexering van de lonen

    De bij CAO vastgelegde barema's per functiecategorie en personeelsgroep zijn gekoppeld aan de evolutie van de gezondheidsindex. Telkens de vastgelegde spilindex wordt overschreden, verhogen de sectorale minimumbarema's.

    Barema's PC 313

    Klik hier voor de barema’s (indexering 01/02/2024). 

    Je vindt er de sectorale minimumlonen voor de apothekers en voor het personeel dat geen apotheker is.

    Premiestelsels

    Heb ik recht op een eindejaarspremie?

    Een eindejaarspremie van 20% van het bruto maandloon wordt aan de werknemers toegekend die volgens het sectoraal minimum barema betaald worden.

    Aan werknemers met een loon boven het sectoraal minimum barema zal ook een eindejaarspremie worden toegekend, voor zover hun bruto jaarloon lager is dan het gebaremiseerd maandloon voor hun categorie, vermenigvuldigd met 12,2 van het gebaremiseerd bruto maandloon.

    Deze eindejaarspremie kan worden toegekend onder gelijk welke vorm. Zij wordt elk jaar uitbetaald met het loon van december.

    Opgelet! Het is mogelijk dat er op ondernemingsvlak een gunstigere regeling werd uitgewerkt.

    Heb ik recht op een jaarlijkse premie?

    Vanaf 2020 heeft de voltijdse werknemer recht op een brutopremie van 812 EUR. Deze premie wordt in 2 schijven betaald : 406 EUR op 1 juli en 406 EUR op 31 december.
    Vanaf 2021 wordt een deel van deze brutopremie geïndexeerd. Je vindt hier steeds de geïndexeerde bedragen.
    Via een bedrijfsakkoord kan evenwel overeengekomen worden om deze premie om te zetten in een evenwaardig voordeel.
    Studenten hebben geen recht op deze premie. De deeltijdse werknemer heeft recht op de premie pro rata de tewerkstellingsgraad zoals vermeld in de arbeidsovereenkomst.

    Vervoerskosten

    Voor alle vervoermiddelen (behalve fietsen en openbaar vervoer) is de tussenkomst van de werkgever vastgesteld op 80% van de prijs van een treinabonnement tweede klasse of het tram- of busabonnement voor een gelijke afstand.

    Voor het woon-werkverkeer met openbaar vervoer is de tussenkomst van de werkgever vastgesteld op 90% van de prijs van een treinabonnement tweede klasse of het tram- of busabonnement voor een gelijke afstand.

    Voor verplaatsingen met de fiets, tenzij er op bedrijfsniveau gunstigere bepalingen zijn, is er afgesproken:

    1. Als alleen een fiets wordt gebruikt om zich te verplaatsen wordt er een premie van 0,20 EUR/km (met een maximum van 30 km/dag heen/terug) uitbetaald;

    2. Indien er een combinatie is met het openbaar vervoer, wordt er naast de vergoeding in het abonnement op het openbaar vervoer een premie voor het traject per fiets van 0,20 EUR/km toegekend (met een maximum van 30 km/dag heen/terug).

    Voor werknemers wiens prestaties over zes dagen gespreid zijn, wordt er een vijfde extra bij geteld.

    Heb ik recht op anciënniteitsverlof?

    Werknemers hebben - vanaf 15 jaar bedrijfsanciënniteit - ieder jaar recht op 1 extra vakantiedag.

    Vanaf 25 jaar bedrijfsanciënniteit heb je recht op een tweede extra vakantiedag en vanaf 30 jaar een derde extra vakantiedag.

    Opgelet! Het kan zijn dat er gunstigere bepalingen bestaan in de onderneming waar je bent tewerkgesteld.

    Heb ik recht op klein verlet?

    Klein verlet is het recht van elke werknemer om - met behoud van zijn normaal loon - van het werk afwezig te zijn ter gelegenheid van bepaalde familiale gebeurtenissen of voor het vervullen van bepaalde staatsburgerlijke verplichtingen of burgerlijke opdrachten.

    Om aanspraak te maken op klein verlet, moet je als werknemer de volgende voorwaarden naleven:

    • de werkgever vooraf verwittigen of, indien onmogelijk, zo snel mogelijk;
    • de afwezigheid aanwenden voor het doel waarvoor ze toegestaan is.

    Meer info over het stelsel dat geldt voor alle werknemers vind je op https://www.aclvb.be/nl/klein-verlet.

    Het PC 313 voorziet in enkele extra afspraken rond klein verlet :

    • Het klein verlet dat van toepassing is op gehuwden is eveneens van toepassing op wettelijk samenwonenden en de feitelijke samenwonenenden die een officieel attest wonende onder hetzelfde dak als de werkne(e)m(st)er van de gemeentelijke overheden kunnen voorleggen
    • Je hebt je ter gelegenheid van je eigen huwelijk en geboorte van jouw kind, het recht om - met behoud van je normaal loon - van het werk afwezig te zijn voor drie dagen.
    • Je hebt je recht op tien werkdagen klein verlet ter gelegenheid van: het overlijden van een kind jonger dan 18 jaar van een van de twee echtgenoten  of het overlijden van de echtgeno(o)t€
    • Je hebt recht op het aantal dagen klein verlet ook als je ze niet hebt kunnen opnemen conform de wettelijke voorwaarden in geval van :
      • huwelijk van de werknemer;
      • huwelijk van een kind van de werknemer of van zijn echtgeno(o)t(e), van een broer of een zuster van de werknemer;
      • overlijden van de echtgenoot of echtgenote, van een kind van de werknemer of van zijn echtgeno(o)t(e), van de vader, de moeder, de grootvader, de grootmoeder, een broer, een zuster, een kleinkind, een schoonzoon, een schoondochter van de werknemer.

    Heb ik recht op gewettigde afwezigheid om dwingende familiale redenen?

    De werknemer heeft het recht op een niet-bezoldigde afwezigheid van maximum 10 dagen per jaar in de volgende gevallen :

    • ongeval, ziekte of overlijden van een afstammeling, van de echtgenoot of van een andere persoon die tot het gezin behoort;

    • ongeval, ziekte of overlijden van een alleen levende vader, moeder of afstammeling;

    • noodzakelijkheid van bewaking van de kinderen van de werknemer;

    • aanzienlijke materiële schade aan de woning van de werknemer.

    Deze dagen zijn, wat de sociale zekerheid betreft, gelijkgesteld met arbeidsdagen.
    De werknemer moet de werkgever hiervan vooraf op de hoogte brengen of, indien onmogelijk, hem onmiddellijk verwittigen.

    De reden van de afwezigheid moet door gepaste documenten worden bewezen of, bij gebreke hieraan, door om het even welk ander rechtsmiddel.
    De afwezigheid mag nooit minder bedragen dan één dag, tenzij de werknemer om één van hoger vermelde redenen zijn werk dringend moet verlaten.
    In dat laatste geval wordt elke afwezigheid van meer dan vier uren gelijkgesteld met een afwezigheid van een dag en elke afwezigheid van minder dan vier uren, met deze van een halve dag. Tot slot moeten de op die dag reeds gepresteerde uren, vergoed worden.

    Tijdskrediet

    Tijdskrediet geeft de werknemer het recht om hetzij de uitvoering van zijn arbeidsovereenkomst volledig te onderbreken, hetzij zijn arbeidsprestaties te verminderen tot 4/5-tijds of tot halftijds.

    De regering Michel 1 heeft zwaar ingegrepen  in de uitkeringen die de RVA betaalt voor tijdskrediet. Zo moet je steeds het onderscheid maken tussen de vraag : heb ik recht op tijdskrediet, en onder welke voorwaarden ? En de vraag : heb ik ook recht op een RVA vergoeding voor de compensatie van het loonverlies ? Dat laatste is niet meer altijd het geval.

    De Vivaldi-regering besliste bij de begrotingsopmaak 2023-2024 om te besparen op de uitkeringen bij tijdskrediet en thematische verloven. De nieuwe maatregelen gaan in op 1 februari 2023. Opnieuw loopt het recht op tijdskrediet en het verkrijgen van een uitkering niet meer gelijk.

    We geven hieronder een beknopt overzicht van de verschillende mogelijkheden om tijdskrediet op te nemen. Voor meer inlichtingen kan je terecht op de themapagina’s van tijdskrediet van de ACLVB: https://www.aclvb.be/nl/tijdskrediet of neem contact op met jouw ACLVB-secretariaat.

    Voor elk van de hieronder beschreven stelsels bestaan er eveneens organisatorische regels die moeten vermijden dat de normale werking van de ondernemingen wordt verstoord. Je kan hierover meer informatie bekomen in jouw ACLVB-secretariaat.

    Niet-gemotiveerd tijdskrediet :

    Om diverse redenen is het tijdskrediet zonder motief sinds 1 april 2017 afgeschaft. Dat wil zeggen dat verlengingsaanvragen voor dit tijdskrediet dan ook niet meer mogelijk zullen zijn. Wanneer een werknemer nog in tijdskrediet zonder motief zit, zal hij hiervoor geen aanvraag tot verlenging meer kunnen indienen. Hij kan zijn oorspronkelijk aangevraagde periode wel nog vervolledigen.

    Gemotiveerd tijdskrediet : Recht ja – Vergoeding RVA : ja (gedeeltelijk)

    Wat het openen van de rechten qua tijd betreft : het gemotiveerd tijdskrediet geeft de werknemer met 24 maanden anciënniteit de mogelijkheid zijn arbeidsprestaties voltijds, halftijds of met 1/5e te onderbreken gedurende 36 maanden  voor het motief ‘opleiding’ , of gedurende 51 maanden voor de motieven : ‘zorg voor het kind jonger dan 8 jaar’ , ‘palliatieve verzorging’, ‘zwaar ziek kind of familielid’ of ‘gehandicapt kind tot de leeftijd van 21 jaar’. Opgelet: het recht op uitkeringen verschilt van deze bepalingen!

    De werknemer moet zijn gemotiveerde aanvraag kunnen bewijzen.

    Wijziging in het stelsel tijdskrediet met motief “zorg voor een kind jonger dan 8 jaar” :

    Vanaf 1 februari 2023 is de leeftijd, duurtijd en anciënniteitsvoorwaarde voor tijdskrediet met ‘motief zorg voor het kind’ gewijzigd. Opgelet! Het betreft enkel een wijziging voor het toekennen van de uitkeringen voor de voltijdse onderbreking :

    • De leeftijd voor het toekennen van uitkeringen voor deze voltijdse onderbrekingen verlaagt van 8 naar 5 jaar.
    • De duurtijd van de uitkeringen is teruggebracht van 51 tot 48 maanden, ongeacht de vorm (1/5e, halftijds of voltijds). De beperking van de maximumduur tot 48 maanden geldt ook voor tijdskrediet voor andere zorgdoeleinden die vóór 01/02/2023 zijn ingegaan voor werknemers die op 1/02/2023 minder dan 30 maanden tijdskrediet voor zorgdoeleinden hebben opgenomen. Voor degenen die op die datum meer dan 30 maanden tijdskrediet hebben opgenomen: zij blijven profiteren van 51 maanden van dit tijdskrediet met betaling van uitkeringen.

    Een andere verstrenging die vooral ten nadele van deeltijdse werknemers geldt, is de verstrenging van de tewerkstellingsvoorwaarde (tewerkstellingsbreuk), en dit voor het verkrijgen van uitkeringen voor alle vormen van tijdskrediet met motief :

    • Wie deeltijds tijdskrediet met motief wil opnemen met uitkering moet voortaan 12 maanden voorafgaand aan de schriftelijke aanvraag voltijds tewerkgesteld zijn geweest.
    • Wie voltijds tijdskrediet met motief wil opnemen met uitkering moet voortaan :
      • 12 maanden voltijds gewerkt hebben voorafgaand aan de aanvraag of
      • 24 maanden deeltijds gewerkt hebben voorafgaand aan de aanvraag.

    Voor het gemotiveerd tijdskrediet betaalt de RVA wel een vergoeding om het inkomensverlies te compenseren. De uitkeringen van de RVA zijn sinds 1 februari 2023 eveneens gewijzigd. Zo werden alle anciënniteitstoeslagen en leeftijdstoeslagen in de uitkeringsstelsels geschrapt, en dit voor alle vormen van tijdskrediet met motief aangevraagd na 31 januari 2023. De aangepaste uitkeringen kunnen geraadpleegd worden op de themapagina’s van tijdskrediet van de ACLVB: https://www.aclvb.be/nl/tijdskrediet.

    Tijdskrediet eindeloopbaan (landingsbaan) :

    Algemeen stelsel : Vermindering van arbeidsprestaties voor werknemers van 60 jaar of ouder : Recht Ja – Vergoeding RVA : Ja

    De vermindering van arbeidsprestaties voor werknemers van 60 jaar of ouder, biedt aan personen die dat willen de kans om hun arbeidsritme te verminderen, naar het einde van hun loopbaan toe, door over te stappen, hetzij 4/5-tijds , hetzij halftijds (voor personen die minstens 3/4-tijds zijn tewerkgesteld).  Er is geen maximale duur voorzien.  In dit geval is een bedrijfsanciënniteit van 24 maanden vereist (of minder indien de partijen dit overeenkomen) en moet men een beroepsloopbaan van 25 jaar kunnen aantonen.

    Instappen in dit algemeen systeem van tijdskrediet eindeloopbaan geeft wel recht op een RVA vergoeding om het inkomensverlies te compenseren.

    Sectoraal stelsel tijdskrediet eindeloopbaan (landingsbaan): Vermindering van arbeidsprestaties voor werknemers van 55 jaar of ouder : Recht Ja – Vergoeding RVA : Ja

    Het paritair comité 313 heeft van de mogelijkheid gebruik gemaakt om de leeftijd die toegang geeft tot de onderbrekingsuitkeringen te verlagen tot 55 jaar voor de werknemers die zich in een van de volgende situaties bevinden:

    1. ze zijn op de aanvangsdatum van hun vermindering van prestaties tewerkgesteld in een onderneming die is erkend als zijnde in herstructurering of in moeilijkheden;
    2. op het ogenblik van de schriftelijke kennisgeving aan de werkgever kunnen ze 35 jaar beroepsloopbaan als loontrekkende bewijzen, in de zin van de reglementering ‘werkloosheid met bedrijfstoeslag’;
    3. op het ogenblik van de schriftelijke kennisgeving aan de werkgever waren ze:
    • ofwel ten minste 5 jaar gedurende de 10 voorgaande jaren tewerkgesteld in een zwaar beroep;
    • ofwel ten minste 7 jaar gedurende de 15 voorgaande jaren tewerkgesteld in een zwaar beroep;
    • ofwel ten minste 20 jaar tewerkgesteld in een stelsel van nachtarbeid.

    Onder ‘zwaar beroep’ wordt verstaan dat men heeft :

    • gewerkt heeft in ‘wisselende ploegen van 2 werknemers die zowel qua inhoud als qua omvang hetzelfde werk doen’,
    • ‘gewerkt hebben in uurrooster met onderbroken diensten waarbij de werknemer permanent werkt in dagprestaties waarvan de begintijd en de eindtijd minimum 11 uur uit elkaar liggen met een onderbreking van minstens 3 uur en minimumprestaties van 7 uur. Onder permanent verstaat men dat de onderbroken dienst de gewone arbeidsregeling van de werknemer vormt en dat hij niet occasioneel in een dergelijke dienst wordt tewerkgesteld,
    • gewerkt in een arbeidsregime met nachtprestaties.

    Sectoraal stelsel tijdskrediet eindeloopbaan: Vermindering van arbeidsprestaties voor werknemers van 50 jaar of ouder : Recht Ja – Vergoeding RVA : Nee

    In het PC 313 heeft de werknemer wel het recht om deze tijdskredietformule vanaf 50 jaar onder de volgende vormen, echter zonder dat de RVA hiervoor een vergoeding betaalt:

    • halftijds op voorwaarde dat de werknemer een zwaar beroep heeft uitgeoefend dat bovendien voorkomt in de lijst van de knelpuntberoepen;
    • 4/5-tijds als de werknemer een zwaar beroep heeft uitgeoefend of een 28-jarige loopbaan kan voorleggen;
    • halftijds of 4/5-tijds wanneer het bedrijf van de werknemer erkend is als onderneming in moeilijkheden of in herstructurering.

    Thematisch verlof

    Elke werknemer heeft recht op het nemen van een thematische verlof. Hiermee wordt de werknemer bedoeld die zijn/haar loopbaan volledig of gedeeltelijk onderbreekt in het kader van :

    • palliatief verlof;
    • verlof voor bijstand of verzorging van een zwaar ziek gezins- of familielid;
    • ouderschapsverlof.

    De werknemers, die één van deze thematische verloven opnemen, krijgen van de Federale Overheid een compenserende vergoeding in de vorm van een RVA-vergoeding met dien verstande dat alle anciënniteitstoeslagen en leeftijdstoeslagen in de uitkeringsstelsels zijn geschrapt, en dit voor alle vormen van thematische verloven aangevraagd na 31 januari 2023.

    Aanmoedigingspremie

    Werk je in de privésector of de social profit sector? En neem je tijdskrediet, ouderschapsverlof, palliatief verlof, verlof voor medische bijstand of mantelzorgverlof op? Dan kan je onder bepaalde voorwaarden een aanmoedigingspremie krijgen. Dat is een aanvullende uitkering die je van de Vlaamse overheid krijgt, bovenop de onderbrekingsuitkering van de Rijksdienst voor Arbeidsvoorziening (RVA). Meer info over de de toekenningsregels en de aanvraag van de Vlaamse aanmoedigingspremies kan je hier vinden : https://www.vlaanderen.be/vlaamse-aanmoedigingspremie

    Voor meer informatie kan je steeds terecht op onze site of in je ACLVB-secretariaat.

    Eindeloopbaan

    Het systeem van werkloosheid met bedrijfstoeslag (het vroegere brugpensioen) is de laatste jaren grondig gewijzigd.

    Voor meer algemene informatie in verband met SWT kan je elders op onze website terecht.

    Wij kunnen via deze weg niet altijd een “kant en klaar” antwoord bieden op je individuele vragen. Veel hangt af van jouw persoonlijke situatie. Voor specifieke vragen kan u steeds terecht in één van onze ACLVB-kantoren of bij onze medewerkers.

    Hieronder geven wij alvast een schematisch overzicht van de specifieke stelsels die vandaag van toepassing zijn voor alle werknemers van het PC 313.

    REGIME SWT

    PC 313

    LEEFTIJD

    LOOPBAAN

    GELDIGHEIDSDUUR VOORWAARDEN (**)

     

     

    MAN

    VROUW

    BEGIN

    EINDE

    ALGEMEEN STELSEL

    62 (*)

    40

    40

    01/01/2024

    31/12/2024

    LANDINGSBAAN 1/2 | 1/5 - lange loopbaan, zwaar beroep

    55

    35

    OF

    5/7 jaar in de loop van de laatste 10/15 jaar in zwaar beroep

    OF

    20 jaar in regime nachtprestaties

    01/07/2023

    30/06/2025

    (*) De toegangsleeftijd voor het stelsel 'medische SWT' is vastgelegd op 58 jaar voor de periode vanaf 1 januari 2023 tot en met 30 juni 2025.

    (**) De voorwaarden zijn onderwerp van het Interprofessioneel Akkoord 2025.

    Nog vragen

    Contacteer je ACLVB-secretariaat.

    Kies een ACLVB-secretariaat bij u in de buurt voor de beste service ::
    Of zoek uw secretariaat via de kaart