PC 322.01 : Loon- en arbeidsvoorwaarden

Op deze pagina:

    Arbeidsduur

    De wekelijkse arbeidsduur wordt bepaald op 38u.

    De minimale wekelijkse arbeidsduur wordt vastgelegd op:

    • 13 uren voor dienstencheque-werknemers, die genieten van aanvullende uitkeringen (werkloosheid, integratie of financiële sociale hulp);

    • 10 uren voor alle andere dienstencheque-werknemers.

    Maar, het is interessanter een arbeidsovereenkomst dienstencheques te sluiten met een minimale wekelijkse arbeidsduur van 13 uren. Op die manier wordt een volledige sociale bescherming gewaarborgd.

    Opgelet! Sinds september 2009 is de minimale werkperiode 3 uur. Onder “werkperiode” verstaan we een doorlopende en homogene gewerkte periode. Met andere woorden, de minimumduur van elke werkperiode mag niet korter zijn dan 3 uren per dag. Je werkgever mag je dus niet verplichten bijvoorbeeld slechts 2 uren per dag te presteren zoals het verboden is van 8u tot 12u bij een gebruiker te werken en daarna nog van 15u tot 17u bij een andere gebruiker te werken op dezelfde dag. Maar het is wel mogelijk van 8u tot 10u bij gebruiker A te werken en van 10u30 tot 12u30 bij gebruiker B te werken op dezelfde dag. Want, het half uur (10u-10u30), noodzakelijk om zich te verplaatsen van gebruiker A naar gebruiker B, is inbegrepen in de 3 uren prestaties en moet dus betaald worden. De bedrijven worden immers aangeraden 3 uren prestaties te voorzien bij dezelfde gebruiker.

    Lonen

    De minimum brutolonen vanaf 1 januari 2024

    Anciënniteit Uurloon
    bij aanvang €13.36
    vanaf 1 jaar anciënniteit €13.87
    vanaf 2 jaar anciënniteit €14.03
    vanaf 3 jaar anciënniteit €14.19

    Uiteraard is het mogelijk dat je bedrijf betere voorwaarden toestaat.

    De sociale partners hebben de verplichting ingevoerd om rekening te houden met de anciënniteit van de huishoudhulp bij een andere werkgever in het PC 322.01 bij het bepalen van het toepasselijk loonbarema. De werkgever vraagt bij aanwerving aan de werknemer naar reeds opgedane ervaring in de sector voor de bepaling van het loonbarema. De werknemer zal de nodige bewijzen van de bestaande anciënniteit overhandigen aan de nieuwe werkgever.

    Premiestelsels

    Eindejaarspremies

    De werknemers hebben recht op een eindejaarspremie. Deze premie wordt betaald door het Fonds voor bestaanszekerheid in de loop van de maand december van het lopend kalenderjaar. De eindejaarspremie bedraagt 4,50% van het tijdens de periode van 1 juli tot en met 30 juni verdiende brutoloon. Deze premie wordt verminderd met de RSZ-bijdrage (13,07%) en de bedrijfsvoorheffing (23,22%).

    Wat zijn de voorwaarden om te kunnen genieten van de eindejaarspremie? Om aanspraak te kunnen maken op een eindejaarspremie moet u tijdens de periode van 1 juli tot en met 30 juni gedurende ten minste 30 dagen tewerkgesteld geweest zijn als dienstenchequewerknemer. Zwangerschapsverlof en de dagen van tijdelijke werkloosheid wegens economische redenen worden - met een maximum van 26 dagen - gelijkgesteld als arbeidsdagen.

    Lees meer op de website van het Fonds.

    Opgelet! De sociale partners zijn overeengekomen dat  voor de periode 1/7/2020 – 30/06/2021 en voor de periode 1/7/2021 - 30/06/2022 er een gelijkstelling zal zijn voor de dagen onder tijdelijke werkloosheid Corona voor het openen van het recht op een eindejaarspremie, maar niet voor het berekenen van de eindejaarspremie.

    Telefoonkosten

    De sociale partners sturen aan tot een voordelig systeem, geregeld op bedrijfsniveau, zodat de werknemers hun professionele communicatie niet meer zelf moeten betalen.

    Onderhoud van werkkledij

    De werkgever is verplicht om arbeidskledij te geven en deze te onderhouden. Doen ze dit niet, dan moeten ze hiervoor vergoedingen betalen.

    Bij het niet verschaffen van werkkledij moet een vergoeding van 1,46 euro per gepresteerde of aangevatte arbeidsdag betaald worden.

    Een vergoeding voor onderhoud en wassen van 0,38 euro per gepresteerde of aangevatte arbeidsdag.

    Bedrijven die zelf voorzien in het onderhoud van de werkkledij moeten een vergoeding van € 0,12 per gepresteerde dag toekennen via een CAO die op ondernemingsvlak wordt afgesproken.

    De werkkledij moet vermijden dat de werknemer zich vuil maakt als gevolg van de aard van zijn /haar werkomstandigheden. Werkkledij wordt niet beschouwd als beschermingskledij.

    Onder werkkledij wordt verstaan:

    1) kledij dat het boven- en onderlichaam bedekt

    • voor het bovenlichaam: een T-shirt, een bloes, een hemd ;
    • voor het onderlichaam: een broek, een short of een jurk

    OF

    2) één kledij dat het boven- en onderlichaam bedekt, specifiek schoeisel voor het gebruik van water of andere producten op vloeroppervlakken.

    Indien er een CPBW en/of een syndicale delegatie aanwezig is in de onderneming, worden afspraken met betrekking tot werkkledij vastgesteld in overleg met de afgevaardigden. Deze afspraken kunnen bv inhouden: het aantal ter beschikking te stellen kledingstukken, de noodzaak om aangepaste kledij te hebben ifv de weersomstandigheden, het type activiteit, …

    Gunstigere regelingen op het niveau van de de onderneming, blijven van toepassing.

    De werkgever moet gratis werkkledij ter beschikking stellen voor zijn werknemers vanaf het begin van hun werkzaamheden.

    De werkgever is eigenaar van de werkkledij en staat in voor:

    • het reinigen van de werkkledij (met anti-allergene middelen) ;
    • het herstellen/onderhouden en vernieuwen van de werkkledij (indien nodig).

    De werknemer mag zelf instaan voor de reiniging en het onderhoud van de werkkledij, voor zover die kledij geen enkel risico vormt voor zijn gezondheid en de gezondheid van zijn directe omgeving.

    Indien de werknemer zelf instaat voor het onderhoud van de werkkledij, zal de werknemer dus een vergoeding per gepresteerde of aangevatte arbeidsdag van 0,26 euro ontvangen:

    De vergoeding wordt betaald op hetzelfde moment als het loon.

    Aanvullende vergoeding bij tijdelijke werkloosheid wegens economische redenen

    Als werknemer heb je recht op een extra vergoeding voor tijdelijke werkloosheid voor economische redenen, maar laat je niet bedriegen door je werkgever. Soms maakt een werkgever te snel gebruik van economische werkloosheid. Vragen? Contacteer ons.

    Bij tijdelijke werkloosheid wegens economische redenen heeft de werknemer recht op een aanvullende vergoeding bovenop de werkloosheidsuitkeringen.

    De vergoeding is ten laste van de werkgever.

    Deze aanvullende vergoeding bedraagt 2 euro bruto per werkdag, die niet werd gepresteerd omwille van tijdelijke werkloosheid wegens economische redenen.

    De aanvullende vergoeding moet betaald worden bij de eerstvolgende betaling van het loon na de periode van tijdelijke werkloosheid.

    In het bedrijf zijn betere voorwaarden mogelijk.

    Sectorale aanmoedigingspremie tijdskrediet met motief / thematische verloven

    Elke werknemer die in de loop van het jaar een uitkering van de RVA krijgt, zal (afhankelijk van het stelsel) voor 2022 recht hebben op onderstaand maandelijks brutobedrag :

    • 90 euro in geval van een volledige schorsing ;
    • 40 euro in geval van een 1/2de schorsing ;
    • 20 euro in geval van 1/5de schorsing ;
    • 9 euro in geval van 1/10de schorsing.

    Het “Sociaal Fonds voor de Dienstencheques” zal het verschuldigde bedrag in één keer aan de werknemer storten. De aanvragen voor het jaar 2022 kunnen door de werknemers.

    Vervoerskosten

    De werkgeverstussenkomst in de verplaatsing woon-werkverkeer voor het gemeenschappelijk openbaar vervoer en het gebruik van eigen vervoermiddelen bedraagt 90 % van de huidige sectorale tabel (per 01/10/2022) van de prijzen van de treinkaarten. Klik hier om de tabel te bekijken.

    De vervoerskosten worden vanaf de 5de kilometer (tenzij anders vermeld) terugbetaald:

    • Van thuis naar de eerste gebruiker en van de laatste gebruiker tot thuis:

    a. Openbaar vervoer: 90% van de prijs van het treinabonnement in overeenstemming met de sectorale tabel zonder de 100% te overschrijden.

    b. Privé-vervoer: vanaf km 1 1/5de van 90% van de tussenkomst in de kost van een wekelijkse treinkaart van de prijs van het treinabonnement in overeenstemming met de sectorale tabel zonder de 100% te overschrijden.

    c. Fiets: € 0,25 per kilometer.

    • Tussen 2 gebruikers:

    a. Openbaar vervoer: 100% van de werkelijke vervoerskosten.

    b. Privé-vervoer: € 0,28 per km

    c. Fiets: € 0,25 per kilometer.

    • Boodschappen in opdracht van de gebruiker:

    a. Openbaar vervoer: 100% van de werkelijke vervoerskosten.

    b. Privé-vervoer: € 0,4269 per km (bedrag 01/01/2024).

    c. Fiets: € 0,25 per kilometer.

    • Vergoeding van de verplaatsingstijd

    Als de werknemer achtereenvolgens verschillende gebruikers bedient, wordt de nodige verplaatsingstijd vergoed als er niet meer dan twee uur ligt tussen het einde van de prestaties bij de ene en het begin van de prestaties bij de volgende en de afstand meer dan één kilometer bedraagt. Er wordt dan een forfaitair bedrag toegekend van 0,12 EUR/km met een minimum van 0,72 EUR per verplaatsing (indexering 01/01/2024).

    De terugbetaling gebeurt uiterlijk:

    • op het ogenblik van de uitbetaling van de bezoldiging op het einde van de maand, die volgt op de maand waarin de kosten werden gemaakt ;
    • na het voorleggen van de vereiste documenten ter verantwoording of obv een verklaring van de werknemer.

    Verlofstelsels

    Gewettigde afwezigheid om dwingende familiale redenen

    De werknemer heeft het recht op een niet-bezoldigde afwezigheid van maximum 10 dagen per jaar in de volgende gevallen:

    • ongeval, ziekte of overlijden van een afstammeling, van de echtgenoot of van een andere persoon die tot het gezin behoort;
    • ongeval, ziekte of overlijden van een alleen levende vader, moeder of afstammeling;
    • noodzakelijkheid van bewaking van de kinderen van de werknemer;
    • aanzienlijke materiële schade aan de woning van de werknemer.

    Deze dagen zijn, wat de sociale zekerheid betreft, gelijkgesteld met arbeidsdagen.
    De werknemer moet de werkgever hiervan vooraf op de hoogte brengen of, indien onmogelijk, hem onmiddellijk verwittigen.

    De reden van de afwezigheid moet door gepaste documenten worden bewezen of, bij gebreke hieraan, door om het even welk ander rechtsmiddel.

    De afwezigheid mag nooit minder bedragen dan één dag, tenzij de werknemer om één van hoger vermelde redenen zijn werk dringend moet verlaten.

    In dat laatste geval wordt elke afwezigheid van meer dan 4 uren gelijkgesteld met een afwezigheid van een dag en elke afwezigheid van minder dan 4 uren, met deze van een halve dag.

    Nochtans moeten de op die dag reeds gepresteerde uren arbeid vergoed worden.

    Betaalde feestdagen

    De 10 betaalde feestdagen zijn:

    • 1 januari

    • Paasmaandag

    • OLV Hemelvaart

    • 1 mei

    • Pinkstermaandag

    • 21 juli

    • Hemelvaartsdag

    • Allerheiligen

    • 11 november

    • Kerstmis

    Wanneer een feestdag samenvalt met een zondag of een gewone inactiviteitsdag, wordt hij door een gewone activiteitsdag vervangen.

    Arbeidsongeval en burgerlijke aansprakelijkheid

    De werknemer met een arbeidsovereenkomst dienstencheques die tewerkgesteld wordt door een erkende onderneming is volledig gedekt bij (arbeids)ongevallen op weg van en op weg naar het werk.

    Het is dus de werkgever die hiervoor verantwoordelijk is en niet de particulier bij wie de werknemer effectief werkt. Die particulier moet hem wel, net als elke goede beheerder, wijzen op eventuele gevaren in het huis (bv. gevaarlijke trap, rek met gevaarlijke producten, ...). Vooraleer hij de eerste maal bij die particulier aan het werk gaat, overlopen zij ‘best’ samen de eventuele gevaren.

    De werknemer is burgerlijke aansprakelijk voor opzettelijke fouten, zware fouten en licht terugkerende fouten. Indien u bijkomende vragen hebt, aarzel niet om contact op te nemen met uw ACLVB-secretariaat.

    Zwangere werkneemsters

    Als een werkneemster zwanger is, moet de werkgever in samenspraak met de arbeidsgeneesheer een risicoanalyse verrichten.

    Wanneer risico’s worden vastgesteld moet de werkgever maatregelen nemen, bijvoorbeeld een voorlopige aanpassing van de arbeidsomstandigheden van de werkneemster.

    Afwezigheid van de klant

    De voorziene uren moeten betaald worden. Indien de klant (waar je gaat poetsen bijvoorbeeld) afwezig is waardoor je niet kan beginnen werken, moet je toch betaald worden voor de voorziene uren. Daarentegen als de klant de onderneming, binnen de wettelijke termijn, zijn afwezigheid heeft gemeld, moet de werkgever alles in het werk stellen om de voorziene uren te laten presteren bij een andere klant.

    Eindeloopbaan

    SWT : Bestaat het brugpensioen nog in mijn sector?

    Het systeem van werkloosheid met bedrijfstoeslag (brugpensioen) is de laatste jaren grondig gewijzigd.

    Voor meer algemene informatie in verband met SWT kan je elders op onze website terecht.

    Wij kunnen op deze website niet altijd een “kant en klaar” antwoord bieden op je individuele vragen. Veel hangt af van jouw persoonlijke situatie. Voor specifieke vragen kan u steeds terecht in één van onze ACLVB-kantoren of bij onze medewerkers.

    Hieronder geven wij een schematisch overzicht van de specifieke stelsels die actueel van toepassing zijn voor alle werknemers van het PC 322.01. Dit door de cao’s die op 22/06/2022 werden getekend.

    REGIME SWT PC 322.01

    LEEFTIJD

    LOOPBAAN

    GELDIGHEIDSDUUR

    VOORWAARDEN

     

     

    mannen

    vrouwen

    BEGIN

    EINDE

    ALGEMEEN STELSEL

    62

    40

    40

    40

    40

    37

    38

    39

    40

    01/01/2021

    01/01/2022

    01/01/2023

    01/01/2024

    31/12/2021

    31/12/2022

    31/12/2023

    31/12/2024

    SWT ZWARE BEROEPEN

    60 (*)

    35, waarvan

    5/7 jaar in de loop van de laatste 10/15 jaar in zwaar beroep

    1/07/2021

    30/06/2023

    SWT NACHTARBEID, BOUW EN ZWARE BEROEPEN

    60 (*)

    33, waarvan 20 jaar nachtarbeid

    OF

    5/7 jaar in de loop van de laatste 10/15 jaar in zwaar beroep

    1/07/2021

    30/06/2023

    SWT LANGE LOOPBAAN

    60 (*)

    40

    1/07/2021

    30/06/2023

    (*) De toegangsleeftijd voor de bijzondere stelsels SWT bedraagt sinds 1 juli 2021 60 jaar. De toegangsleeftijd voor het stelsel 'medische SWT' is vastgelegd op 58 jaar voor de periode vanaf 1 januari 2021 tot en met 30 juni 2023.

    Syndicale rechten

    Als lid bij ACLVB ben je meer dan een nummer. We behandelen je vragen en dossier nauwgezet op. Hoe meer aangeslotenen bij ACLVB hoe sterker we jouw rechten kunnen verdedigen, in overleg als het kan, tot bij de rechtbank als het moet.

    Uw lidgeld wordt overigens ook voor groot stuk gecompenseerd door een syndicale premie van 145 euro.

    Heb ik recht op een syndicale premie? Om recht te hebben op de syndicale premie moet je op het ogenblik van de uitbetaling lid zijn van de ACLVB en in orde zijn met je vakbondsbijdrage. Voor de rest gelden dezelfde voorwaarden als voor de eindejaarspremie.

    Opgelet! Het premiedocument dat u van het Sociaal Fonds ontvangt, bezorgt u zo snel mogelijk aan uw ACLVB-secretariaat.

    Wie betaalt de syndicale premie? De syndicale premie wordt betaald door de ACLVB in de loop van november.

    Kies een ACLVB-secretariaat bij u in de buurt voor de beste service ::
    Of zoek uw secretariaat via de kaart