banner-loonmarge_0.jpg

ACLVB vraagt politieke actie na publicatie loonmarge van CRB

21/02/2024 - 14u

“Als er nu niets gebeurt, is er voor de komende jaren geen loononderhandeling mogelijk”

De Centrale Raad voor het Bedrijfsleven (CRB) heeft vandaag het jaarlijks technisch verslag over de maximaal beschikbare loonmarge gepubliceerd. Dit heeft geen directe impact op de loonvorming omdat de volgende loonnorm pas begin 2025 vastgelegd wordt. De cijfers in dit verslag geven echter wel al een beeld van wat we kunnen verwachten voor de loononderhandelingen voor de periode 2025-2026.

De studiedienst van ACLVB doet meteen een uiterst problematische vaststelling: “Door de manier waarop er berekend moet worden volgens de wet van 1996, dreigen loononderhandelingen quasi onmogelijk te worden. Wij roepen de politiek dus dringend op om werk te maken van een noodzakelijke hervorming van deze wet.”

ACLVB lanceert een dringende oproep aan de politieke partijen om na de verkiezingen van juni werk te maken van een nieuwe hervorming van de wet van 1996, die het moet toelaten om opnieuw evenwichtig te kunnen onderhandelen over de lonen in de sectoren en bedrijven. “Wij zullen ons hierbij zoals steeds verantwoordelijk opstellen, maar voor een derde keer op rij een (quasi) nulmarge opleggen aan alle sectoren en ondernemingen is zowel economisch, sociaal als politiek onaanvaardbaar.”, aldus Gert Truyens, Nationaal Voorzitter ACLVB.

De wet van 26 juli 1996 (laatst herzien in 2017) voorziet een wijze voor de berekening van de loonkloof. Nog volgens die wet moet de resterende loonkloof afgetrokken worden van de beschikbare marge. Volgens die berekeningswijze zou de loonkloof uitkomen op 1,8 % in 2024. Volgens dit cijfer zouden de lonen in België sinds 1996 dus 1,8 % sneller gegroeid zijn dan gemiddeld in de drie buurlanden Duitsland, Frankrijk en Nederland. Bovendien wordt er, ook volgens die wet, daarbovenop nog eens een “veiligheidsmarge” van 0,5 % geteld. Dat betekent dus dat we de loononderhandelingen voor de periode 2025-2026 moeten aanvatten met een negatief cijfer van -2,3 %. In de praktijk betekent dat dat er opnieuw geen loonmarge dreigt te zijn in de periode 2025-2026, want de loonvooruitzichten in de buurlanden zullen niet meer dan 2,3 % hoger liggen dan de indexeringsvooruitzichten in België.

De studiedienst van ACLVB vindt dat een uiterst problematische vaststelling, omwille van verschillende redenen:

  • De officiële loonkloof wordt niet correct berekend!
    Er mag immers geen rekening gehouden worden met alle lastenverlagingen en loonsubsidies die werkgevers in België krijgen. Indien hier wel rekening mee zou gehouden worden, zou volgens cijfers van de CRB de eigenlijke loonkloof in 2024 uitkomen op -2,9 % in het voordeel van België. Indien de cijfers correct zouden berekend worden, zouden we een stuk hiervan mogen toevoegen aan de beschikbare marge en zou er dus zeker ruimte zijn voor een loonmarge in 2025-2026.
  • Onrealistische verplichtingen verhinderen elke mogelijkheid tot onderhandeling!
    De verplichting om de resterende loonkloof af te trekken van de volgende beschikbare marge en het verplicht opleggen van een veiligheidsmarge van 0,5 % verhindert elke mogelijkheid tot onderhandeling, zowel op interprofessioneel als sectoraal niveau. Na vier jaar met amper of zelfs geen enkele loonmarge, is dit nefast voor het sociaal overleg en de sociale vrede. Niet toevallig werd België in 2022 ook veroordeeld door de Internationale Arbeidsorganisatie (IAO) over de hervormde wet van 1996. De IAO stelt dat de wet een inbreuk op de fundamentele vrijheid van onderhandelen van de sociale gesprekspartners vormt.
  • Historisch hoge winstmarges!
    De winstmarges van de Belgische ondernemingen zijn tijdens de afgelopen jaren zonder loonmarge toegenomen tot historisch hoge niveaus. Dat wordt ook duidelijk geïllustreerd in het technisch verslag van de CRB: de bruto winstmarges zijn toegenomen tot 44,6 %, ten opzichte van ± 40 % in Duitsland en Nederland en 32 % in Frankrijk. En dat terwijl de winstmarges zich vóór de verstrenging van de wet nagenoeg op eenzelfde niveau situeerden als in Duitsland en Nederland. Dit illustreert duidelijk dat de loonmatiging alleen ten goede komt aan de winstmarges van de Belgische ondernemingen.

Concreet vraagt ACLVB de volgende hervormingen

  • De loonmarge dient indicatief te zijn;
  • Alle lastenverlagingen en loonsubsidies ten voordele van de werkgever die sinds 1996 worden toegekend moeten integraal in rekening gebracht worden bij het berekenen van de loonkloof;
  • Het verplicht opleggen van de veiligheidsmarge van minimaal 0,5% dient afgeschaft te worden;
  • Het al dan niet aftrekken van een eventuele resterende loonkloof moet bepaald worden door de sociale partners (CRB of Groep van Tien), niet door de wetgever;
  • Een negatieve loonkloof moet integraal omgezet kunnen worden in een hogere loonmarge.
Kies een ACLVB-secretariaat bij u in de buurt voor de beste service ::
Of zoek uw secretariaat via de kaart