Morgen verschijnen in Cambodja 23 vakbondsverantwoordelijken en –activisten uit de kledingindustrie voor de rechter. Begin januari werden ze opgepakt tijdens een manifestatie voor een hoger minimumloon.
De betoging, waar arbeiders van meer dan 127 bedrijven aan deelnamen, werd op vraag van lokale bedrijfsmanagers bloedig uiteengeslagen door de speciale ordediensten. Daarbij vielen vijf doden, 39 ernstige gewonden en werden 23 actievoerders opgepakt, waaronder enkele vakbondsleiders.
De wereldwijde actiedag rond Cambodja van vandaag wil de Cambodjaanse regering onder druk zetten om de 23 vakbondsmensen vrij te laten en de onderhandelingen voor een hoger minimumloon herop te starten.
Tot deze wereldwijde actiedag wordt opgeroepen door tal van internationale vakbonds- en NGO-organisaties en zal doorgaan in tientallen landen verspreid over Azië, Europa en Amerika. Dit omdat eerdere oproepen om de gearresteerden vrij te laten en naar een leefbaar minimumloon toe te werken in dovemans oren viel bij de Cambodjaanse overheid.
Opvallend schaarden ook 30 grote kledingmerken zich eerder al achter de oproep van de internationale vakbond en NGO’s via een gezamenlijk statement aan de Cambodjaanse eerste minister.
De acties van de Cambodjaanse kledingarbeid(st)ers begonnen op 23 december, nadat de overheid had geweigerd om het minimumloon significant te verhogen. De eis van de arbeid(st)ers werd nochtans ondersteund door een overheidsonderzoek dat stelde dat het minimumloon van 80 naar 160 dollar per maand moest stijgen om leefbaar te zijn. Kledingarbeid(st)ers vormen al enkele decennia de ruggengraat van de snelle groei van de Cambodjaanse economie. Ongeveer 80% van de export draait op de kleding- en sportschoenenindustrie, terwijl 20% van de Cambodjaanse bevolking afhangt van een loon in deze industrie. Ondanks hun stijgende productiviteit, behoren deze arbeiders tot de armste en meest uitgebuite werknemers. De voorbije twee jaar vielen 4000 arbeidsters flauw tijdens het werk: een rechtstreeks gevolg van lange overuren en een gebrekkige voeding.
Kledingmerken als H&M, Adidas, C&A, Gap, Esprit en vele andere die hun kleding in Cambodja laten produceren, hebben hun bezorgdheid geuit over het dodelijk geweld van de overheid en roepen op om de sociale vrede te herstellen en een eerlijk minimumloon te betalen. “De steun van kledingmerken voor de eisen van de vakbonden laat de Cambodjaanse overheid weinig keuze,” zegt Sharan Burrow, Algemeen Secretaris van het Internationaal Vakverbond. “Als de overheid niet met een oplossing komt, dan is dat niet alleen dramatisch voor de arbeiders die moeten overleven met een hongerloon, maar is dat op termijn ook nefast voor de Cambodjaanse exportindustrie.”