VORIG JAAR: De regering remt een EERSTE keer de koopkracht af!
In augustus van vorig jaar startten we de voorbereidingen voor een Inter-professioneel akkoord (IPA). Deze gesprekken verliepen moeizaam omdat we geconfronteerd werden met de intenties van de regering rond eenloonblokkering en de uitholling van de indexkorf. Dit nieuws was trouwens een tweede mokerslag. De regering had toen ook al maatregelen genomen rond de degressiviteit van de werkloosheidsuitkeringen. Een pijnlijke zaak voor werkloze mensen en vooral in een klimaat waarin we massaal afvloeiingen kennen. Bovendien wordt de regering steeds strenger in hun opvolgingsbeleid naar werkzoekenden toe, terwijl de middelen voor de begeleiding van werklozen dalen en werkgevers niet staan te springen om aan te werven.
De regering heeft dan maar het sociaal overleg in stukken verdeeld. De sociale partners moesten zich buigen over zeven fiches en hierover hun antwoord bezorgen aan de regering. Het gaat om de welvaartsaanpassingen van de sociale uitkeringen, de verlaging van de patronale lasten, de sociale werkbonus en het minimumloon voor jonge werknemers, de modernisering van het arbeidsrecht (lees flexibiliteit), de harmonisering van de statuten arbeiders/bedienden, competitiviteit en relance en de verlengingen van reeds bestaande maatregelen zoals het brugpensioen, de overeenkomst derde betaler voor woon/werkverplaatsingen, de werkgeversbijdrage voor risicogroepen, enz.
Er bleven dus nog heel wat dossiers over die voor de ACLVB de moeite waard waren om actief te blijven deelnemen aan de onderhandelingstafel . Bovendien namen we ook die beslissing om het evenwicht te kunnen herstellen en om onze verantwoordelijkheid op te nemen als sociale partner naar alle werknemers en sociaal verzekerden toe.
DIT JAAR: De regering remt een TWEEDE keer de koopkracht af !
Het in stukken verdelen van het sociaal overleg blijkt in de praktijk neer te komen op een verdeel-en -heers-strategie. Eerst geeft de regering een vrijgeleide aan de onderhandelaars om vervolgens het bekomen resultaat te becommentariëren met ‘we zullen het eens bekijken’. Dit werkt vertragend en is ten nadele van de mensen die dringend wachten op de welvaartsaanpassing van hun sociale uitkering. Het werkt bovendien contraproductief naar zowel de onderhandelaars, als naar de achterban toe. Ondertussen werd eveneens een vierde fiche rond de modernisering van het arbeidsrecht overhandigd aan de regering. Het ging hier om een consensustekst tussen werkgevers en werknemers. Maar wel steeds met de duidelijke melding dat er slechts een globaal akkoord is als de regering de deelakkoorden ongewijzigd goedkeurt. En voor de ACLVB is het duidelijk: een hogere arbeidsflexibiliteit kan maar pas wanneer hier ook iets tegenover staat.
Op 21 februari: DERDE keer, laatste kans.
De regering moet vrije loonsonderhandelingen toestaan!
Iedereen met gezond verstand weet dat er in onderhandelingen geen verliezers, noch winnaars mogen zijn. En laat ons een kat een kat noemen. Momenteel zit er in de besproken deelakkoorden bitter weinig voor de werknemers. Hier bovenop komt nog eens de loonblokkering. En dan blijven verder onderhandelen, enkel en alleen om steeds meer nadelige maatregelen en hervormingen slechts te kunnen afzwakken, valt niet te verantwoorden bij onze achterban en onszelf. De regering moet een opening creëren.
De Liberale Vakbond betoogt dus mee op 21 februari omdat we willen wegen op de debatten rond de loonnorm. We willen ook vrije loonsonderhandelingen. Onze afgevaardigden in de bedrijven zien zelf ook wel het belang van werkzekerheid in en zijn dus verantwoordelijk genoeg om te onderhandelen over hun loon binnen de (concurrentiële) context van hun bedrijf. Daar bovenop betogen we mee voor een fiscale rechtvaardigheid. Tegelijkertijd inspanningen vragen aan de werkende mens, zijn vrijheid beperken en daarnaast fiscale misbruiken bij multinationals de vrije loop laten, is sociaal onrechtvaardig. Ook de OESO bevestigde eergisteren in een rapport, de schade die multinationals toebrengen aan de particuliere belastingbetaler en lokale bedrijven door misbruik te maken van gaten in de belastingwetgeving.
Tenslotte zou ik mij willen richten tot alle commentatoren op en na 21 februari. Deze betoging is geen nationale staking noch een kwestie van stoom aflaten. Deze mobilisatie, waar wij onze leden massaal voor oproepen, maakt onderdeel uit van onze syndicale visie met een duidelijke agenda voor ogen: de mogelijkheid om vrije loonsonderhandelingen te laten doorgaan. Met de huidige lage inflatiecijfers en -vooruitzichten is er bovendien ruimte om loonsverhogingen toe te staan in die bedrijven en sectoren die dit kunnen dragen of nodig achten. Dit is nodig want met de (eenzijdige) uitholling van de indexkorf moeten we geen heil verwachten van een loonindexering.
Actievoeren en overleggen zijn beiden gangbare manieren om onze stem te laten horen. De regering moet luisteren naar dit signaal en deze ultieme kans moet zij met beide handen aannemen. Op 14 maart ondernemen we bovendien ook actie op initiatief van het Europees Vakverbond: Het wordt tijd om de buikriem wat te lossen om zo de sociale cohesie te herstellen. Er is dus werk aan de winkel binnen regeringen in hun relatie tot het sociaal overleg!
Jan Vercamst
Nationaal Voorzitter