Laatste aanpassing: 20/12/2021, 16:30
De hevige regenval op 14 en 15 juli 2021 in sommige streken van het land kan tot gevolg hebben dat de uitvoering van de arbeidsovereenkomst voor bepaalde werknemers onmogelijk wordt en dat deze geschorst wordt.
De RVA aanvaardt dat alle tijdelijke werkloosheid als gevolg daarvan kan worden aangegeven als tijdelijke werkloosheid wegens overmacht.
Principe
Tijdelijke werkloosheid wegens overmacht veronderstelt dat de uitvoering van het werk tijdelijk volledig onmogelijk is.
Dit is bijvoorbeeld het geval indien de werknemer het werk niet kan uitoefenen omdat de plaats van tewerkstelling is ondergelopen, de infrastructuur van de werkgever is aangetast of vernietigd of omdat de werknemer niet op de plaats van het werk kan raken doordat het openbaar vervoer onderbroken is of doordat de wegen overstroomd zijn.
Er wordt gezien de uitzonderlijke situatie tot en met 31 maart 2022 aanvaard dat ook omstandigheden die op zich het werk niet rechtstreeks onmogelijk maken toch een reden kunnen zijn om de tijdelijke werkloosheid wegens overmacht in te roepen. Dit betreft de situaties waarin de werknemer getroffen is door ernstige schade of verliezen en de facto in de onmogelijkheid is om te gaan werken omdat hij prioriteit moet geven aan het zoeken naar een nieuwe huisvesting, de opkuis of herstellingswerken van zijn woning, het regelen van zijn schadedossier of het zoeken naar alternatieve vervoermiddelen.
Er wordt eveneens aanvaard dat de tijdelijke werkloosheid wegens overmacht alternerend kan zijn (de werknemer moet met andere woorden niet doorlopend tijdelijk werkloos worden gesteld of er kan worden afgewisseld tussen de werknemers).
Voorwaarden
Er kan slechts een beroep gedaan worden op tijdelijke werkloosheid indien aan volgende voorwaarden is voldaan.
- De uitvoering van het werk is volledig onmogelijk (dit is bijvoorbeeld niet het geval indien de werknemer kan telewerken).
- De uitvoering van het werk is slechts tijdelijk onmogelijk. Dit is niet (meer) het geval indien vaststaat dat de uitvoering van de arbeidsovereenkomst niet meer zal worden hervat (bijvoorbeeld omdat de werkgever beslist de werkzaamheden niet opnieuw op te starten of omdat de werknemer definitief verhuist en daardoor het werk bij de werkgever niet meer zal hervatten).
- Er is geen vervangwerk mogelijk (bijvoorbeeld bepaalde opruimwerken).
- De werknemer heeft voor die dag(en) niet reeds verlof of recuperatie genomen (tenzij verlof of recuperatie om een reden die verband houdt met de overstromingen en was aangevraagd op een ogenblik waarop nog niet voorzien was in de mogelijkheid om voor die dag(en) ook aanspraak te maken op uitkeringen als tijdelijk werkloze).
-
De werknemer heeft voor die dag geen recht op loon. Het betreft hier bijvoorbeeld de situaties waarin
- er in toepassing van artikel 27 van de wet van 3 juli 1978 betreffende de arbeidsovereenkomsten recht is op een gewaarborgd dagloon, omdat de werknemer zich reeds op weg naar het werk had begeven of de arbeid had aangevat en deze moest onderbreken;
- er in toepassing van artikel 13 van de cao nr. 85 betreffende het recht op telewerk een recht op loon is omdat de werknemer in de onmogelijkheid is het voorziene telewerk uit te voeren en de werkgever niet zou toelaten dat de werknemer het werk op de bedrijfslocatie komt verrichten, voor zover er geen situatie van overmacht dit verhindert.
-
De werknemer kan op geen andere manier het werk bereiken (bijvoorbeeld met eigen of alternatieve vervoermiddelen).
Procedure
Voor de werkgever
In geval van tijdelijke werkloosheid wegens overmacht moet in principe de klassieke procedure worden gevolgd. Dit betekent dat de werkgever een mededeling van de tijdelijke werkloosheid wegens overmacht naar de RVA moet versturen.
Voor de dagen van tijdelijke werkloosheid gelegen in de periode van 14 juli tot en met 31 juli 2021 zal de tijdelijke werkloosheid evenwel ook zonder mededeling worden aanvaard. In dat geval moet de werkgever enkel in de aangifte van sociaal risico betreffende de tijdelijke werkloosheid (ASR WECH 5) voor de dagen van tijdelijke werkloosheid “overmacht” (code aard van de dag 5.4) vermelden en als reden voor de overmacht opgeven “uitzonderlijke weersomstandigheden”.
Voor de periode vanaf 1 augustus 2021 moet de werkgever elektronisch een mededeling van de tijdelijke werkloosheid naar de RVA versturen.
In deze aangifte wordt, naargelang de omstandigheden, als reden van overmacht vermeld:
- OVERSTROMINGEN – TEWERKSTELLINGSPLAATS IN HET GETROFFEN GEBIED (indien de werkgever getroffen wordt) (reden 1)
- OVERSTROMINGEN – WOONPLAATS WERKNEMER IN HET GETROFFEN GEBIED (indien de werknemer getroffen wordt) (reden 2).
De aangifte moet de voorziene duur van de overmacht vermelden en kan maximaal voor een periode van drie maanden worden gedaan.
In de rubriek opmerkingen moet de werkgever een concrete omschrijving van de omstandigheden geven (bijvoorbeeld opruimwerken in overstroomde woning, geen vervoermiddel om zich naar het werk te begeven,….). Er moeten geen bewijsstukken bij de aangifte worden toegevoegd.
Let op ! Indien er omwille van de overmacht als gevolg van de persoonlijke situatie van de werknemer (reden 2) reeds een aangifte werd gedaan en aanvaard (tot en met 15 augustus 2021, 31 augustus 2021, 30 september 2021 of 31 december 2021), moet er voor eventuele verlenging(en) van deze periode tot en met uiterlijk 31 maart 2022 een nieuwe aangifte gebeuren.
Aangezien nog tot 31 maart 2022 afwijkende maatregelen in het kader van de coronacrisis die gelden voor alle tijdelijk werklozen van toepassing zijn, moet de werknemer niet in het bezit van een controlekaart C3.2A worden gesteld.
Voor de werknemer
De werknemer moet niet in alle gevallen een uitkeringsaanvraag indienen. Voor meer info zie: “Wanneer moet ik een uitkeringsaanvraag indienen”. https://www.aclvb.be/nl/tijdelijke-werkloosheid#wanneer-moet-ik-een-uitkeringsaanvraag-indienen
Als de werknemer een uitkeringsaanvraag moet indienen, kan hij voor uitkeringsaanvragen tot en met 31 maart 2022 gebruik maken van het vereenvoudigde formulier C3.2-WERKNEMER-CORONA en de door de werkgever afgeleverde ASR WECH 5.
Verblijfplaats
Voor de periode tot en met 31 maart 2022 is het feit dat een werkloze of een werknemer in loopbaanonderbreking of tijdskrediet gaat inwonen bij familie of vrienden zonder invloed.
- voor de gezinscategorie waartoe hij behoort;
- voor de gezinscategorie van de personen met wie hij tijdelijk gaat samenwonen.
Werknemers die hun vast verblijfsadres verloren hebben en tijdelijk elders zijn gaan wonen, moeten daarvan geen aangifte doen indien deze periode beperkt is tot 30 september 2021.
Vanaf 1 oktober 2021 moeten werklozen vragen om hun gezinstoestand te kunnen behouden aan de hand van een verklaring C110-overstromingen bij hun uitbetalingsinstelling.
Vrijwilligerswerk
Er geldt voor de periode tot en met 31 maart 2022 een vrijstelling van aangifte voor de tijdelijk en volledig werklozen die overeenkomstig de wet van 3 juli 2005 betreffende de rechten van vrijwilligers vrijwilligerswerk verrichten in het kader van het opruimen van de getroffen gebieden of de hulp aan de getroffen bevolking.
Meer weten? Contacteer je secretariaat!
De werkloosheidsreglementering is zo ingewikkeld en verscheiden dat je zonder deskundige hulp niet dreigt te krijgen waar je recht op hebt. Een uitbetalingsinstelling die je correct en volledig informeert is dan ook onontbeerlijk.