Verklaring van het gemeenschappelijk vakbondsfront
Op 16 juni 2014 maakten de drie vakbonden aan de regeringsonderhandelaars en nieuwe parlementsleden veertien prioriteiten over voor het toekomstige federale beleid. Deze prioriteiten zijn essentieel in de verdediging van de belangen van werknemers en uitkeringsgerechtigen en vormen de garantie voor een sterk sociaal overleg en sociale vrede.
Tegen de achtergrond van de lopende regeringsonderhandelingen en de recente socio-economische en maatschappelijke ontwikkelingen, waarover ze grote bezorgdheid hebben, eisen ze vandaag gemeenschappelijk dat de onderhandelaars zich door vier krachtlijnen laten leiden.
Vrijwaring en versterking van de koopkracht
- ruimte voor vrije loononderhandelingen
- volledige vrijwaring van de automatische indexering van lonen en uitkeringen
- inzet van het volledige budget voor de welvaartsvastheid van de vervangingsinkomens
Zorg voor een sterke federale sociale zekerheid
- echte bescherming bij werkloosheid, ziekte/ongeval of pensioen
- voldoende middelen voor de gezondheidszorg
- sluitende financiering van de sociale zekerheid (verlenging evenwichtsdotatie)
- hogere minimumuitkeringen, boven de Europese armoedenorm
- vrijwaring van de mogelijkheden voor vervroegde uittreding
Investeren in duurzame relance en werkgelegenheid
- een echt investerings- en infrastructuurbeleid met als prioriteit de openbare infrastructuur
- strijd tegen de jeugdwerkloosheid, inz. sluitende jobgarantie voor de langdurig werklozen die hun uitkering dreigen te verliezen (geen gedwongen tewerkstelling en geen uitsluitingsbeleid)
- meer kwaliteitsvolle jobs in privé- en publieke sector
- een budgettair traject dat de groei en werkgelegenheid niet doodknijpt
- een opgevoerde strijd tegen sociale dumping
Meer fiscale rechtvaardigheid
- garantie op transparante kennis en inzage van de verschillende inkomenstenbronnen
- evenwichtig verdeelde bijdragen van inkomens uit arbeid en inkomens uit vermogen
- bijzondere inspanning van de grote vermogens
- alle voordelen die aan bedrijven worden toegekend, moeten afhankelijk zijn van de creatie van nieuwe banen