PC 140.03: Loon- en arbeidsvoorwaarden

Op deze pagina:

    In welke mate en op welke manier moet ik “flexibel” zijn?

    Rijdend personeel:

    In een klassiek stelsel is de arbeidsduur 38 uur/week of 39 uur met betaalde compensatiedagen.

    In een flexibele stelsel bedraagt de gemiddelde wekelijkse arbeidstijd 38 uur of 39 uur met een vergoeding per week gespreid over een periode van 6 maanden.

    De wachturen (max. 2 u/dag en 10 u/week) worden niet als werkuren beschouwd.

    Wat de overuren betreft, wordt een toeslag van 150% toegekend, die alleen in de volgende gevallen zal worden betaald:

    Vanaf het 12e werkuur per dag
    Wanneer de limiet van 988 werkuren per periode van 6 maanden wordt overschreden (in het geval van een 38u/week-regime)

    Daartegenover worden uren van beschikbaarheid niet meegerekend bij de berekening van overwerk

    Niet rijdend personeel :

    In een klassiek stelsel is de arbeidsduur 38 uur/week of 39 uur met 6 dagen betaalde compensatie.

    In een flexibele regeling, gemiddeld 38 uur/week over een periode van 6 maanden of 39 uur (met compensatie)

    De wachturen (max. 2u/dag en 10u/week) wordne niet als werkuren beschouwd.

    Sinds januari is binnen de sector een CAO van PC 140.03 gesloten om een systeem van weekendploegen in te voeren voor niet-rijdend personeel met een onbepaalde duur arbeidsovereenkomst.

    De in de weekenedploeg tewergestelde werkmemers zullen elk weekend gedurende 2 keer 12 uur worden tewerkgesteld. Daarnaast zullen zij 12 uur prestaties leveren nav de 10 feestdagen.

    Voor de effectieve prestaties in de weekendploeg wordt een loon betaald gelijkwaardif aan het loon van een voltijdse werknemer in de vijf of zesdagenweek. Zij zullen m.a.w. aan een verhoogd uurloon worden betaald zodat de globale jaarbezoldiging bekomen in het traditionele stelsel gewaarborgd is.

    Het loon verschuldigd voor een afwezigheidsdag in het kader van klein verlet, feestdag, enz. wordt bepaald op een vijfde of een zesde van het loon van de gemiddelde wekelijkse arbeidstijd van de betrokken werknemer.

    Deze invoering ervan gebeurt op basis van  vrijwilligheid.

    Wat zijn de verschillende functies in de sector?

    Er zijn veel besprekingen gaande om tot overeenstemming te komen over een nieuwe functie-indeling. Voorlopig is er echter nog geen overeenstemming bereikt, maar wij hopen dat de functieclassificatie eindelijk kan worden bijgewerkt.

     
    Rijdend personeel

    1. De huidige functieclassificatie voor chauffeurs is hoofdzakelijk gebaseerd op het type voertuig dat door de chauffeur wordt bestuurd en is onderverdeeld in 4 salariscategorieën:
    2. – Chauffeur in opleiding (begeleid door een ervaren chauffeur)
    3. Voertuigbestuurder – 7ton

    Koerierchauffeur (minder dan 6 maanden anciënniteit)

    1. – Voertuigbestuurder 7-15 ton
    2. -      Chauffeur koeriersdienst (meer dan 6 maanden anciënniteit)

    – Voertuigbestuurder +15ton

    • Bestuurder knikvoertuig
    • ADR-goedgekeurde voertuigbestuurder
    • Chauffeur koelwagen
    • Koerier of taxichauffeur

    Niet rijdend personeel

         6. Magazijnmedeweker type 1

         7. Oppervlaktetechnicus

         8. Magazijnmedewerker type 2

         9. Magazijnmedewerker type 3

        10. Magazijnmedewerker type 5

        11. Klusjesman (m/v)

         12. Magazijnmedewerker type 4

         13. Magazijnmedewerker type 6

         14. Magazijnmedewerker type 7

         15. Toezichthoudende functie in entrepôt type 1

         16. Magazijnmedewerker type 8

          17. Toezichthoudende functie in entrepôt type 2

          18. Kwaliteitscontroleur

           19. Toezichthoudende functie in entrepot type 3

            20. Toezichthoudende functie in entrepot type 4

    Garagepersoneel

           21. Dienstbode

           22. Dienstbode (10 jaar anciënniteit)

           23. Dienstplichtig arbeider (20 jaar anciënniteit)

           24. Arbeider

           25. Arbeider (10 jaar anciënniteit)

           26. Arbeider (20 jaar anciënniteit)

           27. Geschoolde arbeider

           28. Geschoolde arbeider 2e categorie

           29. Geschoold arbeider 1e categorie

           30. Niet-categorie

     

    Hoe weet ik het loon waar ik recht op heb?

    Hieronder vindt u de minimumuurlonen van de verschillende werknemerscategorieën in het PC 140.03.

    Opgelet! Als er binnen uw bedrijf andere lonen gelden, dan moeten die hoger zijn dan de sectorale uurlonen.

    Minimumuurlonen in 2024:

    1. Rijdend personeel

    ⇒ Beschikbaarheidstijd = 99 % van het uurloon

    ⇒ Overuren = 150 %. Wordt beschouwd als een overuur: ieder uur bovenop de maximale arbeidsduur van 12 uur per dag. Een overuur wordt vergoed aan 150 % (50 % in loon en 100 % van de uren mag later worden opgenomen).

    ⇒ Loon voor zondagswerk: 100 % per betaling van het loon + opnemen van de uren

    ⇒ Loon voor werk tijdens een feestdag: 200 % per betaling + opnemen van de uren

    2. Niet-rijdend personeel

    3. Garagepersoneel

    Welke premies heb ik recht op?

    Alle bedragen van deze premies zijn inbegrepen in de bovenstaande barema's

    Algemeen: alle werknemers

    Eindejaarspremie:

    Bedrag: De bruto-eindejaarspremie bedraagt 5 % van het volledige brutoloon dat door de werkgever werd aangegeven bij de RSZ gedurende de referteperiode (periode van 1 juli van het voorgaande jaar tot 30 juni van het premiejaar).

    Voorwaarden: Om recht te hebben op een eindejaarspremie moet de werknemer tijdens de referteperiode minimum een aangegeven brutoloon van 2500 euro hebben verdiend.

    Betaling: Het sociaal fonds zal de eindejaarspremie storten vanaf 20 december van het premiejaar.

    Schadevergoeding bij beschadiging/diefstal van persoonlijke bezittingen: 1708.8425

     

    Bestaanszekerheidsvergoedingen:

    • Bijkomende uitkering in geval van een langdurige ziekte of ongeval
    • Bagageverzekering in geval van verlies van persoonlijke bezittingen tijdens beroepsverplaatsingen
    • Vergoeding in geval van definitieve intrekking van het getuigschrift van geneeskundige schifting (chauffeurs)
    • Overlijdensvergoeding
    • Vertrekpremie in geval van pensioen of brugpensioen
    • Terugbetaling van de kosten voor het behalen van het rijbewijs (oogonderzoek, medisch onderzoek en kosten voor het rijbewijs/de rijbewijzen)
    • Contract voor bijstand van Europ Assistance
    • Psychologische begeleiding in geval van trauma’s
    • Hospitalisatieverzekering vanaf 6 maanden ononderbroken tewerkstelling in de sector
    • Terugbetaling van de kosten van de ADR-opleiding
    • Terugbetaling van de bestuurderskaart voor de digitale tachograaf

    Cadeaucheques worden in 2021 omgezet naar consumptiecheques. Opgelet! De voorwaarde dat men op 31/12/2021 6 maanden ononderbroken loon moet hebben ontvangen, blijft uiteraard gehandhaafd.

    Rijdend personeel

    Een ARAB-vergoeding 
    Nachtvergoeding: voor iedere prestatie of beschikbaarheid van meer dan 5 uur tussen 20 uur en 6 uur wordt er een nachtvergoeding toegekend van 1,5785 jonger dan 50 jaar en 1,68 vanaf 50 jaar.
     
    Verblijfsvergoeding: de verblijfsvergoedingen (nettovergoedingen wanneer de chauffeur verplicht is om zijn dagelijkse en/of wekelijkse rust te nemen buiten zijn woonplaats en/of werkplaats). 
    Anciënniteitstoeslag per arbeidsuur en per beschikbaarheidsuur:

    Niet rijdend personneel

    Ploegenpremie: Er wordt een ploegenpremie gelijk aan 7,5 % van het barema-uurloon toegekend aan het niet-rijdend personeel. Deze premie is niet cumuleerbaar met de nachtvergoeding.
    Nachtvergoeding: De financiële premie voor nachtarbeid bedraagt 12,5% van het barema-uurloon
    Anciënniteitstoeslag per arbeidsuur en per wachtuur

    Garagepersoneel:

    Nachtpremie (20 u.-6 u.): 12,5 % van het barema-uurloon
    Uren voortgezette opleiding binnen en buiten de werkuren : 100 %
    Anciënniteitstoeslag na 1 jaar ononderbroken bedrijfsanciënniteit: 0,0580 €
    Stand-by-vergoeding : per uur stand-by moet er een tussenkomst voorzien worden door de werkgever van 1,5785 € / uur (bedrag 01/02/2022)

    Heb ik recht op terugbetaalde verplaatingskosten?

    Openbaar vervoer : Vanaf de afstand van 1 km tussen de werk- en woonplaats, is de werkgever verplicht om tussen te komen in de vervoerkosten: de tegemoetkoming van de werkgever is gelijk aan 80% van de prijs van de treinkaart 2de klasse NMBS heen en terug.

    Privé-vervoer: de werkgever moet tegemoetkomen vanaf de 1ste km.

    Tussenkomst van de werkgever in de verplaatsingskosten voor het woon-werkverkeer
     

    Wat zijn mijn wettelijke verloven en heb ik recht op thematische verloven?

    Verlof om dwingende redenen

    U hebt een beperkt recht op onbetaald verlof voor een dringende en noodzakelijke tussenkomst bij een sociaal of familiaal probleem. Die gebeurtenis mag niet voorzien zijn en moet los staan van het werk. Op vraag van uw werkgever dient u de dwingende reden te bewijzen. De duur van uw afwezigheid mag in elk geval niet meer dan 10 kalenderdagen per jaar bedragen. Voor deeltijdse arbeiders is deze maximumduur in verhouding met hun deeltijdse prestaties.
     

    Jaarlijkse vakantie

    De duur van uw vakantie wordt bepaald door het aantal dagen dat u effectief hebt gewerkt tijdens het voorbije kalenderjaar. Als u het hele voorafgaande jaar gewerkt hebt, dan hebt u recht op vier volle weken vakantie, 20 dagen in een vijfdagenstelsel. Als u geen volledig kalenderjaar hebt gewerkt, dan zult u minder vakantiedagen hebben.

    U hebt recht op 10 betaalde feestdagen: 1 januari, paasmaandag, 1 mei, Hemelvaartsdag, pinkstermaandag, 21 juli, Onze-Lieve-Vrouw-Hemelvaart, Allerheiligen, 11 november, Kerstmis. Als een feestdag op een zondag of een gewone inactiviteitsdag valt, wordt deze door een gewone activiteitsdag vervangen. De vervangingsdag krijgt dan het karakter van een feestdag.
     

    Klein verlet

    Reden afwezigheid

    Duur afwezigheid

    Huwelijk werknemer

    3 dagen te kiezen in de week van de gebeurtenis of de daaropvolgende week

    Huwelijk kind werknemer of echtgeno(o)t(e), broer, zuster, schoonbroer, schoonzuster, vader, moeder, schoonvader, schoonmoeder, stiefvader, stiefmoeder, kleinkind werknemer

    de dag van het huwelijk

    Priesterwijding of intrede in klooster van kind werknemer of echtgeno(o)t(e), broer, zuster, schoonbroer, schoonzuster werknemer

    de dag van de plechtigheid

    Overlijden echtgeno(o)t(e), kind werknemer of van zijn echtgeno(o)t(e),vader, moeder, schoonvader, schoonmoeder, stiefvader of stiefmoeder van de werknemer

    3 dagen, te kiezen tijdens de periode die begint met de dag van het overlijden en eindigt met de dag van de begrafenis

    Overlijden broer, zuster, schoonbroer, schoonzuster, grootvader, grootmoeder, overgrootvader, overgrootmoeder, kleinkind, achterkleinkind, schoonzoon of schoondochter die inwoont bij de werknemer

    2 dagen, te kiezen tijdens de periode die begint met de dag van het overlijden en eindigt met de dag van de begrafenis

    Overlijden broer, zuster, schoonbroer, schoonzuster, grootvader, grootmoeder, overgrootvader, overgrootmoeder, kleinkind, achterkleinkind, schoonzoon of schoondochter die niet inwoont bij de werknemer

    de dag van de begrafenis

    Plechtige communie of deelname feest vrijzinnige jeugd van een kind van de werknemer of zijn echtgeno(o)t(e)

    de dag van de plechtigheid of de daaraan voorafgaande of daaropvolgende activiteitsdag als de plechtigheid op een zon-, feestdag of inactiviteitsdag valt

    Deelname jury Hof van Assisen, oproeping als getuige voor de rechtbank of persoonlijke verschijning op aanmaning van de arbeidsrechtbank

    de nodige tijd doch maximum 5 dagen

    Uitoefenen ambt bijzitter hoofdstembureau of enig stembureau bij parlements-, provincieraads- en gemeenteraadsverkiezingen

    de nodige tijd

    Uitoefening ambt bijzitter hoofdbureau bij verkiezing Europees Parlement

    de nodige tijd doch maximum 5 dagen

    Uitoefenen ambt bijzitter hoofdbureau voor stemopneming bij parlements-, provincieraads- en gemeenteraadsverkiezingen

    de nodige tijd doch maximum 5 dagen

     

    Kan ik begunstigde zijn van een tijdskrediet en een interventie van ONEM.

    Sinds 1 januari 2015 is het systeem van tijdskrediet grondig gewijzigd. Voor meer informatie in verband met tijdskrediet, verwijzen wij u door naar de algemene ACLVB-publicaties over dit thema.

    Wij kunnen op deze website niet altijd een kant-en-klaar antwoord bieden op alle individuele vragen. Veel hangt af van uw persoonlijke situatie. Voor specifieke vragen over tijdskrediet kunt u steeds terecht bij een van onze ACLVB-kantoren of bij onze medewerkers.
     

     

    Wat gebeurt er in geval van ziekte en overlijden?

    Aanvullende uitkering wegens ziekte

    De werknemers, bedoeld in artikel 1 hebben, na ten minste zestig dagen ononderbroken arbeidsongeschiktheid ingevolge ziekte of ongeval, met uitsluiting van de arbeidsongeschiktheid wegens beroepsziekte of arbeidsongeval, recht op een aanvullende uitkering wegens ziekte, voor zover zij voldoen aan de volgende voorwaarden :

    erkend zijn als gerechtigden op de primaire arbeidsongeschiktheidsuitkering van de ziekte- en invaliditeitsverzekering in toepassing van de wetgeving ter zake;

    op het ogenblik waarop de ongeschiktheid zich voordoet, in dienst zijn van een in artikel 1 bedoelde werkgever, en dit ononderbroken sedert minstens één jaar, ofwel in dienst zijn en geweest zijn van verschillende in artikel 1 bedoelde werkgevers gedurende dezelfde periode.

    Het belastbaar bedrag van de aanvullende uitkering bij ziekte wordt in termijnen betaald na 60 kalenderdagen ziekte: 98,1355 euro.

    Deze bedragen gelden voor arbeidsongeschiktheid die op of na 1 januari 2012 begint;

    Een ziekte kan, ongeacht de duur ervan, slechts aanleiding geven tot één reeks uitkeringen; een terugval wordt beschouwd als een integrerend deel van vorige arbeidsongeschiktheid als zij zich voordoet tijdens de eerste 14 kalenderdagen na het einde van deze periode van arbeidsongeschiktheid.

    Met ingang van 01.01.2010 wordt de aanvullende uitkering bij ziekte jaarlijks op 1 januari aangepast aan de kosten van levensonderhoud.

    Aanvullende uitkeringen bij overlijden

    Overlijden op de werkplek

    Het overlijden van de werknemer tijdens de uitvoering van zijn arbeidsovereenkomst en/of op weg naar of van het werk, zonder dat dit onder het begrip “arbeidsongeval” valt.

    Het Sociaal Fonds betaalt de begunstigde een vergoeding van 4.000 euro. De uithoofde van deze overeenkomst verschuldigde vergoeding wordt uitgekeerd aan degene die de begrafeniskosten draagt van de werknemer die overlijdt ten gevolge van een arbeidsongeval met dodelijke afloop of die op het werk overlijdt.

    Indien mijn arbeidscontract eindigt, hoe verloopt dat?

    Sinds 1 januari 2014 zijn de opzegtermijnen voor arbeiders en bedienden geharmoniseerd.  Hierdoor is de berekening van de opzegtermijnen complex geworden. Indien u vragen hebt over uw persoonlijke situatie, gelieve dan contact op te nemen met uw afgevaardigde of uw ACLVB-secretariaat. Zij beschikken over de nodige tools om u verder te helpen.

    OPGELET! U hebt pas recht op werkloosheidsuitkeringen wanneer u zelf geen schuld hebt aan uw ontslag. Laat u nooit onder druk zetten door uw werkgever om zelf een einde te maken aan uw contract of om dit te beëindigen in onderlinge overeenkomst indien u daar eigenlijk niet mee akkoord kan gaan. U riskeert uw recht op werkloosheidsuitkeringen te verliezen. Als u wordt ontslagen of als u zelf ontslag wil nemen, neem dan eerst contact op met uw ACLVB-bedrijfscoördinator, uw vakbondsafgevaardigde of uw plaatselijke ACLVB-secretariaat.

    Ontslagvergoeding

    In geval van pensioen of vervroegde pensionering wordt het belastbare bedrag van de ontslagvergoeding vastgesteld op 100 euro.

    Om in aanmerking te komen voor de in deze overeenkomst geregelde ontslagvergoeding, moet de werknemer aan de volgende voorwaarden voldoen:

    • De laatste werkgever bij wie de werknemer in dienst was voordat het ouderdomspensioen of het CCR inging, een werkgever is als bedoeld in artikel 1 van deze overeenkomst.

    De werknemer is in de 10 jaar voorafgaand aan het ingaan van het ouderdomspensioen of het CCR ten minste 5 jaar in dienst geweest bij een of meer van de in artikel 1 van deze overeenkomst bedoelde werkgevers.

    Heb ik recht op een aanvullend pensioen?

    Tweede pijler: aanvullende pensioen

    Het pensioenfonds Pensio TL garandeert dat alle werknemers van het PC 140.03 voor het wegvervoer en de logistiek voor rekening van derden kunnen genieten van een aanvullend pensioen bovenop het wettelijk pensioen.

    Men dient te weten dat deze pensioenregeling wordt gefinancierd door een werkgeversbijdrage en op sectoraal niveau 80 euro (naar rato van het arbeidsregime) per kwartaal bedraagt.

    SWT : Voorziet mijn sector een systeem van brugpensioen ?

    Het systeem van werkloosheid met bedrijfstoeslag (het vroegere brugpensioen) is de laatste jaren grondig gewijzigd.

    Voor meer informatie in verband met SWT kunt u elders op onze website terecht.  (Link toevoegen)

    Wij kunnen op deze website niet altijd een kant-en-klaar antwoord bieden op alle individuele vragen. Het hangt af van uw persoonlijke situatie of u recht hebt op SWT. Voor specifieke vragen kunt u steeds terecht bij een van onze ACLVB-kantoren of bij onze medewerkers (+ link met adressen).

    Hieronder vindt u een schematisch overzicht van de specifieke stelsels die momenteel van toepassing zijn voor uw sector:

    CP140.03

    Leeftijd

    Loopbaan

    Begin

    Einde

     

    Algemeen stelsel

    62

    M  : 40
    V   : 38 (2022), 39 (2023), 40 (2024)

    01/01/2015

     

     

    SWT zware beroepen

    60

    35

    01/07/2023

    31/12/2024

     
     

     

    SWT Nachtarbeid, bouw en zware beroepen

    60

    33

          01/07/2023

        31/12/2024

     

     

     

     

    SWT Lange loopbaan

    60

    40

    01/07/2023

    31/12/2024

     

     

     

     

    Medisch SWT

    58

    35

           01/01/2023

    30/06/2025

     

     

     

     

    Wat zijn de andere syndicale en sociale voordelen?

    Syndicale premie

    In de loop van december ontvangen leden van de ACLVB die werken in de sector voor het wegvervoer en de logistiek voor rekening van derden ieder jaar een syndicale premie van 145 euro (vanaf 2020).

    Om dit te doen, moet u aan de volgende twee voorwaarden voldoen:

    Gedurende de gehele referentieperiode (van 1 juli tot en met 30 juni) lid zijn van een vakbond
    Of opgenomen zijn in de RSZ-aangifte van een werkgever in de sector voor ten minste 42 dagen werk en/of een equivalent in het vijfdagenstelsel
    42 werkdagen en/of daarmee gelijkgestelde dagen volgens het vijfdagenstelsel;
    50 werkdagen en/of het equivalent daarvan in een zesdaags systeem;

    Of tijdens de referentieperiode door een of meer werkgevers in de betrokken sector bij de RSZ zijn aangegeven met een brutosalaris van ten minste €3.718,40

    Werknemers die gepensioneerd of vervroegd gepensioneerd zijn of die tijdens de referentieperiode gebruik maken van het RCC, alsmede de erfgenamen van werknemers die tijdens de referentieperiode zijn overleden, behouden het recht op betaling van de vakbondspremie voor het betrokken boekjaar.

    Leden die ons hun e-mailadres hebben bezorgd worden op de hoogte gebracht van de betaling van de syndicale premie via onze Info Flash.

    Wilt u uw collega’s helpen en verdedigen? De rol van de vakbondsafvaardiging ....

     

    Vrijwillig of onvrijwillig vertrek

    Schadevergoeding in geval van ontslag wegens het definitief verlies van de medische schifting ( rijdend personeel)

    De schadevergoeding van maximaal 5 000 EUR bruto zal enkel uitbetaald worden aan de werknemers bedoeld in artikel 1, § 4 die hun medische schifting definitief verliezen en als gevolg daarvan ontslagen worden en dus geen gelijkwaardig werk binnen hun bedrijf aangeboden kregen.

    De schadevergoeding zal enkel uitbetaald worden aan de werknemers die gedurende de laatste 15 jaar een anciënniteit hebben opgebouwd van 10 jaar in de sector.

    Indien de werknemer na het definitief verlies van de medische schifting in een andere functie binnen het bedrijf kan tewerkgesteld blijven en de schadevergoeding dus niet gekregen heeft, behoudt hij het recht op de schadevergoeding mocht hij binnen een periode van 5 jaar na het verlies van de medische schifting toch nog ontslagen worden.

    Deze schadevergoeding zal ook degressief afgebouwd worden, en dit vanaf 56 jaar, naarmate de werknemer dichter bij zijn wettelijke pensioenleeftijd komt (500 EUR per jaar), zodanig dat ze volledig vervalt op 65-jarige leeftijd.

    Dit betekent concreet dat in functie van het aantal jaren dat de werknemer verwijderd is van zijn wettelijke pensioenleeftijd, de volgende bruto bedragen gelden voor de voltijdse werknemers :

    • tot en met 55 jaar : 5 000 EUR;
    • vanaf 56 jaar : 4 500 EUR;
    • vanaf 57 jaar : 4 000 EUR;
    • vanaf 58 jaar : 3 500 EUR;
    • vanaf 59 jaar : 3 000 EUR;
    • vanaf 60 jaar : 2 500 EUR;
    • vanaf 61 jaar : 2 000 EUR;
    • vanaf 62 jaar : 1 500 EUR;
    • vanaf 63 jaar : 1 000 EUR;
    • vanaf 64 jaar : 500 EUR;
    • boven 65 jaar : 0 EUR.

     

     

     

     

     

    Kies een ACLVB-secretariaat bij u in de buurt voor de beste service ::
    Of zoek uw secretariaat via de kaart