Sinds kort vinden bepaalde politici en werkgeversvertegenwoordigers het nodig om de Belgische loonhandicap in vergelijking met andere landen, waaronder Duitsland, opnieuw aan de kaak te stellen.
De ACLVB wil hen er eerst en vooral aan herinneren dat er momenteel nog geen eensgezindheid is over het precieze belang van deze loonhandicap, er is hierover nog geen definitief standpunt. Een ding is zeker: bij iedere analyse wordt het verschil kleiner en men kan zich er enkel over verbazen dat sommigen simpelweg“vergeten” om in hun berekeningen rekening te houden met bepaalde tewerkstellingsmaatregelen. Deze vergetelheid gebeurt niet zomaar, wat bewijst in hoeverre een serene en grondige discussie nodig is.
De Liberale Vakbond benadrukt ook dat de Belgische loonhandicap in de toekomst nog zal verkleinen. Duitsland komt nu immers uit een lange periode van loonmatiging die de situatie van zijn partners negatief beïnvloedt en de eigen binnenlandse consumptie ondermijnt.
De overeenkomst van de metaalsector die in mei jongstleden werd gesloten in Beieren voorziet loonsverhogingen van 5,6 % tegen 2014. Dat ligt in de lijn van de jaarlijkse aanbevelingen die de Europese Commissie heeft gedaan aan Duitsland.
Deze evolutie toont ook aan dat de Belgische sociale partners zich niet mogen laten vastzetten in een situatie met een loonstop, maar dat er opnieuw ruimte moet zijn voor vrije loonsonderhandelingen die op een verantwoordelijke manier worden gevoerd binnen het sociaal overleg.
De ACLVB is in ieder geval van mening dat er in de discussie over de relance moet worden vermeden dat er maatregelen worden genomen die ongewenste neveneffecten hebben. Er moet aandacht worden besteed aan alle elementen die de concurrentiekracht van ons land beïnvloeden. Relance mag niet worden herleid tot enkel en alleen een discussie over de loonhandicap.