Zuhal Demir (N-VA) schopt vandaag andermaal wild om zich heen. Na haar harteloze uitspraak over werklozen (‘'Als ze merken dat ze de rekeningen niet langer kunnen betalen, zullen ze harder hun best doen”), is het vandaag de beurt aan de vakbonden. Ze misbruikt daarvoor cijfers over verkeerd uitbetaalde werkloosheidsuitkeringen. Demir schuwt daarbij geen enkele truc. Demir veegt bijvoorbeeld alle cijfers op één hoop. En stelt het daarbij voor of dit allemaal foutieve uitbetalingen zijn. En ze doet alsof de uitbetalingsinstellingen daar geen verantwoordelijkheid zouden voor dragen.
Zo negeert ze vrolijk dat een aanzienlijk deel van de geciteerde 290 miljoen euro te maken heeft met bijvoorbeeld fraude bij dienstenchequebedrijven, zoals het Jaarverslag van de RVA zelf stelt (p. 114). Bovendien is het geciteerd bedrag een geaccumuleerd bedrag over jaren. Wat betreft sociale fraude is het trouwens belangrijk de juiste puntjes op de i te zetten : de grootste fraude zit in bijdragefraude door werkgevers en fiscale fraude, waarover we het eerste woord van Demir nog moeten horen.
Een correcte uitbetaling van werkloosheidsuitkeringen is heel belangrijk voor de vakbonden. Hoe minder fraude en fouten, hoe groter het draagvlak voor de werkloosheidsverzekering. De uitbetalingsinstellingen van de vakbonden gaan preventief te werk en zorgen ervoor dat onterechte betalingen zo veel mogelijk worden vermeden door de administratieve gegevens te verifiëren die beschikbaar zijn via de Kruispuntbank van de Sociale Zekerheid, de RSZ- en de RIZIV-gegevens. De uitbetalingsinstellingen zijn hiertoe wettelijk verplicht. Op die manier kan fraude preventief worden bestreden, maar vermijdt men ook eventuele terugvorderingen, die ernstige gevolgen kunnen hebben voor de betrokken uitkeringsgerechtigden. Daarom werden de voorbije jaren gezamenlijk door de RVA en de uitbetalingsinstellingen systemen voor bijkomende preventieve checks uitgewerkt. De performantie van deze systemen verklaart voor een zeer groot deel waarom foutief uitbetaalde werkloosheidsuitkeringen aan de oppervlakte komen.
Bovendien kunnen de uitbetalingsinstellingen van de vakbonden pas overgaan tot betaling van een werkloosheidsuitkering nadat daarvoor toestemming is gekomen van de RVA. De RVA controleert ieder individueel dossier. En nadien volgen nog bijkomende controles door de RVA. Als blijkt dat de uitbetalingsinstelling fouten heeft gemaakt, neemt de uitbetalingsinstelling de sommen die niet door de werklozen kunnen worden terugbetaald ten laste. In tegenstelling tot wat Demir bewust verkeerd laat uitschijnen.
Het terugvorderen van uitkeringen is ook niet evident. Het gaat vaak om mensen in een benarde sociale positie. Situaties waar terugvordering vaak heel moeilijk ligt en lang duurt omwille van afbetalingsplannen.
Op basis van haar misleidend discours besluit Demir dat we de uitbetaling maar beter toe vertrouwen aan een overheidsinstantie. Ze vergeet daarbij dat er nu al zo een instantie bestaat: de Hulpkas voor werkloosheidsuitkeringen (HVW). Die meer fouten maakt en een pak duurder is. Bovendien doen de uitbetalingsinstellingen van de vakbonden veel meer dan louter uitbetalen. Want naast de uitbetaling van werkloosheidsuitkeringen, informeren, begeleiden en staan wij waar nodig werkzoekenden bij met rechtshulp. Wat met de zeer complexe regelgeving, bijv. de degressiviteit, steeds vaker nodig is. Het is belangrijk dat werknemers die werkloos worden hiervoor in hun onmiddellijke omgeving terecht kunnen (in hun gemeente of op het werk in geval van tijdelijke werkloosheid) en snel en deskundig geholpen worden en indien nodig bijstand krijgen. Dit behoort tot de fundamentele en historische dienstverlening van de vakbond. Deze dienstverlening stelt de vakbonden ook in staat om snel sociale problemen te detecteren en om deze problemen aan te pakken in overleg met regering en werkgevers. Bovendien is het een zeer ongezonde situatie als de overheid een vierdubbele rol zou combineren:
- de werkloosheidsreglementering opstellen;
- de werkloosheidsuitkeringen uitbetalen;
- de dienstverlening voor werklozen organiseren;
- werklozen controleren op hun zoekgedrag en mogelijks sanctioneren.
Hoe een overheid, die de N-VA juist sterk wil afbouwen, al deze taken en dienstverlening op zich zou moet nemen is een raadsel. Maar hoogstwaarschijnlijk is dit ook niet echt de bekommernis van Zuhal Demir. Door deze dienstverlening aan haar leden in te perken, wil Demir de rol van de vakbond als sociale partner aanpakken. Om daarna de eigen politieke agenda door te drukken. “'Als ze merken dat ze de rekeningen niet langer kunnen betalen …”
Het is nu ook uitkijken naar gelijkaardige daadkracht en creativiteit van de N-VA om de enorme fiscale fraude te bestrijden.