De sociale- en economische rollercoaster waarop België op dit moment zit omwille van het Corona-virus, heeft de sociale partners ertoe genoopt een dubbel pakket aan maatregelen te onderhandelen. Het compromis bestaat uit twee delen: enerzijds een uitdrukkelijke vraag tot een pakket aan steunmaatregelen en anderzijds een interprofessionele cao.
Pakket 1 — Bundeling van onmiddellijke steunmaatregelen die door de Regering prioritair moeten aangepakt worden
De sociale partners zijn overeengekomen om bepaalde zaken in de werkloosheid met een bijzondere hoogdringendheid aan te pakken. In dat opzicht hebben de sociale partners in een brief aan de regering gevraagd om tijdelijke noodmaatregelen te nemen (in werking vanaf 1/2/2020 tot 30/06/2020) alsook de nodige middelen hiervoor opzij te zetten.
Meer bepaald gaat het over:
- Een tijdelijke invoering van een aanvullend supplement van € 5 bovenop de werkloosheidsuitkering (70 % begrensd brutoloon) per gewerkte dag voor de tijdelijke werkloosheid omwille van overmacht. Deze tijdelijke extra toeslag vanuit de RVA (te financieren door de federale overheid) moet ervoor zorgen dat het inkomensverlies voor de werknemers die op tijdelijke werkloosheid omwille van overmacht worden gezet, beperkt blijft. Dit is voor de ACLVB van essentieel belang, aangezien bijzonder veel werknemers op tijdelijke werkloosheid omwille van overmacht (en niet economische redenen) worden gezet.
- Een tijdelijke opschorting van de toelaatbaarheidsvereisten voor economische werkloosheid. Bepaalde arbeiders en bedienden, veelal jongeren, hebben nog niet genoeg arbeidsdagen verzameld om op tijdelijke werkloosheid wegens economische redenen gezet te worden. In dat opzicht vraagt de ACLVB een tijdelijke opschorting, zodat niemand uit de boot valt. Ook voor tijdelijke (inclusief uitzendkrachten) werknemers wordt eenzelfde versoepeling gevraagd aangezien net deze werknemers als eerste uit de boot dreigen te vallen. Er wordt ook gevraagd om voor mensen in een bijberoep (zelfstandige in bijberoep of bijberoep in loondienst) tijdelijk geen vermindering van hun werkloosheidsuitkering te voorzien.
- Een gelijkstelling als arbeidsdag voor de tijdelijke werkloosheid omwille van overmacht voor de berekening van het vakantiegeld en de vakantieduur voor arbeiders en bedienden. Dit moet ervoor zorgen dat werknemers volgend jaar geen onaangename verrassingen krijgen als ze hun vakantiegeld ontvangen.
-
De vraag om tussen te komen in het geval het FSO (Fonds sluiting ondernemingen) in financiële problemen komt n.a.v. de corona-crisis.
Pakket 2 — Suppletieve cao NAR
Op dit moment is het zo dat werkgevers steeds gedekt moeten zijn door ofwel een cao (sectoraal of ondernemings-cao) ofwel een ondernemingsplan om economische werkloosheid in te roepen voor bedienden. Voor arbeiders geldt deze voorwaarde niet, aangezien men daar rechtstreeks bij de RVA de tijdelijke werkloosheid economische redenen aanmeldt, al zijn in vele sectoren en bedrijven hier wel afspraken over gemaakt.
Voor de bediendensectoren hebben echter niet al te veel sectoren of bedrijven hier collectieve afspraken over gemaakt, waardoor veel bedrijven zich nu massaal richten tot de commissie ondernemingsplannen om een ondernemingsplan in te dienen. Een ondernemingsplan wordt in dat opzicht goedgekeurd door deze commissie na een onderzoek of de criteria gerechtvaardigd zijn.
Deze procedure is echter redelijk tijdsintensief. In dat opzicht zal deze crisis-cao een interprofessionele dekking geven voor de werkgevers die getroffen worden door economische werkloosheid en zal een bedrijf zich rechtstreeks richten aan de RVA om een speciale erkenning te verkrijgen om als dusdanig erkend worden als ‘onderneming in moeilijkheden’ (10% daling omzet, productie of bestelling; 10% tijdelijke werkloosheid arbeiders; onvoorziene omstandigheden erkend door de Minister van Werk). Het is voornamelijk deze laatste optie die wellicht gebruikt zal worden door de werkgevers.
In 4 punten de belangrijkste conclusies voor de werknemers:
- Het werkgeverssupplement dat verschuldigd is als aanvulling op de uitkering van de RVA (70% van begrens brutoloon) blijft, zoals het gebruikelijk was in dit stelsel, vastgelegd op € 5. Indien arbeiders in hetzelfde bedrijf hogere supplementen krijgen, hebben bedienden hier ook recht op.
- De cao is geldig voor sectoren of bedrijven die geen cao’s over economische werkloosheid bedienden hebben gemaakt. Niets weerhoudt hen hiervan om ook in de toekomst dergelijke cao’s af te sluiten. Dan komt deze cao te vervallen voor de sector of het bedrijf in kwestie. Het is dus een aanvullende cao die in werking treedt bij gebreke van een andere cao.
- De procedures qua informatie in het bedrijf blijven behouden: vanaf de werkgever de aanvraag indient bij RVA, wordt de OR en bij gebreke hiervan de SD geïnformeerd. Dit is eveneens zo indien de RVA de kennisgeving van toelating doorgeeft aan de werkgever (minstens 7 dagen voor de start). In bedrijven zonder syndicale delegatie, zal enkel het tweede kennisgevingsmoment van toepassing zijn (minimum 7 dagen voor aanvang TW).
- De cao loopt in principe tot en met 30 juni 2020. Een verlenging is mogelijk.