Om ervaren werknemers van 50+ die hun job kwijtraakten, toch terug aan te werven werd voor de werkgevers een incentive voorzien : de 50+ premie
Deze premie werd in het leven geroepen door toenmalig minister van werk Frank Vandenbroucke. Dat stelsel gaf een premie, evenredig met het loon, maar voor de rest gelijk voor alle 50-plussers.
Huidig minister van werk Philippe Muyters heeft nu dit stelsel aangepast zodat het aanwerven van oudere werklozen nog aantrekkelijker wordt. De 50-54'ers blijken toch al wat meer in trek te zijn bij de werkgevers; de 55- en de 60-plussers nog niet, en dus worden die laatsten nog aantrekkelijker gemaakt.
Het VESOC-akkoord Loopbaanbeleid legde hiervoor de basis. Dit akkoord tussen de Vlaamse sociale partners en de Vlaamse regering heeft als uitgangspunt : “Meer mensen aan de slag, in gemiddeld langere loopbanen en meer werkbare jobs”. Eén van de prioriteiten in dit Loopbaanakkoord is de verhoging van de werkzaamheidsgraad van 50-plusser.
Om de werkzaamheidsgraad van 50-plussers te ondersteunen en te stimuleren, wordt er volop ingezet op de 50-plus-premie : Reeds in het akkoord "Samen op de bres voor 50+" werd er voor elke werkgever die een werkzoekende 50-plusser aanwerft een premie voorzien. Deze premie blijft bestaan maar zal variëren op basis van een aantal objectieve criteria, zoals de duur van de werkloosheidsperiode en de uitstroomkansen. De premie kan oplopen tot 50% van het brutoloon.
De nieuwe premie of loonsubsidie bedraagt tot dertig procent van de loonkosten gedurende één jaar, als het gaat om 50-54'ers die werkzoekend zijn. Dat loopt op tot 50 procent gedurende één jaar voor 55-plussers en voor 50-54'ers die langer dan een jaar werkzoekend zijn.
Alle 50-plussers die langer dan twee jaar werkloos zijn, komen in aanmerking voor de premie tot vijftig procent. De loonkosten zijn beperkt tot tweemaal het minimumloon.
Wat verandert er vanaf 1/1/2013 ?
- de vijftigplusser waarvoor je de premie wordt aangevraagd, mag in de zes maanden voorafgaand aan zijn indiensttreding wel beperkt in het bedrijf gewerkt hebben waarvoor de premie wordt aangevraagd. Voorwaarde is dat de loonkost tijdens de voorafgaande tewerkstelling kleiner was dan 1.000 euro.
-
De premie mag niet gecumuleerd worden met:
- dienstencheques (dit betekent dat de 50-plusser waarvoor je een premie aanvraagt, geen prestaties mag leveren die vergoed worden met dienstencheques),
- de premie betreffende werkervaring,
- de loon- en omkaderingssubsidie inzake sociale werkplaatsen,
- de premie voor Gesco’s in plaatselijke besturen, en
- de tussenkomst voor Gesco’s in de niet-commerciële sector.
-
je hebt gedurende 1 jaar (4 kwartalen) of twee jaar (8 kwartalen) elk kwartaal (= 3 maanden) recht op een premie. De hoogte en de duur ervan wordt bepaald op basis van:
- de leeftijd van de vijftigplusser toen je hem in dienst nam,
- hoelang hij werkloos was (niet-werkend werkzoekend) toen je hem in dienst nam, en
- het referteloon. Dit is het brutoloon van je werknemer + de werkgeversbijdragen – de verminderingen op de werkgeversbijdragen. Het referteloon is per kwartaal begrensd tot zes keer het gemiddeld gewaarborgd minimummaandinkomen (ggmmi). Het ggmmi bedraagt momenteel 1.472,40 euro.
Leeftijd werkloos |
tsn 50 en 55 jaar minder dan 1 jaar |
tsn 50 en 55 jaar tsn 1 en 2 jaar |
ouder dan 55 jaar minder dan 2 jaar |
ouder dan 55 jaar meer dan 2 jaar |
---|---|---|---|---|
hoogte premie |
30% van referteloon |
50% van referteloon | 50% van referteloon | 50% van referteloon |
maximum premie | 2.703,28 euro | 4.505,46 euro | 4.505,46 euro | 4.505,46 euro |
duur premie | 4 kwartalen | 4 kwartalen | 4 kwartalen | 8 kwartalen |