Met het lanceren van haar rugzakmodel zorgt Voka alvast voor een bijzonder slechte start van het overleg over een vernieuwd Vlaams loopbaanbeleid. Het concept oogt misschien op het eerste zicht fris en vernieuwend, maar komt eigenlijk gewoon neer op de afbraak van een aantal sociale rechten voor werknemers. In dit soort “hervorming” zullen wij alvast niet meestappen.
Op de studiedienst van Voka regent het neologismen: loopbaankrediet, leerrekening en werkrekening, allemaal vernieuwende concepten, of beter: blitse woorden waarachter slechts één inhoudelijke boodschap te lezen valt: de werknemers worden gevraagd om zelf voor een groot stuk op te draaien voor rechten die vandaag collectief verzekerd zijn.
Systemen die reeds bestaan, voor een groot stuk federale systemen welteverstaan, zoals tijdskrediet, betaald educatief verlof en zelfs tot op zekere hoogte de index worden met één haal van tafel geveegd en herleid tot een minimumpakket dat moet aangevuld worden door “eigen spaarinspanning”. Met andere woorden: de sociale rechten die werknemers vandaag hebben én waarvoor zij ook reeds bijdragen via de sociale zekerheid, worden afgebouwd en vervangen door iets individueels en optioneels, dat bovendien veel meer dan vandaag door de inspanningen van die werknemer zelf dient te worden gefinancierd.
Heb je nood aan zorgverlof voor een zieke partner en volstaat het basispakket niet? Wel, dan heb je er hopelijk aan gedacht om overuren en vakantiedagen op te sparen. Je werd ontslagen? Wel, voortaan betaal je je ontslagvergoeding zelf via kortere opzegtermijnen of een afruil met het indexeren van je loon. Over een blijvende aanvulling op de werkloosheidsuitkering (huidig brugpensioen) is al helemaal geen sprake meer.
Heel het eerdere pleidooi van de werkgeversorganisatie over het belang van werkbaar werk valt overigens met deze invulling in het water. De kwaliteit van het werk is volgens Voka blijkbaar alleen een verantwoordelijkheid van de werknemers.
De voorstellen komen dan ook neer op het afbouwen van de rechten die via federaal sociaal overleg werden opgebouwd. De kredieten die men vandaag als werknemer heeft en waarvoor men ook bijdraagt, worden afgebouwd en vervangen door een systeem waarin deze rechten niet langer gemeenschappelijk of door de werkgever gefinancierd worden, maar waarbij het prijskaartje opschuift naar de werknemer.
Het is bijzonder jammer dat Voka met deze demarche het hele concept van een rugzakmodel, waarover er ook heel andere interpretaties bestaan, in diskrediet brengt. Het overleg hierover had beter kunnen starten. Vlaams ABVV, ACV en ACLVB zijn alleszins niet van plan om op vlak van sociale rechten de klok terug te draaien.