Het gemeenschappelijk vakbondsfront heeft kennis genomen van de voorstellen van de commissie voor de hervorming van de pensioenen.
Hoewel het rapport voorgesteld wordt als een hervorming die gebaseerd is op het idee van een sociaal contract, roept een eerste lezing ervan veel bedenkingen op.
Verlenging van de loopbaanduur en verhoging van de pensioenleeftijd, invoering van een puntensysteem met automatische correctie van het pensioenniveau op basis van demografische en budgettaire criteria (langer werken voor eenzelfde pensioenbedrag), neerwaartse harmonisatie van de overheidspensioenen, flexibilisering van de welvaartsvastheid, institutionalisering van de kapitalisatie in het wettelijk pensioenstelsel (eerst voor de contractuelen in het openbaar ambt), afwenteling van de risico’s van de kapitalisatie op de gemeenschap … Een voor een bijzonder zorgwekkende punten die de belangen van de gepensioneerden in het gedrang brengen.
Op grond van die elementen wijzen de vakbonden in gemeenschappelijk front erop:
-
hoe belangrijk het is een pensioenstelsel te bevorderen dat iedereen in de mogelijkheid stelt:
- een fatsoenlijk leven te leiden: de pensioenen in België behoren tot de laagste in Europa. Het niveau van de wettelijke pensioenen optrekken is dan ook een absolute prioriteit. Vandaag leeft 17% van de gepensioneerden onder de armoedegrens. De verhoging van de lage en de middelhoge pensioenen zou, naast de verbetering van de levenskwaliteit van de betrokkenen, ook bijdragen tot de relance van de binnenlandse economie;
- bepaalde periodes gelijk te stellen voor de berekening van de loopbaan. Hierop inleveren zou werklozen, zieken, deeltijdse werknemers - waaronder heel wat vrouwe n- nog verder in de bestaansonzekerheid duwen. Een discussie over de pensioenen moet ernaar streven al die elementen te versterken via een consolidering van de financiering van het huidige stelsel;
- dat ze gekant zijn tegen een wijziging van de twee basisprincipes van ons huidig pensioenstelsel, nl. de wettelijke pensioenleeftijd van 65 jaar en de loopbaanduur van 45 jaar.Daaraan raken (door ze op te trekken) zou een nieuwe rem zetten op de instroom van jongeren op de arbeidsmarkt, terwijl er meer dan 600.000 werklozen zijn en steeds meer herstructureringen aangekondigd worden;
- dat het SWT moet blijven voor werknemers. Een bruggepensioneerde kost de gemeenschap gemiddeld 50% minder dan indien hij in de werkloosheid terechtgekomen was, omdat de ex-werkgever een bijzondere bijdrage moet betalen. Dit verklaart hoogstwaarschijnlijk waarom de werkgevers het SWT willen afschaffen en de betrokken werknemers naar de werkloosheid willen sturen.
- dat het pensioen van de werknemers en de contractuelen absoluut opgetrokken moet worden. De pensioenen van de ambtenaren zijn niet te hoog. Ze halen met moeite het Europese gemiddelde. Bijgevolg moeten de te lage pensioenen van werknemers en contractuelen opgetrokken worden in plaats van de pensioenen van de ambtenaren aan te vallen;
- dat het pensioenbeleid geen louter financiële kwestie is. Het gaat om een sociaal contract tussen de actieve werknemers en de gepensioneerden. En het vastleggen van de voorwaarden van dit sociaal contract is een zaak van de sociale gesprekspartners. Die zullen hun verantwoordelijkheid blijven nemen door aan het beheer van de pensioenstelsels deel te nemen en resoluut te werken aan de uitwerking en de opvolging van de pensioenmaatregelen;
- dat elke discussie over de sociale zekerheid en zeker over de pensioenen, een zaak van de sociale gesprekspartners is. Experts hoeven dus niet in hun plaats te treden. De jongste uithaal van de gouverneur van de Nationale Bank, die volledig gekleurd was en volkomen los stond van de realiteit van de gepensioneerden, bevestigt dat het bijzonder gevaarlijk is de mogelijkheid om hervormingen voor te stellen aan experts toe te vertrouwen.
De vakbonden zullen nu de tijd nemen om het rapport tot in de kleinste details te analyseren en zullen niet aarzelen de Commissie te interpelleren als ze eventueel verduidelijkingen wensen.