banner-ecart-salariale_0.jpg

Weg met de loonkloof!

23/02/2023 - 14u

Internationale Vrouwendag

8 maart staat internationaal in het teken van de strijd voor de rechten van de vrouw. Voor eens en altijd moet er een eind gemaakt worden aan de ongelijkheden die zij ten opzichte van mannen ondervinden. De ACLVB zet zich ten volle in voor deze strijd: wij hebben de volledige uitroeiing van de loonkloof tussen mannen en vrouwen tot een van onze doelstellingen voor 2030 gemaakt.

Als vakbond willen we er alles aan doen om een zo groot mogelijke gelijkheid op de arbeidsmarkt te bereiken. Iedereen moet dezelfde kansen en mogelijkheden hebben in zijn of haar beroepsloopbaan. Volgens de cijfers voor 2019 van de Centrale Raad voor het Bedrijfsleven bedraagt de (gecorrigeerde) loonkloof 9,1%, rekening houdend met de arbeidsduur, want vrouwen werken vaker deeltijds. Als we alleen het bruto jaarsalaris van vrouwen en mannen vergelijken, stijgt de kloof tot 22,7%.

Waarom is er een loonkloof?

Momenteel kan de loonkloof voor 49,4% worden verklaard (maar niet gerechtvaardigd): de individuele kenmerken van de werknemer (zijn of haar opleidingsniveau, anciënniteit) en persoonlijke kenmerken (bijvoorbeeld gezinssamenstelling), maar ook de verdeling van de arbeidsmarkt. Sommige sectoren (of beroepen) die meer door vrouwen worden bezet, worden minder gevaloriseerd. De lonen zijn er lager, de aangeboden contracten minder duurzaam en vaker deeltijds.

50,6% van de kloof blijft dus onverklaard. Dat betekent dat een vrouw met precies dezelfde kenmerken als een man voor hetzelfde werk minder verdient dan hem, hetzij vanwege andere niet-waargenomen factoren, hetzij omdat ze het slachtoffer is van regelrechte loonongelijkheid.

Vooruitgang, maar niet genoeg

Hoewel de loonkloof van jaar tot jaar kleiner wordt, zijn meer maatregelen en inspanningen nodig om de kloof tot 0% terug te brengen. Een van de sleutels tot deze verbetering is de arbeidstijd. De afgelopen 30 jaar is het aandeel van vrouwen op de arbeidsmarkt toegenomen. In 1990 bedroeg hun werkzaamheidsgraad slechts 50%, tegen 67% nu.

Nog volgens de cijfers van 2019 werkt 41,3% van de vrouwen in België deeltijds, tegenover 11,4% van de mannen. Zoals hierboven vermeld, bieden sommige van de meer ‘vrouwelijke’ beroepen, zoals schoonmaak en distributie, meer deeltijdse jobs aan, maar dat verklaart niet alles. In onze samenleving is het nog te vaak zo dat vrouwen ‘onbetaald’ werk moeten doen, zoals de zorg voor kinderen of andere zorgbehoevenden. Vrouwen moeten de keuze kunnen houden om minder te gaan werken, maar er moeten oplossingen worden ontwikkeld zodat ze voltijds kunnen werken van zodra ze dat willen.

Concrete voorstellen

Net als bij onze Doelstellingen 2030 hebben wij ons niet beperkt tot het formuleren van deze doelstellingen, maar we doen ook concrete beleidsvoorstellen om ze te verwezenlijken. Wij geloven dat de volgende maatregelen zullen helpen om de loonkloof tussen mannen en vrouwen te dichten:

  • de toepassing van het principe ‘gelijk loon voor gelijk werk’, ongeacht het gender van de werknemer of het type loon
  • een door de overheid afgeleverd verplicht certificaat dat het loonevenwicht in ondernemingen met meer dan 50 werknemers bewijst
  • een evaluatie van de wet van 22 april 2012 ter bestrijding van de loonkloof tussen mannen en vrouwen
  • bestrijding van stereotypen door vrouwen aan te moedigen over te stappen naar (nu nog) typisch mannelijke beroepen en sectoren, en tegelijkertijd een revalorisatie van beroepen en sectoren waarin meer vrouwen dan mannen tewerkgesteld zijn

Meer over onze voorstellen rond dit thema en over onze andere doelstellingen tegen 2030 omtrent de arbeidsmarkt, economie, fiscaliteit, milieu en energie lees je op https://www.aclvb.be/nl/actueel/ doelstellingen-2030.

Kies een ACLVB-secretariaat bij u in de buurt voor de beste service ::
Of zoek uw secretariaat via de kaart