Een korte terugblik op een vormingsdag in de voedingsindustrie
Na verloop van tijd vereist de vooruitgang door sectorale overeenkomsten een diepgaandere sociale dialoog. Naast de onderhandelingen over koopkracht in de voedingsindustrie, wordt de kwaliteit van het werk steeds belangrijker.
Onze afgevaardigden zijn daarom de belangrijkste woordvoerders en onderhandelaars van deze vooruitgang in de bedrijven. Door hun kennis van de moeilijkheden en uitdagingen op het terrein geven ze inhoud aan de regels en sectorale kaders. Ze doen het vandaag en in de toekomst. De toekomst vraagt om vandaag na te denken over de sociale gevolgen van de revolutie 4.0 van de voedingsnijverheid.
Nu de discussie aangaan over de digitalisering biedt perspectieven op de sociale dialoog van de toekomst. Het gaat er om om op een kritische manier te kijken naar deze toekomstige veranderingen: de realiteit op het terrein met de modellen confronteren, de positieve en negatieve effecten in overweging nemen en voorstellen doen.
Werkbaar werk
Tijdens de sectorale onderhandelingen 2019-2020 werd een nieuw stadium bereikt: steun voor overeenkomsten in de bedrijven over maatregelen voor werkbaar werk. Lieve Ruelens, van het sociaal fonds Alimento, kwam met sectorale steunmaatregelen voor opleidingen, opleidingscheques (jonge werknemers, uitzendkrachten, ontslagen werknemers, enz.), hulp bij re-integratie of heroriëntering van de loopbaan, financiële ondersteuning voor kinderdagverblijven en kinderopvang, en studies en ondersteuningsoplossingen voor ergonomie, werkstress, teamwerk, enz.
Het betrekken van het sociaal fonds betekent jezelf sectorale middelen geven voor ondersteuning in het bedrijf. Het sociaal fonds is een instrument ten dienste van alle sociale partners en dus alle werknemers. Financiële en adviserende ondersteuning in de komende jaren moet werknemers concreet kunnen helpen in hun dagelijkse arbeidsomstandigheden. Het is een kwestie van het mobiliseren van middelen van de sector om de vruchten van de sociale dialoog te dienen en die dus de werknemers baten. Onze afgevaardigden en bestendig secretarissen kunnen vanaf morgen de adviseurs van Alimento uitnodigen om de toezeggingen in de bedrijfsovereenkomsten te ondersteunen.
Digitalisering
Bekritiseerd, aan de kaak gesteld, bewonderd of gevreesd, laat de digitalisering ons toe de huidige implementatie te zien en de mogelijke impact morgen. Oplossing of bedreiging? Bij ACLVB vormen we onze eigen mening. Daarom hebben we Johan Desseyn van het sociaal onderzoekscentrum van MPIRIS uitgenodigd om de voor- en nadelen in perspectief te plaatsen.
Meer kabaal en minder dialoog? Meer training of meer arbeidsongevallen? De discussie met de afgevaardigden was van hoogstaand niveau. Uit dialoog en confrontatie kan morgen een verantwoorde en constructieve benadering tot een inclusieve sociale dialoog over deze onderwerpen naar voren komen.
Het is zeker dat de antwoorden niet zwart of wit zijn. Het belangrijkste is dat we allemaal een deel van de antwoorden hebben. De ACLVB-afgevaardigden zijn er klaar voor. Het zal zeker nodig zijn om nog steeds onze respectieve ervaringen uit te wisselen om zo misschien aanbevelingen en werkwijzen te verspreiden in bedrijven.
We staan aan het begin van een nieuwe praktijk die bedrijven en afgevaardigden moet betrekken op weg naar overeenkomsten die, naast die over koopkracht, werknemers moeten kunnen integreren in een duurzaam perspectief op arbeidsomstandigheden. Het vermijden van mogelijke ontslagen als gevolg van technologische herstructurering wordt nu voorbereid. We passen ons aan, zorgen voor opleiding, wisselen ideeën uit en anticiperen op veranderingen die deel uitmaken "meer verhaal, minder kabaal".
En daarna?
Uit de positieve en constructieve geest van deze dag kunnen we concluderen dat deze oefening zeker voor herhaling vatbaar is. We hebben, dankzij de ACLVB-delegatie bij de Tiense Suikerraffinaderij, een begeleide rondleiding gekregen over het proces van bieten tot suikerklontje in onze koffie. Ook bij deze oude industriële dame, die sedert 1836 bestaat en vele andere bedrijven in de voedingsindustrie voedt, is technologie aanwezig.