Aangifte personenbelasting 2016: wat is nieuw?

02/05/2016 - 14u

Begin april verscheen de nieuwe belastingaangifte in het Belgisch Staatsblad (BS 8/4/2016). Ook dit jaar blinkt het formulier niet meteen uit in eenvoud. Er zijn opnieuw 38 codes bijgekomen wat ons brengt op een record aantal van 810 codes! De aangifte is opnieuw ingewikkelder geworden en dit – we vallen in herhaling – als gevolg van de zesde staatshervorming. Het hoeft ons niet te verwonderen dat de meeste bijkomende codes terug te vinden zijn in vak IX van de woonkredieten. De globale structuur van de aangifte is wel behouden. Er is dus nog geen sprake van een Vlaamse, Waalse of Brusselse aangifte, maar of dit nog lang vol te houden is, is nog maar de vraag.

De administratie heeft ondertussen de data voor het indienen van de aangifte meegedeeld. Voor de papieren aangifte is dit 30 juni. Doe je de aangifte via Tax-on-web dan zal dit tot 13 juli toegankelijk zijn vanaf 26 april 2016.

Enkele belangrijke begrippen

Fiscale woonplaats

De fiscale woonplaats op 1 januari van het aanslagjaar bepaalt welk belastingstelsel van toepassing is (Vlaanderen, Wallonië of Brussel). De fiscale woonplaats is de werkelijke verblijfplaats (domicilie) op 1 januari van het aanslagjaar, dus op 1 januari 2016.

Het weerlegbaar vermoeden met betrekking tot de inschrijving in het rijksregister en het onweerlegbaar vermoeden in verband met de plaats waar het gezin is gevestigd vinden daarbij toepassing. Wat bij feitelijke scheiding? Indien de twee partners hun fiscale woonplaats in een verschillend gewest hebben zal de bevoegdheid worden toegekend aan het gewest waar de laatste fiscale woonplaats van het gezin was.

Federale en gewestelijke belastingverminderingen (en/of kortingen, kredieten).

Sommige belastingverminderingen blijven zoals vroeger federaal, andere zijn intussen naar de gewesten gegaan. Zo blijft bijvoorbeeld de belastingvermindering voor ‘uitgaven voor kinderopvang’, ‘overuren’ en het belastingkrediet voor ‘kinderen ten laste’ federaal maar is de belastingvermindering voor de ‘eigen woning’ voortaan gewestelijk. Ook de beveiliging ‘inbraak of brand’ alsook de ‘PWA- en dienstencheques’ zijn intussen gewestelijke belastingverminderingen.

‘Eigen woning’

Het begrip ‘eigen woning’ is cruciaal om je belastingaangifte goed te kunnen invullen. De ‘eigen woning’ is de woning die je zelf betrekt. Indien je de woning niet zelf betrekt omwille van sociale of professionele reden, dan blijft de woning gekwalificeerd als de ‘eigen woning’. Dat is ook het geval indien er wettelijke of contractuele belemmeringen bestaan. Dit geldt eveneens voor de woning die je nog niet kan betrekken omwille van de staat van de bouw- of vernieuwingsbouwwerkzaamheden.

Ook belangrijk om weten is dat het begrip ‘eigen woning’ van dag tot dag wordt beoordeeld.

Enkele nieuwigheden en aandachtspunten

Vrijstelling van aangifte en voorstel van vereenvoudigde aangifte

Net zoals vorig jaar zijn een aantal belastingplichtigen opnieuw vrijgesteld van aangifteplicht (zoals o.a. gepensioneerden, werklozen,…).

Belangrijk om weten is dat ook kinderen jonger dan 16 jaar (op 1 januari van het aanslagjaar) die onderhoudsuitkeringen ontvangen (80 % niet hoger dan de belastingvrije som) geen aangifte moeten indienen voor dit aanslagjaar, op voorwaarde dat zij geen andere inkomsten of elementen moeten aangeven.

Toelichting PB-aangifte

We lichten de belangrijkste rubrieken toe die voor jullie het meest relevant kunnen zijn. Het is dus geen volledig overzicht en bovendien beperken we ons tot deel 1 van de aangifte.

Vak I: Bankrekening, telefoonnummer en e-mailadres

Voortaan kan je in vak I ook je e-mailadres opgeven waarop de Administratie je kan bereiken.
 

Vak IV: Wedden, lonen en vervangingsinkomsten

Werken in de horecasector

Ben je tewerkgesteld in de horecasector (of werk je via uitzendarbeid in de horeca) dan is de grens van het totaal aantal overuren die recht geven op een belastingvermindering, vanaf dit aanslagjaar verhoogd naar 360 uren. Er is in rubriek G een nieuw punt c) gecreëerd (code 1317/2317).

Werkbonus

De werkbonus is een vermindering van de persoonlijke sociale zekerheidsbijdragen voor werknemers met lage lonen. Het percentage van de fiscale werkbonus is opgetrokken van 14,40 % naar 17,81% sinds 1 augustus 2015. De rubriek K heeft daarom 2 onderverdelingen (codes 1284/2284 en 1291/2291).
 

Vak V: Pensioenen

In subrubriek A, 3. Pensioensparen, b) is er een punt 3 toegevoegd. Normaal wordt de belasting op ‘spaartegoeden, kapitalen en afkoopwaarden’ in het kader van het pensioensparen geheven via de taks op het langetermijnsparen (de zogenaamde anticipatieve heffing) op het ogenblik dat de belastingplichtige de leeftijd van 60 jaar bereikt. Deze heffing is eigenlijk ‘bevrijdend’ maar als deze taks niet werd toegepast wordt het uitgekeerde spaartegoed wél belast in de personenbelasting. Vanaf aanslagjaar 2016 is het tarief verlaagd van 10 % naar 8 % (code 1222/2222).
 

Vak IX: Intresten en kapitaalaflossingen

In dit vak zijn opnieuw de meeste wijzigingen op te tekenen. Dit komt door de eigen klemtonen die zowel het Vlaamse als het Waalse gewest hebben doorgevoerd voor wat betreft de belastingvermindering voor de ‘eigen woning’.
 

Rubriek B: uitgaven voor de ‘eigen woning’

In deze aangifte zie je bij verschillende (sub)rubrieken voor het eerst voetnoten verschijnen met vermelding dat zij “alleen bestemd” zijn voor een bepaald gewest.

Gewestelijke woonbonus

Het Waals gewest heeft de woonbonus gewijzigd voor leningen afgesloten vanaf 1 januari 2015. Ook het Vlaams gewest heeft de regeling voor de gewestelijke woonbonus gewijzigd voor de leningen afgesloten vanaf 1 januari 2015. Deze wijzigingen verklaren waarom in rubriek B.1. een onderscheid wordt gemaakt tussen a) leningen gesloten in 2015 en b) leningen gesloten van 2005 tot 2014 (codes 3360/4360, 3361/4361 en 3370/4370 en 3371/4371).

Heb je geleend in de loop van 2015, dan zal je, indien je recht hebt op de regionale woonbonus, nieuwe woonbonuscodes moeten invullen m.n. de code 3360/4360 en eventueel code 3361/4361. Het is dus opletten wanneer je reeds geleend hebt vóór 2015 aangezien de codes die dan moeten ingevuld worden, niet meer als eerste worden vermeld (de codes 3370/4370).

Wat we voorheen ook niet kenden, zijn de codes 3372/4372 en 3380/4380. Hier moet je voor het eerst bevestigen of je lening al dan niet langer loopt dan 10 jaar. De verhoging van de woonbonus vervalt namelijk na 10 jaar en dus voor de 1ste woonbonusleningen afgesloten in 2005. Heb je een lening die ten vroegste is afgesloten in 2006, dan vul je de code 3372/4372 in.

Gewestelijk bouwsparen

Woon je in het Vlaams gewest dan kan je voor een lening die je hebt afgesloten vanaf 1 januari 2015 voor de ‘eigen woning’ waarvoor je daarnaast nog een ‘oude’ lening hebt lopen (in principe een lening van vóór 2005)enkel nog kiezen voor de ‘gewestelijke woonbonus’. In het Waals en Brussels gewest blijft deze keuzemogelijkheid behouden. Dat is de reden waarom in subrubriek B.3.a)wordt verwezen naar een voetnoot “rubriek alleen bestemd voor het Waals gewest en het Brussels Hoofdstedelijk gewest”.

Gewestelijke belastingvermindering ‘gewone intresten’

Het Waals en het Brussels gewest heeft deze belastingvermindering, in navolging van de zesde staatshervorming, geschrapt.

Subrubriek B.2.,c, 2° heeft betrekking op de ‘gewone intresten’ (niet hypothecaire leningen of hypothecaire leningen die geen recht geven op de woonbonus) in het kader van de ‘eigen woning’. De zesde staathervorming had deze belastingvermindering uitdrukkelijk beperkt tot de intresten van schulden die werden aangegaan vóór 1 januari 2015. Het Vlaams gewest heeft vervolgens de datum geschrapt zodat voor dit aanslagjaar de belastingvermindering voor ‘gewone intresten’ nog van toepassing is. Volgend aanslagjaar zal dit wel definitief verdwijnen.
 

Rubriek C: Uitgaven die geen betrekking hebben op de ‘eigen woning’

Wanneer je op het ogenblik van de betaling uitgaven hebt die betrekking hebben op een ‘niet-eigen woning’, dan moet je rubriek C invullen. Het is mogelijk dat je nog recht hebt op een federale woonbonus wanneer je woning nog steeds de ‘enige woning’ was op 31.12.2015 maar niet langer je ‘eigen woning’(codes 1370/2370 e.v. – subrubriek C.1. en subrubriek C.2.).

Ook hier wordt de vraag gesteld of het al dan niet gaat om een leningen ‘gesloten vanaf 2006’. Dit om dezelfde reden zoals bij de gewestelijke woonbonus (al dan niet recht hebben op de verhoging).
 

Vak X: Belastingverminderingen

Dienstencheques

Ben je inwoner van het Waals gewest dan vermeld je voortaan het totaal aangekochte cheques in subrubriek H.2. (code 3366/4366) In het Waals gewest wordt het voordeel van de dienstencheques fors ingeperkt want sinds 1 januari 2015 geniet je slechts van een belastingvermindering van € 0,90 per dienstencheque voor de eerste 150 aangekochte dienstencheques per persoon. Woon je in het Vlaams of Brussels gewest dan is er niets veranderd (code 3364/4364).

Verwerven nieuwe aandelen startende kleine vennootschappen

Om startende kleine vennootschappen te helpen, voorziet de fiscus in een nieuwe fiscale stimulans. De zogenaamde tax shelter kan je terugvinden in rubriek J. Als alle voorwaarden zijn vervuld, krijg je als burger/belastingplichtige die investeert in een dergelijke vennootschap, een belastingvermindering van 30 % tot 45 % van het geïnvesteerde bedrag. In de huidige stand van de wetgeving is het enkel mogelijk om rechtstreeks nieuwe aandelen van startende vennootschappen te verwerven met een inbreng in geld. De verwerving via een crowdfundingsplatform of via een startersfonds is nog niet van toepassing.

Belastingvermindering dakisolatie

In subrubriek K.1 vul je in de code 3317 het zelf uitgerekende bedrag van de belastingvermindering in waarop je recht hebt (30 %). De vermindering waarop je recht hebt, wordt beperkt tot het gewestelijk maximum van € 3.050.

De overdracht van belastingverminderingen (voor uitgaven van 2011 en 2012) vind je terug in subrubriek K.2.

Beveiliging van een woning tegen inbraak of brand

De belastingvermindering voor beveiligingswerken aan woningen hoort thuis in rubriek N, maar is nog enkel van toepassing wanneer je in het Brussels gewest woont. Vanaf aanslagjaar 2017 verdwijnt deze rubriek volledig: het Brussels gewest schaft deze maatregel dan af en de twee andere gewesten heffen deze maatregel nu reeds op. Vandaar opnieuw de voetnoot in deze rubriek.
 

Vak XIV: Rekeningen en individuele levensverzekeringen in het buitenland en juridische constructies

Vorig jaar moest je reeds in rubriek C melding maken van ‘juridische constructies’ in het buitenland.

Zoals je weet is de ‘kaaimantaks’ brandend actueel. De regering heeft deze belasting ingevoerd om Belgen die hun vermogen verstoppen in buitenlandse offshore-constructies alsnog te belasten. De taks is genoemd naar de Kaaimaneilanden, een bekend belastingparadijs in de Caraïbische zee.

De meldplicht van juridische constructies zoals trusts en stichtingen, wordt nu in vergelijking met vorig jaar, fors uitgebreid.

Naar verluidt zou de regering op een bepaald moment overwogen hebben om aparte vakken te creëren voor dit soort inkomsten maar heeft uiteindelijk het idee afgevoerd. De inkomsten geviseerd door de kaaimantaks worden naargelang hun ‘aard’ (onroerend, roerend,…) gewoon in de normale bestaande vakken vermeld. Men heeft hier enerzijds de wildgroei aan codes proberen tegen gaan maar anderzijds zal de opbrengst van de kaaimantaks via de aangifte niet kunnen becijferd worden.

Kies een ACLVB-secretariaat bij u in de buurt voor de beste service ::
Of zoek uw secretariaat via de kaart