Open brief van het gemeenschappelijk vakbondsfront aan de Premier, de Formateur, de Voorzitter van de Europese Commissie.
Mijnheer de Eerste Minister, Mijnheer de Formateur, Mijnheer de Voorzitter van de Europese Commissie,
Op 7 juni deed de Europese Commissie voor het eerst aanbevelingen die maar al te vaak in tegenspraak zijn met de doelstellingen die de Commissie beweert te willen bereiken: de armoede bestrijden, de werkgelegenheidsgraad verhogen, het onderwijs verbeteren, de innovatie stimuleren en de economie duurzamer maken.
Maar wat stelt de Commissie concreet voor ?
Ook al had Europa al zijn goedkeuring gehecht aan de Belgische voorstellen om tegen 2015 opnieuw een begroting in evenwicht te hebben, toch moet België nu versneld saneren en dus hakken in de overheidsuitgaven, want nieuwe inkomsten voor de staatskas zijn blijkbaar taboe.
De wettelijke pensioenleeftijd moet opgetrokken worden. De Commissie ziet blijkbaar over het hoofd dat de Belgische werknemers al een drastische pensioenhervorming meemaakten in de jaren 1990! De vakbonden herinneren eraan dat de effectieve uittredeleeftijd de voorbije jaren al omhoog is gegaan. Een groot deel van de verantwoordelijkheid voor de uittredeleeftijd ligt trouwens bij de werkgevers. Het is hun taak om te zorgen voor meer jobs, werkbaar werk en opleiding, ook voor oudere werknemers. De wettelijke pensioenleeftijd optrekken tot boven 65 jaar is gewoon absurd: dit zal alleen maar tot gevolg hebben dat de niet-actieven wat langer in de werkloosheid, invaliditeit of brugpensioen zullen blijven. Met daarbij het risico dat het pensioenbedrag zal verminderen: werknemers die een zwaar werk hebben, zullen immers (lichamelijk) niet langer in staat zijn te blijven werken!
De Commissie wil het loonoverleg hervormen (dit zou voortaan op bedrijfsniveau georganiseerd worden) en in één beweging ook het loonindexeringmechanisme, dat onze koopkracht beschermt. Terwijl in België intussen algemeen erkend wordt dat de lonen de motor van de economie zijn en dat het echte probleem moet worden aangepakt: de prijsstijgingen die de inflatie veroorzaken. Denken we maar aan de overdreven gas- en elektriciteitsprijzen in België, die bij ons een flink stuk hoger liggen dan in onze buurlanden!
Als het aan de Commissie lag, zouden de bijdragen op arbeid (betaald door de werkgevers) moeten worden ingeruild voor belasting op consumptie (van de gezinnen). Dit zal de lagere inkomens onvermijdelijk zwaarder treffen.
En uiteraard moeten ook de werklozen eraan geloven: de Commissie wil de uitkeringen omlaag voor langdurig werklozen. De verdedigers van de werknemers willen meer werkgelegenheid (dit is trouwens het enige echte antwoord) en willen jacht maken op de werkloosheid, niet op werklozen! Trouwens, de uitkeringen verlagen van werknemers die geen werk hebben, is niet te verzoenen met de Europese strategie “om het aantal armen met 20 miljoen te verminderen”.
De Europese Commissie wil ook langere openingstijden in de distributiesector. Een onzinnig idee: de economische situatie van die sector zal hierdoor niet verbeteren en het zal leiden naar nog meer flexibiliteit voor het personeel en nog meer precaire arbeid.
De Europese Commissie wil tenslotte ook meer concurrentie in de energiesector en wil de herstructurering in de banksector finaliseren. Maar deze aanbeveling blijft wel behoorlijk vaag…
Het is opvallend dat alle maatregelen die uiteindelijk negatief zullen uitdraaien voor werknemers en uitkeringsgerechtigden zeer concreet geformuleerd zijn, maar dat voor het overige de vaagheid regeert. Over de zwakheden van onze economie, zoals de tekortschietende innovatie en de ondermaatse investering in opleiding, wordt zedig gezwegen.
Met dergelijk aanbevelingen verliest de Europese Commissie elke geloofwaardigheid. Die aanbevelingen zijn een overname van het neoliberale receptenboek: ze sturen enkel aan op de ontmanteling van ons sociaal model. Ze geven werknemers en uitkeringsgerechtigden vooral het gevoel dat zij moeten opdraaien voor een crisis, waarvoor ze helemaal niet verantwoordelijk zijn!
De werknemers de oorzaak van de financiële crisis?
De financiële crisis heeft flinke bressen geslagen in de overheidsfinanciën van verschillende Europese lidstaten. De manier waarop de EU hier echter mee omspringt, is als een dokter die de symptomen bestrijdt, maar de oorzaken van een voortwoekerende ziekte ongemoeid laat.
Na verloop van tijd werden de initiatieven om de financiële crisis bij de wortel aan te pakken - door een strikt en verregaand reguleren van financiële markten of door nieuwe financiële middelen (financiële transactietaks) aan te boren - echter op de lange baan geschoven of slordig afgerond.
De idee om van de Europese Unie een sterkere, solidaire gemeenschap te maken, is duidelijk gekaapt door een conservatieve, reactionaire lobby met als belangrijkste doel: ‘business as usual’ in de financiële markten herstellen en de sociale vangnetten afbouwen om zo meer ruimte te laten voor de markten.
Economic governance of een echte politieke unie ?
De aanbevelingen van de Commissie geven duidelijk aan wat ons staat te wachten als de ‘economic governance’ op kruissnelheid zal komen.
Het Europees Parlement, de Raad en de Commissie zijn immers nog druk in overleg over die ‚economic governance’. Dit overleg zou deze maand zijn beslag moeten krijgen. Wat dan zou betekenen dat we vanaf volgend jaar een veel strakkere discipline zullen krijgen, vooral wanneer sommige fundi’s van de Ecofin-filière het voor het zeggen krijgen: om ingrepen in de loonvorming op te leggen, om te duwen in de richting van zware besparingen op overheidsuitgaven (zelfs als het gaat om investeringen in de toekomst), om ingrijpende hervormingen van het arbeidsmarktbeleid en de pensioenen door te duwen.
Het niet opvolgen van de aanbevelingen dreigt te leiden tot quasi automatische sancties voor de ‚ongehoorzame’ lidstaten ( tot honderden miljoenen euro’s) …
In feite heeft de Europese Commissie met die botte, onevenwichtige en ongefundeerde aanbevelingende voorbije week aangetoond hoe belangrijk het is dat die economic governance in goede banen wordt geleid. Europa heeft geen bevoegdheid inzake lonen. En dus moet het ook niet proberen via de economic governance toch in te grijpen in de loonvorming. Die behoort tot de autonomie van het sociale overleg. Trouwens, als bepaalde landen sterkere loonstijgingen kennen, gaan zij dan in de fout?
Moet niet eerder een land als Duitsland, dat al jaar en dag aan loondumping doet en zo zijn werkloosheid exporteert, worden teruggefloten? En hoe onverstandig is het niet om landen in een zodanige budgettaire dwangbuis te stoppen, dat ze zelfs hun investeringsplannen moeten opbergen.
Onze stem op 21 juni
Om al die redenen staan we er op dat de economic governance snel en ernstig wordt bijgestuurd.
Precies daarom zal het gemeenschappelijk vakbondsfront op 21 juni in Luxemburg zijn stem laten horen, tijdens een manifestatie, samen met het Europees Vakverbond en de Duitse, Franse en Luxemburgse vakbonden.
Onze stem om een antisociaal Europa aan te klagen. Om tot meer evenwichtige aanbevelingen te komen van Europa, om de voorliggende voorstellen voor een economic governance om te buigen.
Er moet trouwens een einde worden gesteld aan het schandalige dictaat van de ratingagentschappen waardoor de euro in grote moeilijkheden dreigt te verzeilen en de landen nog kwetsbaarder dreigen te worden.
Er bestaan alternatieven
Wij eisen een Europa dat de werknemers centraal plaatst: een Europa met voldoende middelen voor de reële economie - via de invoering van een financiële transactietaks; een Europa dat een einde stelt aan de fiscale concurrentie tussen lidstaten - via een fiscale harmonisering van de vennootschapsbelasting; een Europa dat de overheidsuitgaven uit het budgettaire keurslijf haalt ten voordele van duurzame investeringen, dat euro-obligaties uitschrijft om investeringen in Europese infrastructuurnetwerken en in duurzame Europese ontwikkelingsprojecten te financieren. Dankzij deze euro-obligaties kan de staatsschuld makkelijker afgebouwd worden, ze voorkomen immers dat de lidstaten terugbetalingen aan woekerprijzen moeten uitvoeren.
Luc Cortebeeck, voorzitter ACV
Claude Rolin, algemeen secretaris ACV
Rudy De Leeuw, voorzitter ABVV
Anne Demelenne , algemeen secretaris ABVV
Jan Vercamst, voorzitter ACLVB
Bernard Noël, algemeen secretaris ACLVB