Zoals bekend wil deze regering van de begrotingscontrole gebruikmaken om een reeks hervormingen door te voeren die in het regeerakkoord staan. De ‘modernisering van de arbeidsmarkt’ bijvoorbeeld. Gisteren kaartte minister van Werk Peeters zijn plannen daaromtrent aan bij de regeringspartners, in het kader van het zogenaamde project ‘Werkbaar Wendbaar Werk’ (WWW).
Het regeerakkoord beloofde letterlijk dat hier eerst een advies van de sociale partners aan vooraf zou gaan. Het project noemde eerst 'Werkbaar Werk' maar onder druk van de werkgeversorganisaties werd het omgedoopt tot ‘werkbaar wendbaar werk’ .Een van de maatregelen van het WWW-project wil nu een einde stellen aan de 38-urenweek. Meer bepaald wenst de regering te komen tot een annualisering van de arbeidstijd: de gepresteerde uren zouden op jaarbasis worden bekeken, niet op weekbasis. Op die manier zou, vooral in de industrie, nauwer aangesloten kunnen worden bij het ritme van de productie, klinkt het. Bij productiepieken wordt langer gewerkt, in kalmere periodes hebben werknemers kortere arbeidsdagen. Tot daar de theorie.
Met een annualisering van de arbeidstijd bereikt men de ultieme flexibiliteit langs werkgeverszijde. Werknemers zullen op die manier de speelbal worden van het productieproces. Gedurende een lange periode extreem veel werken, kan dan gevolgd worden door een periode waarin men zeer lang niet (of minder) moet werken. En dit zonder dat men hier zelf volledig de keuzevrijheid in heeft.
De ACLVB is zeer ongerust over de koers die hiermee wordt gevaren. De arbeidsduur is een van de essentiële elementen van het arbeidsrecht, er gaat veel sociaal overleg aan vooraf. De regering zou via één pennentrek komaf willen maken met dat sociaal overleg. Een automatische annualisering van de arbeidstijd is voor de ACLVB dan ook onaanvaardbaar. De balans werk/privéleven wordt hier immers volledig uit zijn evenwicht gehaald.
De ACLVB vraagt zich bovendien af waarom de hervorming van de arbeidsmarkt in de begrotingsronde aan bod moet komen. Behoren de – overigens budgetneutrale - ingrepen waarvan nu sprake is niet bij uitstek tot het onderhandelingsterrein van de sociale partners? De besprekingen in het kader van de vorige flexibiliteitsronde (2013-2014) gebeurden toch ook tussen de sociale partners in de sectoren en de bedrijven?