De nieuwe cao 103ter is ingegaan vanaf 1 april. Maar gedurende twee maanden zullen de werkgever en de RVA niet dezelfde wetteksten gebruiken. Dat schept onzekerheid voor de betrokken werknemers.
Zoals was aangekondigd is de nieuwe cao 103ter over tijdskrediet ingegaan vanaf 1 april. Het tijdskrediet zonder motief kan voortaan niet meer aangevraagd worden. De lopende tijdskredieten zonder motief blijven uiteraard bestaan tot aan de einddatum.
Het tijdskrediet voor zorgverlof wordt uitgebreid en stijgt van 36 naar 51 maanden. Het gaat om het tijdskrediet dat je als werknemer kan opnemen om te zorgen voor de opvoeding van je kind tot 8 jaar (21 jaar als het kind gehandicapt is), om zorg te verlenen aan een zwaar ziek familielid, of om palliatief verlof te nemen. Het tijdskrediet voor het motief opleiding blijft 36 maanden.
Vanaf wanneer de extra maanden een uitkering zullen opleveren, is evenwel nog niet duidelijk. Die RVA-uitkeringen worden namelijk geregeld door een koninklijk besluit, dat nu diende aangepast te worden. Omwille van budgettaire redenen zal dat koninklijk besluit niet in werking treden op 1 april, maar wellicht pas op 1 juni. Bovendien is er door de regering beslist om de uitkeringen voor tijdskrediet en thematische verloven naar beneden bij te stellen: de anciënniteitstoeslag (indien men 5 jaar of langer werkt bij een werkgever) wordt gereduceerd tot 50% ervan, net zoals de toeslag voor werknemers die ouder zijn dan 50 jaar in een thematisch verlof (1/2 of 1/5), met de helft wordt verminderd. De uitkeringen voor landingsbanen zouden gespaard blijven van deze maatregel. Meer informatie omtrent de exacte modaliteiten ontbreekt op dit ogenblik.
De discrepantie tussen de cao 103ter en het KB uitkeringen heeft tal van ongemakkelijke gevolgen voor de betrokken werknemers. De nieuwe cao zorgt dan wel voor een uitbreiding van 36 naar 51 maanden, maar het koninklijk besluit voorziet tijdskredietuitkeringen voor maximaal 48 maanden (36 maanden voor opleiding). De werknemers die reeds 36 maanden tijdskrediet met zorgenmotief hebben opgenomen, kunnen dus 12 maanden bijvragen aan hun werkgever. De resterende maanden kunnen ze later aanvragen.
Ook op andere vlakken is de situatie niet eenduidig. Wat het tijdskrediet voor medische bijstand betreft bijvoorbeeld, moet de werknemer voortaan aan de werkgever een medisch attest met een nieuwe vermelding overhandigen waarin de arts van de zwaar zieke patiënt verplicht vermeldt welke medische bijstand door de werknemer is vereist (voltijds, halftijds of 4/5 tijdskrediet). Voor de RVA daarentegen is deze vermelding op het attest niet vereist.
Andere dubbelzinnigheid : op basis van de nieuwe cao wordt het voor de werknemers die twee halftijdse banen bij twee verschillende werkgevers combineren mogelijk de arbeidsprestaties tot 4/5-tijds te verminderen (tijdskrediet met motief of in het kader van een landingsbaan). Hiervoor is echter het akkoord van één of van beide werkgevers vereist en de RVA zal vooralsnog geen uitkeringen uitkeren.
Ook qua verrekeningsregels zijn de teksten van de cao en het koninklijk besluit niet op mekaar afgestemd. Verder verschilt de manier waarop de 25 jaar beroepsverleden wordt berekend voor toegang tot een eindeloopbaantijdskrediet. En tot slot wordt de mogelijkheid om een ouderschapsverlof te verkrijgen onder de vorm van 1/10 eveneens uitgesteld om budgettaire redenen. Dat zal dus niet kunnen vanaf 1 april, maar pas vanaf 1 juni 2017.