Naar aanleiding van de Werelddag tegen Kinderarbeid op 12 juni vestigen de vakbonden de aandacht op de uitbuiting van kinderen in de mondiale productieketens van multinationals.
Van de 168 miljoen kinderen die momenteel werken in plaats van schoollopen, zijn er ettelijke miljoenen tewerkgesteld in de landbouw, de industrie, de mijnbouw en andere sectoren. De goederen die ze produceren, vormen een structureel onderdeel van de mondiale productieketens. Minstens de helft van het totaal aantal werkende kinderen voert bijzonder gevaarlijk werk uit.
Tijdens een panelgesprek op 8 juni bij de jaarlijkse IAO-conferentie in Genève riep Philip Jennings, Algemeen Secretaris van UNI Global Union en medevoorzitter van het kinderarbeidplatform van de IAO, de internationale handel op om de krachten de bundelen, zodat kinderarbeid in de productieketens kan uitgeroeid worden. Hij verwees naar het juridisch bindend Akkoord van Bangladesh als voorbeeld van hoe bedrijven kunnen bijdragen bij het vinden van doeltreffende oplossingen tegen schendingen van het arbeidsrecht, waarbij hij verklaarde: "We zullen onze inspanningen niet stopzetten totdat kinderarbeid van deze planeet is verdwenen."
Guy Ryder, Algemeen Directeur van de IAO, hield een pleidooi voor een 'zero tolerance' benadering en maakte het debatpanel duidelijk dat 3 elementen onontbeerlijk zijn om komaf te maken met kinderarbeid:
- Gratis en verplicht kwaliteitsvol basisonderwijs, minstens tot aan de minimumleeftijd om te werken
- Goedkeuring van en controle op de toepassing van afdoende wetten en beleidsvormen, gekoppeld aan een goede samenwerking tussen de arbeidsinspectiediensten, het opvoedingssysteem en andere openbare diensten
- Sociale bescherming, tussen 2000 en 2012 de motor om kinderarbeid op wereldschaal met een derde te doen dalen
Ryder had het ook over de noodzaak van waardig werk voor ouders zodat hun kinderen naar school kunnen gaan en niet hoeven te werken. Hij werd daarin bijgetreden door Andrews Tagoe van de Wereldmars tegen Kinderarbeid, en Katherine Stewart van het bedrijf Primark.
In de lijn van het debat stelde Sharan Burrow, Algemeen Secretaris van het IVV: "Het zou niet moeilijk mogen zijn om kinderarbeid te weren uit de mondiale productieketens en de lokale productie, en om de kinderen naar school te sturen. Het is een kwestie van verantwoordelijkheid van de bedrijven en van politieke wil. Daarom verwijzen we graag naar Canada, dat tijdens het IAO-debat heeft aangekondigd dat het eindelijk de IAO-conventie 138 over de minimumleeftijd zou goedkeuren, na jaren getalm van de vorige behoudsgezinde regering. We roepen de enkele landen die deze conventie, evenals de conventie nr. 182 over de ergste vormen van kinderarbeid, nog niet goedkeurden, op om dat zo snel mogelijk te doen."
De vakbonden eisen dat deze kwestie met meer aandrang behandeld wordt, in de context van de Duurzame Ontwikkelingsdoelstellingen van de Verenigde Naties, die kinderarbeid willen uitgeroeid zien tegen 2025. Vanuit dat oogpunt is het fundamenteel het model van de mondiale productieketens te veranderen: het IVV-rapport 'Scandal' van 2016 onthult dat 94% van de arbeidskrachten van 50 topmultinationals verscholen zit in hun mechanismen van onderaanneming. Op die manier kunnen die multinationals hun verantwoordelijkheid ontlopen.
Volgens Jennings gaat het om "een samenzwering van de productieketens tegen waardig werk".