Betaling bij een faillissement
Op deze pagina:
Door je uitbetalingsinstelling
Indien je provisionele werkloosheidsuitkeringen hebt aangevraagd, zal je maandelijks, via de ACLVB, een betaling ontvangen. Werkloosheidsuitkeringen zijn echter niet cumuleerbaar met loon. Wanneer je terug aan het werk gaat, zal de betaling van deze provisionele uitkeringen dan ook worden stopgezet.
Werkloosheidsuitkeringen zijn evenmin cumuleerbaar met een verbrekingsvergoeding die je via het FSO zal ontvangen.
Het FSO zal dan ook de terugvordering van de provisionele werkloosheidsuitkeringen voor de periode gedekt door de verbrekingsvergoeding eisen. Deze terugbetaling wordt door het FSO rechtstreeks met de RVA geregeld. Het FSO zal je het saldo verbrekingsvergoeding uitbetalen.
Door het FSO
Welke vergoedingen betaalt het FSO?
De sluitingsvergoeding
De sluitingsvergoeding is een forfaitaire vergoeding die berekend wordt op basis van je anciënniteit en je leeftijd.
Om de betaling te bekomen moet je geen aanvraagformulier indienen. Deze vergoeding wordt betaald op basis van de informatie ontvangen van de curator.
Het basisbedrag is 173,21 euro (indexering 01.01.2022) en kan variëren zowel in functie van het aantal jaren dienst in de onderneming als de leeftijd (≤ 45 jaar/> 45 jaar) van de werknemer.
De sluitingsvergoeding bedraagt:
- 173,21euro per jaar anciënniteit in de onderneming met een maximum van 3464,20euro (20 j. × 173,21euro/j.)
- 173,21 euro per jaar anciënniteit en per leeftijdsjaar boven 45 jaar met een maximum van 3290,99euro (19 j. × 173,21euro)
De maximale premie waarop je aanspraak kan maken, bedraagt dus 3464,20euro + 3290,99 euro, zijnde 6755,19euro.
Voorbeeld: Je was 28 jaar werkzaam in de onderneming en hebt de leeftijd van 51 jaar bereikt op het ogenblik dat je arbeidsovereenkomst verbroken wordt. De tussenkomst van het Fonds bedraagt (20 × 173,21 euro) + (6 × 173,21euro) = 4503,46euro
De contractuele vergoedingen
Het gaat om lonen en vergoedingen die de werkgever op het ogenblik van het beëindigen van de overeenkomst verschuldigd is en waarvan de schuldvordering door de curator aanvaard werd.
Volgende voorwaarden moeten vervuld zijn:
- Je arbeidsovereenkomst heeft een einde genomen in de loop van de periode van 13 maanden voorafgaand aan de sluiting tot 12 maanden volgend op de sluiting. Deze termijnen zijn niet van toepassing op de ontslagen werknemers die recht hebben op de bedrijfstoeslag SWT, die recht hebben op vergoedingen ingevolge een gerechtelijke procedure die voor de sluiting ingeleid werd, of die de betaling van de verbrekingsvergoeding in maandtermijnen ontvangen.
- Je diende een schuldvordering in en de schuldvordering werd door de curator aanvaard.
- Er werd bij het FSO een formulier F1 ingediend voor deze bedragen.
De overbruggingsvergoeding
Indien je onderneming na het faillissement wordt overgenomen en je in dienst treedt bij de overnemer, kun je desgevallend recht hebben op een overbruggingsvergoeding van het FSO.
De overbruggingsvergoeding dekt de periode van inactiviteit tussen je ontslag bij de gefailleerde en je indiensttreding bij de overnemer.
De overbruggingsvergoeding wordt betaald op basis van het aanvraagformulier F1.
Om recht te hebben op de overbruggingsvergoeding moeten volgende voorwaarden vervuld zijn:
- Op het ogenblik van het faillissement was je nog verbonden met een arbeidsovereenkomst of leerovereenkomst of je werd ontslagen tijdens de periode van 1 maand die de datum van het faillissement voorafgaat en je hebt recht op een verbrekingsvergoeding die op die datum nog niet volledig betaald werd.
- De overname van de activa van de onderneming moet plaatsvinden binnen een termijn van 2 maanden (verlenging mogelijk tot vier of zes maanden) vanaf de datumvan het faillissement.
-
Je wordt overgenomen hetzij:
- voor de overname van de activa;
- op het ogenblik van de overname van de activa;
- binnen een termijn van 4 maanden na de overname van de activa.
Als je recht hebt op een overbruggingsvergoeding, zal jou door het FSO geen verbrekingsvergoeding worden uitbetaald, aangezien je bij de overnemer in dienst treedt met behoud van anciënniteit.
De bedrijfstoeslag
Zo je onderneming in faling gaat, betaalt je werkgever de bedrijfstoeslag niet langer uit. Je moet je, zoals elke werknemer, voor de indiening van de schuldvordering dan ook tot de curator richten en vervolgens tot het FSO, dat de verdere betaling van de bedrijfstoeslag
op zich zal nemen.
Indien je in SWT was op het ogenblik van de faling of indien je aan de voorwaarden voldoet om op SWT te gaan, zal de ACLVB ervoor zorgen dat alle formaliteiten vervuld worden opdat je betaling ontvangt van zowel de werkloosheidsuitkeringen als de bedrijfstoeslag.
De tegemoetkoming van het FSO wordt berekend overeenkomstig cao 17 en wordt geïndexeerd.
Maximale tussenkomst van het FSO
De tussenkomst van het FSO is beperkt tot maximum 25 000 euro bruto per werknemer per sluiting (uitzondering: bedrijfstoeslag SWT). Daarnaast is een maximum voorzien dat afhankelijk is van het type vergoeding:
- achterstallig loon en vergoedingen: max. 6 750 euro bruto;
- vakantiegeld (bedienden): max. 4 500 euro bruto;
-
verbrekingsvergoeding/overbruggingsvergoeding
→ globaal grensbedrag 25 000 euro bruto.
Voorbeeld: je bent het slachtoffer van een faillissement op 15.04.2020 en hebt nog recht op 9 000 euro bruto loon, 3 250 euro bruto vakantiegeld en een opzeggingsvergoeding van 30 000 euro bruto.
Het FSO zal zijn tussenkomst als volgt beperken:
→ 6 750 euro bruto loon en vergoedingen
→ 3 250 euro bruto vakantiegeld
→ 15 000 euro bruto opzeggingsvergoeding (nl. 25 000 euro − 6 750 euro − 3 250 euro)
Inhoudingen
De bedragen die op het aanvraagformulier worden ingevuld, zijn, in principe, brutobedragen. Het Fonds is gehouden op deze brutobedragen de nodige inhoudingen te verrichten.
De sluitingsvergoeding
Het nettobedrag dat je zal ontvangen, wordt verkregen door het brutobedrag te verminderen met een vaste bedrijfsvoorheffing (11%). Er moeten geen socialezekerheidsbijdragen op de sluitingsvergoeding worden ingehouden.
De contractuele vergoedingen en overbruggingsvergoeding
Om het nettobedrag te berekenen zal het FSO eerst de persoonlijke RSZ-bijdragen (13,07% op loon aan 100% (bedienden), aan 108% (arbeiders)) in mindering brengen. Vervolgens zal het FSO op het bekomen belastbaar bedrag bedrijfsvoorheffing (26,75%) inhouden.
Vooraleer over te gaan tot de betaling van de verbrekingsvergoeding, die een periode dekt waarin voorlopige werkloosheidsuitkeringen of voorlopige ZIV-uitkeringen uitbetaald werden, zal het FSO het bedrag van deze uitkeringen aftrekken van het bedrag van de verbrekingsvergoeding en dit storten aan de RVA of aan je mutualiteit.
Wanneer betaalt het FSO?
De sluitingsvergoeding, de contractuele vergoedingen en de overbruggingsvergoeding
Het FSO moet tot uitbetaling overgaan binnen een termijn van 3 maanden vanaf de dag waarop het beheerscomité (beheersorgaan van het FSO) de sluitingswet toepasselijk verklaard heeft en het beschikt over je volledige individuele dossier en het volledige dossier van de onderneming.
Een ondernemingsdossier is pas volledig indien het alle gegevens omvat over:
- de identificatie van de onderneming;
- de aard van de ondernemingsactiviteiten;
- de levensloop van de onderneming, desgevallend met inbegrip van de gegevens over de overname van activa van de onderneming en de overgang krachtens overeenkomst;
- de identificatie en de tewerkstellingsgegevens van de werknemers.
Een volledig individueel werknemersdossier moet bevatten:
- voor de betaling van de sluitingsvergoeding: identificatie van de werknemer, duur van de tewerkstelling bij de werkgever, aard en wijze van beëindiging van de arbeidsovereenkomst;
- voor de overige vergoedingen: het verzoek van de werknemer tot tussenkomst van het FSO aan de hand van de gegevens en bewijsstukken zoals gevraagd op het aanvraagformulier F1.
Wordt de betalingstermijn overschreden, dan heb je recht op intresten. De intresten worden ambtshalve betaald door het FSO.
De bedrijfstoeslag
Het FSO moet binnen de 60 dagen vanaf de dag waarop je individueel volledig dossier ingediend werd, overgaan tot betaling van de bedrijfstoeslag.
Een volledig individueel werknemersdossier bestaat uit het verzoek van de werknemer tot tussenkomst van het Fonds aan de hand van de gegevens en bewijsstukken zoals gevraagd op het aanvraagformulier F1.
De bedrijfstoeslag wordt maandelijks uitbetaald.
Wordt de betalingstermijn overschreden, dan heb je recht op intresten. De intresten worden ambtshalve betaald door het FSO.
Door de curator
In principe zal de curator overgaan tot de verkoop van het actief van de failliete onderneming en de opbrengst van de verkoop verdelen onder de schuldeisers die een schuldvordering hebben ingediend. Je bent echter niet de enige schuldeiser. Naast jou en je collega’s zijn er onder meer de banken, de RSZ, de fiscus, de leveranciers, … Meestal zal de opbrengst uit de verkoop van het actief niet volstaan om alle schuldeisers te betalen.
Mocht de curator over voldoende gelden beschikken, dan zal je als werknemer een dividend, voor het gedeelte van de schuldvordering dat niet volledig uitbetaald werd door het FSO, ontvangen.
De betaling van een dividend vindt pas in de eindfase van een faillissement plaats. Doorgaans neemt de afhandeling van een faillissement enkele jaren in beslag. Als schuldeiser zal je door de curator in kennis gesteld worden van het ontwerp van rangregeling. De ACLVB kijkt voor jou deze rangregeling na.